Fagoro, de verloren zoon van Cosimo I

Fagoro, de verloren zoon van groothertog Cosimo

 Men is het nog steeds oneens over het aantal kinderen (legitieme en natuurlijke) dat groothertog Cosimo I verwekt heeft. Terwijl sommige auteurs spreken van 13 of 15 zullen het er zeer waarschijnlijk 16 geweest zijn.
Nog vóór zijn huwelijk met Eleonora van Toledo in juni 1539 heeft hij een dochter, Bia of Bianca, gehad met een onbekende vrouw, die waarschijnlijk een Florentijnse aristocratische dame geweest is (zie het artikel over Bia of Giulia). Samen met Giulia, een dochter van Alessandro il Moro, werd het meisje in bescherming genomen door Maria Salviati, de moeder van Cosimo in haar Villa van Trebbio. Bia overleed toen ze amper 6 jaar oud was.

Met Eleonora had Cosimo 11 kinderen (geboren tussen 1540 en 1554). Van die 11 kinderen zijn er 3 die de kinderjaren niet overleefd hebben, Anna, Antonio en Piero (don Pedricco) en 4 die in dramatische omstandigheden vóór hun 20 jaar overleden zijn; Maria, Lucrezia, Garzia en Giovanni. Van de 4 kinderen die hun ouders overleefd hebben, Pietro (1554-1604), Isabella (1542-1576), Francesco (1541-1587) en Ferdinando (1549-1609) waren de eerste 2 betrokken bij gewelddadige echtelijke ruzies en hebben de 2 laatsten hun vader als groothertog opgevolgd.

Na de dood van hertogin Eleonora in 1562 heeft Cosimo een relatie gehad met Eleonora degli Albizzi, die hem eerst een meisje (dat in de wieg gestorven is in 1566) en daarna een zoon (de legendarische don Giovanni 1567-1621) geschonken heeft. Aangezien Cosimo’s oudste zoon Francesco zich verzet had tegen een huwelijk van zijn vader met Albizzi, kwam don Giovanni die gelegitimeerd was, niet in aanmerking voor de opvolging.
Na zijn breuk met Eleonora degli Albizzi begon Cosimo een verhouding met haar nicht Camilla Martelli. Op 29 mei 1568 werd hun dochter Virginia geboren; zij werd in 1586 uitgehuwelijkt aan Cesare d’ Este de toekomstige hertog van Modena en Reggio.
Toen hij op 5 maart 1570 van paus Pius V de groothertogskroon van Toscane kreeg, moest Cosimo beloven met Camilla te trouwen. De groothertog hield zijn belofte maar het huwelijk met Camilla, dat plaats vond op 29 maart, was een morganatisch huwelijk, zodat haar kinderen geen “gevaar” voor de opvolging konden betekenen. Eind 1570 werd dan zijn jongste zoon Fagoro geboren.

Daarover bestaat echter geen eensgezindheid: volgens sommige auteurs (zoals Gaetano Pieraccini en Guglielmo Saltini) hadden Cosimo en Camilla enkel maar een dochter, Virginia, en heeft de Fagoro uit 1570 nooit bestaan. Marco Ferri en Clara Gambaro voeren aan dat deze Fagoro te identificeren is met Pietro (Pedricco) de 3de zoon van Cosimo en Eleonora, die al 10 maanden na zijn geboorte was overleden. Waarom Pedricco dan Fagoro genoemd werd, is onduidelijk en berust waarschijnlijk op een weinig betrouwbaar document uit latere tijden waarin te lezen staat dat “ A di 30 luglio 1546 nacque al Duca Cosimo un figliolo maschile e poseli nome D.Fagoro” (“op 30 juli 1546 werd een zoon van hertog Cosimo geboren die de naam d(on) Fagoro gekregen heeft”). Indien deze Fagoro dan Pedricco zou zijn, is de geboortedatum fout, want Pedricco werd geboren op 10 augustus 1546.

Camilla & Fagoro (A.Allori, Dallas Museum of Art)

Camilla & Fagoro (A.Allori, Dallas Museum of Art)

Volgens Maike Vogt-Lüerssen was Fagoro wel degelijk de laatste zoon van de groothertog. Toen Cosimo van plan was om met Camilla te trouwen, had Johanna van Oostenrijk, de 1ste vrouw van troonopvolger Francesco, op 12 mei 1570 een brief geschreven aan haar schoonbroer Albrecht van Beieren waarin zij wist te vertellen dat Camilla in verwachting was.

Op het schilderij van Alessandro Allori dat in het Museum of Art van Dallas te bekijken is staat Camilla Martelli met haar zoon Fagoro (ca. 8 jaar) afgebeeld. Het portret zou dus kunnen dateren van 1578 en is misschien vlak vóór of na Fagoro’s dood geschilderd. Andere kunstcritici beweren dat Allori hier Bianca Cappello (de 2de echtgenote van Francesco I) met haar zoontje Antonio gepenseeld heeft, maar gelijkenissen met andere portretten van de betrokkenen wijzen toch in de richting van Camilla en Fagoro (zie ook de medailles van Fagoro en Camilla).

D.FAGORUS.MEDICES.COSM.I.M.D.E.FI (Museo de’ Medici Firenze)

D.FAGORUS.MEDICES.COSM.I.M.D.E.FI (Museo de’ Medici Firenze)

Op een medaille die Antonio Selvi vervaardigd heeft in 1740 staat op de voorzijde een profiel van een jongeman die “Fagoro, zoon van Cosimo I” genoemd wordt. Volgens Marco Ferri en Clara Gambaro is dit een afbeelding van Pedricco, maar in dat geval men kan zich afvragen waarom die dan als een jongeling geportretteerd werd, aangezien hij al na 10 maanden gestorven is.

Op de achterzijde van de medaille is een boom te zien (de oude Medici-stam) die een nieuwe tak draagt (de tak van Camilla) waar nieuwe scheuten uit verschijnen: dat zouden dan Virginia en Fagoro zijn. De tekst “Simili frondescit virga metallo” (“van hetzelfde metaal ontspruit een tak”) verwijst naar een passage uit de Aeneas van Vergilius (boek 6). Met hetzelfde metaal (goud) worden dus Virginia en Fagoro bedoeld en dat de afgebeelde jongeling dan Pedricco zou zijn is weinig waarschijnlijk.

achterzijde medaille Fagoro

achterzijde medaille Fagoro

Alles wijst er dus op dat het hier om Fagoro, een zoon van Camilla en Cosimo gaat. Aangezien Fagoro jong gestorven is en ook niet in aanmerking kwam voor de opvolging, zijn er weinig gegevens over zijn persoontje bekend. Hij was al overleden toen groothertog Francesco I in 1587 gestorven is en opgevolgd werd door zijn broer Ferdinando I. Misschien is Fagoro één van de 8 kinderlijkjes die in 2004 gevonden zijn in het graf van Gian Gastone de’ Medici uit de crypte van San Lorenzo. Andere stoffelijke resten behoorden waarschijnlijk toe aan don Filippo, het zoontje van de groothertogen Francesco I en Johanna, en het naamloze dochtertje van Eleonora degli Albizzi en Cosimo. Waarom die lichamen in het graf van Gian Gastone, de laatste Medici-groothertog, zijn terecht gekomen is niet geweten.

Wat er met de kleine Fagoro gebeurd is tijdens zijn kinderjaren is onduidelijk. Aangezien Camilla Martelli door haar stiefzoon Francesco I (die zijn vader Cosimo was opgevolgd in 1574) naar een klooster gestuurd werd (eerst de Murate, daarna Santa Monaca) heeft het kind zijn eerste levensjaren waarschijnlijk doorgebracht in het palazzo van de familie Martelli. Camilla heeft in 1586, toen Fagoro al overleden was, het klooster van Santa Monaca slechts tijdelijk mogen verlaten om op het huwelijk van Virginia aanwezig te zijn en in 1590 is zij er gestorven.
In totaal heeft Cosimo dus met 4 vrouwen 16 kinderen (1 + 11 + 2 + 2) op de wereld gezet en is de “mysterieuze” Fagoro de laatste in het rijtje geweest.

JVL

Fagoro, the lost son of Grand Duke Cosimo

 

There is still discussion about the number of children (legitime and natural) that Grand Duke Cosimo I has fathered. While some authors speak of 13 or 15, the exact number seems to be 16.
Before his marriage to Eleonora of Toledo in June 1539, he had a daughter, Bia or Bianca, with an unknown woman, who was probably a Florentine aristocratic lady (see the article about Bia of Giulia). Together with Giulia, a daughter of Alessandro il Moro, the girl was taken into protection by Maria Salviati, the mother of Cosimo in her Villa of Trebbio. Bia died when she was only 6.
With Eleonora Cosimo had 11 children (born between 1540 and 1554). Of those 11 children, 3 did not survive childhood; Anna, Antonio and Piero (don Pedricco) and 4 died in dramatic circumstances before the age of 20; Maria, Lucrezia, Garzia and Giovanni. Of the 4 children who survived their parents, Pietro (1554-1604), Isabella (1542-1576), Francesco (1541-1587) and Ferdinando (1549-1609), the first 2 were involved in violent domestic troubles and the latter succeeded their father as Grand Duke.

After the death of Duchess Eleonora in 1562, Cosimo started a relationship with Eleonora degli Albizzi, who first gave him a girl (who died in the cradle in 1566) and then a son (the legendary don Giovanni 1567-1621). Since Cosimo's eldest son Francesco had opposed to his father's marriage with Albizzi, don Giovanni (although legitimized) was not eligible for the succession.

After his split with Eleonora degli Albizzi, Cosimo began a relationship with her cousin Camilla Martelli. Their daughter Virginia was born in 1568; she was married in 1586 to Cesare d' Este the future Duke of Modena and Reggio. When pope Pius V gave him the grand duchess crown of Tuscany on March 5, 1570, Cosimo had to promise to marry Camilla. The Grand Duke kept his promise but the marriage to Camilla, which took place on March 29, was a morganatic marriage, so that her children were no “threat” for the succession. At the end of 1570 his youngest son Fagoro was born.

But according to some authors (such as Gaetano Pieraccini and Guglielmo Saltini) , Cosimo and Camilla had only one daughter, Virginia, and don Fagoro never existed.
Marco Ferri and Clara Gambaro argue that this Fagoro can be identified with Pietro (Pedricco) the 3rd son  of Cosimo and Eleonora, who died 10 months after his birth. Why Pedricco was then called Fagoro  is unclear and probably based on an unreliable document from later times which states that " A di 30 luglio 1546 nacque al Duca Cosimo un figliolo maschile e poseli nome D.Fagoro" ("on 30 July 1546 a son of Duke Cosimo was born who was given the name d(on) Fagoro"). If this fagoro would then be identified as Pedricco, the date of birth is wrong, because Pedricco was born on August 10, 1546.

Camilla Martelli (P.Pastorini, Casa Martelli Firenze)

Camilla Martelli (P.Pastorini, Casa Martelli Firenze)

According to Maike Vogt-Lüerssen, Fagoro was indeed the last son of the Grand Duke. When Cosimo was about to marry Camilla, Johanna of Austria, the 1st wife of prince Francesco, had written a letter to her brother-in-law Albrecht of Bavaria on May 12,1570 with the news that Camilla was pregnant.
Alessandro Allori's painting, which can be seen at the Museum of Art in Dallas, depicts Camilla Martelli with her son Fagoro (approximately 8 years old). The portrait could thus date back to 1578 and may have been painted just before or after Fagoro's death. Other art critics claim that Allori has painted Bianca Cappello (the 2nd wife  of Francesco I) with her son Antonio, but similarities with other portraits confirm the presence of Camilla and Fagoro (see the medals with their images) on the Dallas painting.
In 1740 Antonio Selvi made a medal with the profile of a young man named "Fagoro, son of Cosimo I". According to Marco Ferri and Clara Gambaro, it is an image of Pedricco, the son of Cosimo and Eleonora de Toledo who died in 1547, 10 months after his birth. But in that case one may wonder why he was portrayed on the medal as a youngster and why he was called Fagoro?
On the backside of the medal is a tree (the old Medici genealogical tree) carrying a new branch (the branch of Camilla) from which new shoots appear: Virginia and Fagoro. The text "Simili frondescit virga metallo" ("from the same metal sprouts a branch")  is an extract from the Aeneas  of Vergilius (book 6). The “same metal” (gold) refers to Virginia and Fagoro and therefore it is very unlikely that the young man on the medal would be Pedricco.

One can assume that Fagoro was the son of Camilla and Cosimo, but since he died at a young age and not being in line for succession, little information about his person is known. He was already dead when Grand Duke Francesco I passed away in 1587 and was succeeded by his brother Ferdinando I.
Perhaps Fagoro is one of the 8 children's bodies found in the tomb of Gian Gastone de' Medici from the crypt of San Lorenzo in 2004. Other remains belonged probably to don Filippo, the son of Francesco I and Johanna, and the nameless daughter of Eleonora degli Albizzi and Cosimo. Why these bodies ended up in the grave of Gian Gastone, the last Grand duke of the Medici, is not known.

What happened to Fagoro during his childhood is unclear. Since Camilla Martelli was sent to a monastery (first the Murate, then Santa Monaca) by her stepson Francesco I (who succeeded his father Cosimo in 1574), the child probably spent his first years in the Martelli family's palazzo. In 1586, when Fagoro was already dead, Camilla was allowed to leave the monastery of Santa Monaca temporarily to attend Virginia’s wedding, and in 1590 she died there.
In total, Cosimo has fathered 16 children (1 + 11 + 2 + 2) by 4 women and the "mysterious" Fagoro was the last of the list.

Literatuur:

Ferri, M.& Lippi, D.              I Medici, la dinastia dei misteri.    Firenze, 2007.
Ferri, M.& Gambaro, C.     Nacque al Duca Cosimo un figliolo...., in: Medicea, nr.10, 2016, pp. 66-73
Petrioli, E.                             Museo de’ Medici.    https://guardafirenze.com/202
Vogt-Lüerssen, M.                The true faces of the daughters and sons of Cosimo I…, in: Medicea, nr.10, 2016, pp.74-95