Botticelli's verborgen boodschappen in de Sixtijnse kapel
Botticelli’s verborgen boodschappen
in de Sixtijse Kapel
In juli 1481 was Sandro Botticelli naar Rome vertrokken om er, samen met Perugino, Ghirlandaio, Rosselli en Signorelli, fresco’s te gaan schilderen in de pas voltooide Sixtijnse kapel. Paus Sixtus IV (Francesco della Rovere) had in 1473 aan Baccio Pontelli en Giovanni Dolci de opdracht gegeven voor de bouw van de naar hem genoemde kapel in het Vaticaan.
In het kader van de verzoening tussen Zijne Heiligheid en Lorenzo de’ Medici (na de Pazzi-aanslag van 26 april 1478 en de daarop volgende Pazzi-oorlog, zie art. Moord in de kathedraal) had il Magnifico een aantal gerenommeerde Toscaanse kunstenaars naar Rome gestuurd.
Botticelli heeft 3 van de 12 muurschilderingen voor zijn rekening genomen en heeft het werk (met de hulp van zijn assistenten) geklaard in 11 maanden. De taferelen werden op de zijwanden van de kapel gepenseeld en op het plafond was toen nog een sterrenhemel van Pier Matteo d’Amelia te zien. Michelangelo zou er 3 decennia later zijn beroemde fresco’s van de “Genesis” op aanbrengen.
De fresco’s moesten scènes voorstellen uit het “Leven van Mozes” en het “Leven van Christus” om de continuïteit tussen het Oude en het Nieuwe Testament te benadrukken en om duidelijk te maken dat rebellie tegen de autoriteit van de opperste kerkleider streng bestraft werd.
Met dat laatste bedoelde Sixtus IV de terechtstelling van de daders van de Pazzi-aanslag waarbij Lorenzo’s broer Giuliano was omgekomen. Il Magnifico, die zelf ternauwernood was kunnen ontkomen, had geen genade gekend en alle betrokkenen (met inbegrip van de aartsbisschop van Pisa) laten oppakken en executeren.
De paus, die achter de schermen de samenzwering tegen de Medici-broers had goedgekeurd, had een interdict uitgesproken over de Medici en Firenze en eiste van Lorenzo verontschuldigingen voor de dood van de aartsbisschop. Daarmee had Sixtus de zaken dus totaal verkeerd voorgesteld en Sandro Botticelli, die een zeer goede vriend van de vermoorde Giuliano was, heeft zeer waarschijnlijk van de gelegenheid gebruik gemaakt om zijn ongenoegen via eigen (verborgen) boodschappen in de fresco’s te verwerken
In de “Verzoekingen van Christus” (op de noordelijke muur) heeft hij onderaan links 3 personages geposteerd die betrokken waren bij de Pazzi-aanslag: van links naar rechts zijn dat Francesco de’ Pazzi (de bankier die zijn naam aan de samenzwering gegeven heeft en die een dolk in de hand houdt), Francesco Salviati (de aartsbisschop van Pisa) en Jacopo di Poggio Bracciolini (de zoon van een vriend van de Medici en een medestander van Salviati) (zie fig.1).
Lorenzo die de aanslag overleefd had moest vergiffenis komen vragen aan de paus voor zichzelf en de Florentijnen. De jonge man achter de hogepriester met de blauw-gele vest en de pluimenhoed in de hand zou Lorenzo kunnen zijn. Het waren volgens Botticelli echter niet de Florentijnen, maar de paus en zijn familieleden (in het rood) die vergeving moesten vragen: in het midden staat Giulio della Rovere (de neef van Sixtus en de latere paus Julius II) en uiterst rechts Girolamo Riario (de bevelhebber van het pauselijk leger die mee in het complot zat). Achter hem zou de man met de hoed (uiterst rechts) Sandro zelf kunnen zijn.
Op het dak van de oude Sint-Pietersbasiliek staan Jezus en de Duivel. Sixtus zag zich zelf als Christus, het hoofd van de Kerk die alle verzoekingen moest doorstaan, maar Botticelli kan hem daar ook als de duivel of de antichrist neergezet hebben.
Ook in het fresco met de “Opstand tegen Mozes” (op de zuidelijke muur) staat het thema van de bestraffing van rebellie centraal (zie fig.2 ). Maar het zijn wellicht niet Korah, Dathan en Abiram die tegen Mozes in opstand waren gekomen en door de aarde verzwolgen werden, maar de moordenaars van Giuliano die (links onderaan in de scène) hun verdiende straf krijgen. In het midden van het fresco veroordeelt Mozes de opstandelingen tot de dood, net zoals Lorenzo dat met de samenzweerders gedaan had. Rechts op het tafereel worden Mozes en zijn broer Aaron door de rebellen bedreigd met steniging, maar wellicht vraagt Botticelli zich af of het niet de paus is die hier moet gestenigd worden? Misschien is het Lorenzo die de paus wil aanpakken, maar er door zijn broer Giuliano nog van weerhouden wordt?
Op de achtergrond staat de Boog van Constantijn, de keizer die het wereldlijk gezag zou overgedragen hebben aan de paus (met de Donatio Constantini) en de tekst die er op vermeld staat, “Laat niemand zichzelf de eer geven behalve hij die door God is uitverkoren zoals Aaron” is een verwijzing naar de suprematie van de kerkvorst. Botticelli zal er die woorden ongetwijfeld hebben moeten bijzetten van Sixtus, maar hij laat de stenen van de beroemde boog bovenaan beginnen afbrokkelen…
In het 3de fresco met “Mozes verjaagt de herders” (ook op de zuidelijke wand) schildert Botticelli Mozes die een Egyptenaar doodt wegens het slaan van een Jood (rechts onderaan), maar men kan hier zonder moeite de moord op Giuliano in herkennen. Lorenzo is dan de man (uiterst rechts) die gewond is en kan vluchten langs de zuilen met de hulp van een vrouw (die misschien zijn moeder Lucrezia Tornabuoni zou kunnen zijn of vrouwe Fortuna?) (zie fig.3).
Het zijn natuurlijk allemaal interpretaties, maar van een man als Sandro Botticelli kon verwacht worden dat hij op een subtiele manier wilde wraak nemen op de initiatiefnemers en de uitvoerders van de moord op zijn goede vriend Giuliano. Voor Sixtus IV zijn de boodschappen (indien zij er überhaupt waren) alleszins verborgen gebleven want hij was dermate tevreden met Sandro’s werk dat hij hem in februari 1484 een nieuw contract had aangeboden om nog meer fresco’s te schilderen, maar wegens de dood van zijn vader is Botticelli toen naar Firenze teruggekeerd.
Ook in zijn “Aanbidding der Wijzen” (Uffizi), die dateert uit dezelfde periode, zouden er verwijzingen naar de Pazzi-aanslag gemaakt zijn (zie art. Staan de moordenaars van Giuliano de’ Medici op Botticelli’s Adorazione?). In een werk dat voor de Medici bedoeld was zal Sandro zeker geen weerwraak hebben moeten nemen, maar in de Sixtijnse kapel, in het hol van de leeuw, kon hij dat wel en daar kon hij meteen ook bewijzen met zijn fresco’s dat zijn penseel machtiger was dan het zwaard.
JVL
Botticelli's hidden messages in the Sixtine Chapel
Together with Perugino, Ghirlandaio, Rosselli and Signorelli, Sandro Botticelli had left for Rome in July 1481 to paint frescoes in the newly completed Sistine Chapel. In 1473 Pope Sixtus IV (Francesco della Rovere) had commissioned Baccio Pontelli and Giovanni Dolci to build the Vatican chapel that was named after him.
In connection with the reconciliation between His Holiness and Lorenzo de' Medici (after the Pazzi attack on April 26, 1478 and the subsequent Pazzi War, see art. Murder in the Cathedral ) il Magnifico had sent a number of renowned Tuscan artists to Rome.
Botticelli had painted 3 of the 12 murals and had done the work (with the help of his assistants) in 11 months. The scenes were placed on the side walls of the chapel and on the ceiling was still the starry sky by Pier Matteo d'Amelia. Michelangelo painted his famous frescoes of the "Genesis" on it 3 decades later.
Botticelli’s frescoes were intended to depict scenes from the "Life of Moses" and the "Life of Christ" to emphasize the continuity between the Old and New Testaments and to make it clear that rebellion against the authority of the supreme church leader was severely punished.
In this case Sixtus IV demanded punishment for the execution of the perpetrators of the Pazzi attack in which Lorenzo's brother Giuliano was brutally killed. Il Magnifico, who himself had barely escaped, had known no mercy and had all those involved (including the Archbishop of Pisa) arrested and executed.
The pope, of whom was known that he had approved the conspiracy against the Medici brothers behind the scenes, had issued an interdict on the Medici and Florence and demanded an apology from Lorenzo for the archbishop's death. By doing so, Sixtus had completely distorted the facts and Sandro Botticelli, who used to be a close friend of the murdered Giuliano, most likely took the opportunity to show his displeasure through his own (hidden) messages in the frescoes.
In the "Temptations of Christ" (on the north wall on the bottom left) Botticelli painted 3 figures who were involved in the Pazzi attack: from left to right they are Francesco de' Pazzi (the banker who gave his name to the conspiracy and who holds a dagger in his hand), Francesco Salviati (the Archbishop of Pisa) and Jacopo di Poggio Bracciolini (the son of a former Medici friend and ally of Salviati) (see fig.1).
The Pope wanted Lorenzo, who had survived the attack, to come to Rome and ask forgiveness for himself and the Florentines. The young man behind the high priest with the blue-yellow vest and the feather hat in his hand could be Lorenzo. However, according to Botticelli it was not the Florentines, but the Pope and his relatives (in red) who had to ask for forgiveness: in the middle stands Giulio della Rovere (the nephew of Sixtus and the later Pope Julius II) and on the far right Girolamo Riario (the commander of the papal army who was part of the plot). Behind him, the man with the hat could be the artist himself.
On the roof of the old St. Peter's Basilica Jesus appears in the company of the Devil. Sixtus saw himself as Christ, the head of the Church who had to endure all temptations, but Botticelli may also have portrayed him there as the devil or the antichrist.
Even so in the fresco with the "Revolt against Moses" (on the south wall) the theme of retaliation for rebellion is present (see fig.2). But it may not be Korah, Dathan and Abiram who rebelled against Moses and were swallowed by the earth (bottom left of the scene), but Giuliano's murderers who got their deserved punishment. In the middle of the fresco, Moses condemns the rebels to death, just as Lorenzo had done with the conspirators. On the right side of the picture, Moses and his brother Aaron are threatened with stoning by the rebels, but perhaps Botticelli wonders if it is not the pope who should be stoned here? Could it be Lorenzo who wants to stone the pope, but is still prevented from doing so by his brother Giuliano?
In the background stands the Arch of Constantine, the emperor who would have transferred secular authority to the Pope (with the Donatio Constantini) and the text on it, "Let no one give himself the honor except he who has been chosen by God like Aaron" is another reference to the supremacy of the church leader. Botticelli will undoubtedly have been instructed by Sixtus to add those words, but he makes the stones on top of the famous arch begin to crumble...
In the 3rd fresco with "Moses chasing the shepherds " (also on the south wall) Botticelli paints Moses killing an Egyptian who had beaten a Jew (bottom right), but one can easily recognize the murder of Giuliano in the scene. Lorenzo is then the injured man (on the extreme right) who can flee along the columns with the assistance of a female figure (perhaps his mother Lucrezia Tornabuoni or Lady Fortune?).(see fig.3).
These are all interpretations, of course, but a man like Sandro Botticelli could be expected to subtly take revenge on the initiators and executors of the murder of his good friend Giuliano. For Sixtus IV the messages (if they were there at all) have remained hidden because he was so satisfied with Sandro's work that in February 1484 he had offered him a new contract to paint more frescoes, but because of the death of his father Botticelli then returned to Florence.
Also in his "Adoration of the Magi" (Uffizi), which dates from the same period, there would have been references to the Pazzi attack (see art. Are the murderers of Giuliano de' Medici on Botticelli's Adorazione? ). With this painting, that was intended for the Medici, Sandro certainly did not have to take revenge, but he could do so in the Sistine Chapel, in the lion's den. There he could prove with his frescoes that his brush was more powerful than the sword.
Literatuur:
Deimling, B. Sandro Botticelli. Keulen, 1996.
Lightbown, R. Filipepi, Alessandro in: Dizionario biografico vol. 47 (1997).
Pfeiffer, H. La Sistina svelata. Milaan, 2007.
Rossi, S. La Congiura dei Pazzi, delitto e castigo. www.aboutartonline.com
Rossi, S. La Sistina ri-svelata. Nuova precisazioni,...
in: Acta Artis Estudis d’Art Modern I, 2013, pp.95-105.
Van Laerhoven, J. zie art. Moord in de kathedraal
zie art. Staan de moordenaars van Giuliano de’ Medici op Botticelli’s Adorazione?