De dood van Filippo Strozzi; moord of zelfmoord?
De dood van Filippo Strozzi; moord of zelfmoord?
Filippo di Filippo Strozzi de Jonge, de zoon van de bankier die het machtige Palazzo Strozzi had laten bouwen, werd op 18 december 1538 dood aangetroffen in zijn cel van het Fortezza da Basso, waar hij sedert zijn arrestatie na de Slag bij Montemurlo op 2 augustus 1537 gevangen zat. Er wordt tot op de dag van vandaag nog steeds getwijfeld aan zijn doodsoorzaak: moord of zelfmoord?
Filippo was een overtuigd republikein en na zijn problemen met hertog Alessandro de’ Medici uit Firenze verjaagd (zie fig.1).
Als leider van de uitgeweken Florentijnse rebellen (de fuorusciti) had hij ook het voortouw genomen in de strijd tegen diens opvolger Cosimo I. Toen hij samen met een aantal andere leiders in Montemurlo gevangen genomen werd door de hertogelijke legeraanvoerder Alessandro Vitelli belandde hij in het Fortezza da Basso (of het Castello di San Giovanni Battista), waarvan hij de bouw, ironisch genoeg, nog mee had laten financieren in 1532.
Na een vernederende tocht door de stad was de weduwnaar van Clarice de’ Medici in afwachting van zijn terechtstelling in hechtenis genomen terwijl zijn medestanders Baccio Valori, Filippo di Bartolommeo Valori, Filippo di Niccolò Valori, Antonfrancesco degli Albizzi en Alamanno Rondinelli reeds op 20 augustus 1537 op de binnenkoer van de Bargello-gevangenis onthoofd werden.
Alessandro Vitelli had Strozzi als een soort van financiële belegging in bescherming genomen, omdat hij de borgsom (van 12.000 dukaten?) die Strozzi’s zonen gestort hadden in de hoop van hun vader vrij te krijgen, wilde opstrijken. Maar Cosimo was niet van plan om Strozzi ooit nog te laten gaan. Toen Vitelli als commandant van het Fortezza da Basso in juni 1538 vervangen door de Spanjaard Giovanni de Luna werd het fort, en dus ook zijn gevangene in feite overgedragen aan de keizer. Karel V kreeg verschillende brieven (o.a. van Paulus III en van Caterina de’ Medici) waarin hem verzocht werd het leven van Filippo te sparen, maar hij had aan Cosimo beloofd hem over te leveren indien er kon bewezen worden dat Strozzi betrokken geweest was bij de moord op hertog Alessandro. Nadat de keizer op de hoogte gesteld was van Strozzi’s onder tortuur afgelegde “bekentenissen”, kreeg de Luna de opdracht om hem in handen van Cosimo te geven, die dan verder moest beslissen wat er met hem ging gebeuren.
Op het moment dat Alessandro in januari 1537 gedood was geworden door Lorenzino de’ Medici, was Strozzi in Venetië, maar hij had de moordenaar van de hertog, die hij de “Toscaanse Brutus” noemde, daar met open armen ontvangen. Dat Filippo als opdrachtgever betrokken was bij de moord is weinig waarschijnlijk, maar dat hij niet ontevreden was met de situatie was duidelijk.
Op 18 december 1538 vond men Filippo dood in zijn cel in een plas bloed met naast hem een zwaard en een brief waarin hij duidelijk maakte dat het leven voor hem geen zin meer had (zie fig.2).
Er werd echter sterk getwijfeld aan deze zogezegde zelfmoord en enkele kroniekschrijvers (zoals Fra Giuliano Ughi della Cavallina) concludeerden dat Filippo Strozzi was omgebracht en dat de zelfmoord geënsceneerd was. Er werd zelfs beweerd dat hertog Cosimo eigenhandig de oude bankier zou gedood hebben of hem op zijn minst zou laten vermoorden hebben, wellicht door de plaatscommandant Giovanni de Luna. Drie anonieme tijdgenoten beweerden zelfs dat hij onthoofd is geworden door zijn moordenaars.
Was het moord?
Men kan zich afvragen waarom Cosimo Strozzi niet meteen heeft laten terechtstellen samen met de andere rebellenleiders en hem zo lang in verzekerde bewaring genomen heeft. Wellicht heeft de status van Strozzi (hij was getrouwd geweest met een Medici en had de steun van de paus en Caterina de’ Medici) daarbij een rol gespeeld en kreeg hij (zoals eerder vermeld) speciale bescherming van kapitein Vitelli. Reeds in het voorjaar van 1538 had Cosimo gezanten naar het keizerlijk hof in Madrid gestuurd om er de keizer van te overtuigen dat Filippo Strozzi een groot gevaar betekende en dat hij best kon geëlimineerd worden. Wanneer Strozzi dan aan Cosimo werd overgedragen (na de geforceerde bekentenissen) zal de hertog ijverig gezocht hebben naar een middel om van zijn gevangene af te geraken. Een publieke executie kwam te laat en zou Cosimo enkel maar moeilijkheden bezorgen en dus was een moord of een geënsceneerde zelfmoord een betere oplossing.
Was het zelfmoord?
Filippo Strozzi zou zich met een zwaard (dat een cipier vergeten had in zijn cel ???) hebben omgebracht door zijn keel over te snijden. Indien men hem een mogelijkheid had willen bieden om zelfmoord te plegen was een dolk wellicht handiger geweest.
Er was natuurlijk ook nog de afscheidsbrief in het Latijn, die door een anonieme schrijver werd toegevoegd aan de biografie die Filippo’s broer Lorenzo in 1570 geschreven heeft en waarvan de authenticiteit achteraf bevestigd is. Thomas Trollope citeert de brief:
“Opdat ik niet langer in de macht wil zijn van mijn vijanden, na onterecht te zijn gefolterd……heb ik, Filippo Strozzi, besloten om, hoe verschrikkelijk het ook moge zijn voor mijn ziel, mijn leven te beëindigen met eigen handen. Ik beveel mijn ziel aan God aan, die in zijn oneindige vergevensgezindheid mij een plaats mag geven naast deugdzame mannen zoals Cato van Utica die voor een zelfde einde gekozen hadden.
Ik smeek Giovanni di Luna om van mijn bloed een bloedpens te maken en die naar kardinaal Cibo te sturen zodat hij zich na mijn dood aan mijn bloed kan voldoen, wat hem tijdens mijn leven niet gelukt is…(1)
Ik vraag di Luna ook om mij naast mijn vrouw (Clarice) te laten begraven….. Aan mijn zonen vraag ik om mijn testament te respecteren dat in handen is van Benvenuto Ulivieri..
En ik vraag dat de keizer zich beter zou moeten informeren over het arme Firenze tenzij hij de stad zou willen laten ten onder gaan…Ondertekend: Philippus Strozzi, jamjam moriturus
Exoriare aliquis nostris ex ossibus ultor”(1) Filippo Strozzi had bij het conclaaf dat paus Paulus III verkozen had aan de Franse kardinalen gevraagd om niet voor Innocenzo Cibo te stemmen. Die heeft hem dat nooit vergeven.
In zijn brief verwees Strozzi naar Marcus Porcius Cato Uticensis Minor, de republikein uit het Oude Rome die zich op zijn zwaard gestort had in 46 v.C. en hij eindigde de brief met de woorden van Vergilius “moge iemand uit onze as als wreker verrijzen”. Vooral die laatste woorden, die als een republikeinse strijdkreet klonken, doen vermoeden dat zij uit Strozzi’s pen kunnen gevloeid zijn. Ook de sarcastische opmerkingen aan het adres van kardinaal Cibo kunnen als dusdanig beschouwd worden.
Diegenen die niet in een zelfmoord geloofden voerden aan dat een vrome christen als Filppo Strozzi nooit de hand aan zichzelf zou hebben durven slaan, maar in zijn brief vroeg hij aan God om hem voor zijn daad te vergeven. Het blijft natuurlijk nog altijd mogelijk dat de bewuste brief door iemand anders geschreven is en naast het lichaam gelegd. Die vervalsing zou dan gemaakt zijn door Pierfrancesco Riccio da Prato, een secretaris van de hertog.
Volgens kroniekschrijver Bernardo Segni is Filippo’s lichaam verdwenen en nooit, zoals hij dat gewenst had, in de Santa Maria Novella naast het graf van Clarice de’ Medici bijgezet geworden.
Voor Cosimo was de zaak rond en in een officiële brief aan de keizer schreef hij dat Strozzi zichzelf van het leven benomen had. De dood van Filippo (hetzij door zelfmoord, hetzij door executie) betekende op dat moment wel de onthoofding van de rebellie tegen de hertog. Strozzi’s zonen Piero, Roberto en Leone hebben achteraf de strijd tegen Cosimo, vergeefs weliswaar, tot in 1558 verder gezet.
Was de dood van Filippo Strozzi moord of zelfmoord? Misschien beide: hij was een man die met de antieken dweepte en mogelijkerwijs wou hij zijn leven beëindigen zoals Cato dat gedaan had. Om zich op een zwaard te storten had hij dan eventueel de hulp nodig van een cipier of van kasteelhouder Giovanni de Luna zelf? Op die manier zou zijn dood dan een combinatie van moord en zelfmoord kunnen geweest zijn, maar dat is slechts pure speculatie.
JVL
The death of Filippo Strozzi; murder or suicide?
Filippo di Filippo Strozzi the Younger, the son of the banker who had built the mighty Palazzo Strozzi, was found dead on December 18, 1538 in his cell at the Fortezza da Basso, where he had been imprisoned since his arrest after the Battle of Montemurlo on August 2, 1537. To this day, his cause of death is still in doubt: murder or suicide?
Filippo was a convinced republican and after his problems with Duke Alessandro de' Medici expelled from Florence (see fig.1). As the head of the exiled Florentine rebels (the fuorusciti) he had also taken the lead in the fight against his successor Cosimo I. When he and a number of other leaders were captured in Montemurlo by the ducal army commander Alessandro Vitelli, he ended up in the Fortezza da Basso (or the Castello di San Giovanni Battista), the construction of which, ironically enough, he had co-financed in 1532.
After a humiliating trip through the city, the widower of Clarice de' Medici was taken into custody while his comrades Baccio Valori, Filippo di Bartolommeo Valori, Filippo di Niccolò Valori, Antonfrancesco degli Albizzi and Alamanno Rondinelli were beheaded on August 20, 1537 in the courtyard of the Bargello prison.
Alessandro Vitelli considered Strozzi as a kind of financial investment, because he wanted to collect the bail (of 12,000 ducats?) that Strozzi's sons had deposited in the hope of getting their father released. But Cosimo had no intention of ever setting free Strozzi. When Vitelli as commander of the Fortezza da Basso in June 1538 was replaced by the Spaniard Giovanni de Luna, the fortress, and thus also his prisoner, were in fact handed over to the emperor. Charles V received several letters (including from Pope Paul III and from Caterina de' Medici) asking him to spare Filippo's life, but he had promised Cosimo to hand him over if it could be proved that Strozzi had been involved in the murder of Duke Alessandro. When the emperor was informed of Strozzi’s "confessions", made under torture, de Luna was ordered to put him in the hands of Cosimo, who then had to decide what was going to happen to him.
At the time Alessandro had been killed by Lorenzino de' Medici in January 1537, Strozzi was in Venice, but he had welcomed the Duke’s murderer, whom he called the "Tuscan Brutus", there with open arms. That Filippo had given the order for the murder is very unlikely, but that he was not dissatisfied with the situation was clear.
On December 18, 1538, Filippo was found dead in his cell in a pool of blood with a sword next to him and a letter in which he made it clear that life no longer had any meaning for him (see fig.2). However, there were strong doubts about this so-called suicide and some chroniclers (such as Fra Giuliano Ughi della Cavallina) concluded that Filippo Strozzi had been killed and that the suicide was staged. It was even claimed that Duke Cosimo himself killed the old banker or at least had him killed by the place commander Giovanni de Luna. Three anonymous contemporaries even wrote that he was beheaded by his killers.
Was it murder?
One may wonder why Cosimo had not immediately executed Strozzi along with the other rebel leaders and why he had taken him into custody for so long. Perhaps the status of Strozzi (he had been married to a Medici and had the support of the Pope and Caterina de' Medici) played a role in this and he benefited (as mentioned earlier) of the special protection by commander Vitelli. Already in the spring of 1538, Cosimo had sent envoys to the imperial court in Madrid to convince the emperor that Filippo Strozzi was a great danger and that he could best be eliminated. When Strozzi was then handed over to Cosimo (after the forced confessions), the duke must have diligently searched for a means to get rid of his prisoner. A public execution came too late and would only cause Cosimo problems and therefore a murder or a staged suicide seemed a better solution.
Was it suicide?
Filippo Strozzi would have killed himself with a sword (which a jailer had forgotten in his cell ??) by cutting his throat. If he had been offered an opportunity to commit suicide, a dagger might have been more convenient.
And there was of course also the farewell letter in Latin, added by an anonymous writer to the biography written by Filippo's brother Lorenzo in 1570 and of which the authenticity has been confirmed afterwards. Thomas Trollope quotes the letter :
“That I may not be any longer in the power of my enemies, whereby besides being unjustly and cruelly tortured….I Filippo Strozzi have come to the determination, dreadful as in respect of my soul it appears to me, to end my life by my own hands. I recommend my soul to God, who is infinite mercy; humbly praying Him, if that He will award it no other good, to grant it at least the sojourn assigned to Cato of Utica and other such-like virtuous men who had made a similar end.
I beg Signor Giovanni di Luna, the governor of the fortress to take a portion of my blood after my death and make there with a (black) pudding and send it to the Cardinal Cibo, that he may satiate himself after my death with that which he could never be satiated with during my life (1)…
I beg him to cause my body to be buried in Santa Maria Novella near to that of my wife…
I earnestly beg of my sons that they will observe the will I have made in the fortress and which is in the hands of Benvenuto Ulivieri…
And I beg thee, O Caesar, with all humility to inform thyself better respecting this poor city of Florence, having some care for its welfare, if it be not thy intention to destroy it entirely.Signed: Philippus Strozzi, jamjam moriturus
Exoriare aliquis nostris ex ossibus ultor”(1) Filippo Strozzi had asked the French cardinals not to vote for Innocenzo Cibo at the conclave that had elected Pope Paul III. He never forgave him for that.
In his letter Strozzi referred to Marcus Porcius Cato Uticensis Minor, the republican from Ancient Rome who had thrown himself on his sword in 46 BC, and he ended the letter with Virgil's words "may someone rise from our ashes as an avenger". Especially those last words, which sounded like a republican battle cry, suggest that they may have flowed from Strozzi's pen. The sarcastic remarks about Cardinal Cibo can also be regarded as such.
Those who did not believe in suicide argued that a devout Christian like Filppo Strozzi would never have dared to kill himself, but in his letter he asked God to forgive him for his deed. Of course, it is still possible that the letter in question was written by someone else and placed next to the body. That forgery would then have been made by Pierfrancesco Riccio da Prato, a secretary of the duke.
According to chronicler Bernardo Segni, Filippo's body disappeared and was never buried, as he had wished, in the Santa Maria Novella next to the tomb of Clarice de' Medici.
For Cosimo, the case was closed and in an official letter to the emperor he wrote that Strozzi had taken his own life. Filippo's death (either by suicide or by execution) at that time meant the beheading of the rebellion against the duke. Afterwards Strozzi's sons Piero, Roberto and Leone continued the fight against Cosimo, in vain however, until 1558.
Was Filippo Strozzi's death murder or suicide? Perhaps both: he was a man who admired the antiques and perhaps he wanted to end his life in the same way as Cato. In order to throw himself on a sword, he possibly needed the help of a jailer or castle keeper Giovanni de Luna himself ? In that way, his death could have been a combination of both murder and suicide, but that is only pure speculation.
Literatuur:
Archivio Storico Italiano: Cronica di Firenze (Fra Giuliano Ughi), vol.VII. Firenze, 1849.
Bullard, M. Filippo Strozzi and the Medici. Cambridge, 1980.
Lodone,M. Vitelli, Alessandro, in: Dizionario biografico, vol.99 (2020).
Niccolini, G. Filippo Strozzi. Tragedia. Firenze, 1847.
Simonetta, M. Strozzi, Filippo, in: Dizionario biografico, vol.94 (2019).
Trollope, T. A history of the last days of the old Italian Liberty. Londen, 1860.
Van Laerhoven, J. Alessandro de’ Medici “il Moro” (1512-37). Kermt, 2019.
De Medici & hun relaties met de andere Florentijnse families in de
15de en 16de eeuw. Deel II. Herk-de-Stad, 2015.