De gonfalonieri van Firenze

De gonfalonieri van Firenze

Gonfalone betekent vaandel, banier of standaard en een gonfaloniere was dus een vaandeldrager, een banierdrager of een standaarddrager. Behalve de gonfaloniere di giustizia (de banierdrager van het gerecht) waren er in het Firenze van de middeleeuwen en renaissance ook nog de 16 gonfalonieri di compagnia.

Nadat in 1282 het uitvoerend bestuur van de stad in handen gegeven was van de priori (of signori) (oorspronkelijk 6 in aantal, en vanaf 1343 met 8) werd daar, ten gevolge van de in december 1292 uitgevaardigde Ordinamenti di Giustizia, in april 1293 de gonfaloniere di giustizia aan toegevoegd. Zijn taak bestond er in om het volk (de popolo) te beschermen tegen de dominantie van de magnaten en de macht van de gilden te versterken. Aanvankelijk had hij een militaire functie en daarvoor 1.000 man ter beschikking gekregen, maar in 1293 werd hij tevens de voorzitter van de om de 2 maanden verkozen signoria en de belangrijkste magistraat.  Samen met de priori kreeg de gonfaloniere kost en inwoon in het Palazzo Vecchio tijdens zijn ambtstermijn. Op het vaandel van de Florentijnse gonfaloniere di giustizia stond het rode kruis van de popolo op een witte achtergrond (zie fig.1).

Fig.1. De Marzocco met het vaandel van de popolo (D. Ghirlandaio, Palazzo Vecchio)

Aanvankelijk werden de gonfaloniere en zijn priori verkozen door de uittredende leden van de signoria, maar in 1321 werd het systeem van de imborsazione ingevoerd, waarbij de namen van (honderden) verkiesbare personen (na een screening of squittino) in verschillende beurzen gestoken werden en bij lottrekking (de tratte) te voorschijn gehaald. De kandidaten beschikten over hun burgerrechten, waren in orde met de fiscus, 29 jaar, lid van een gilde en behoorden meestal tot gevestigde families, die reeds in de bestuursorganen gezeteld hadden. De gonfaloniere di giustizia kon pas na 3 jaar opnieuw verkozen worden voor dezelfde functie, maar kon ondertussen nog wel lid worden van de andere colleges en raden die ook volgens het systeem van lottrekking werden samengesteld. Wanneer de gonfaloniere en zijn notaris uit een bepaald stadsdeel afkomstig waren, werden automatisch de 2 prioren van dat stadsdeel uit de kleine gilden gekozen.
In 1387werd er een commissie van accoppiatori (verzamelaars) in het leven geroepen, die rekening houdend met het stadsdeel en de gilde waartoe zij behoorden, lijsten opstelde (voor 5 jaar) van verkiesbare burgers (de visti) en de namen van de kandidaten in de beurzen deponeerde (de borse). Deze commissie werd aangesteld door de signoria en de andere colleges. De lottrekking werd eerst gedaan door oud-leden van de signoria, maar daarna door de accoppiatori zelf, zodat er van een eerlijke lottrekking geen sprake meer was. Wie dus besliste wie de accoppiatori waren en hoe zij te werk moesten gaan kon de verkiezingen volledig naar zijn hand zetten.

De 16 gonfalonieri di compagnia (niet te verwarren met de gonfaloniere di giustizia) stonden aan het hoofd van één van de stadswijken, na de hervorming van de stadsindeling in 4 grote kwartieren uit 1343 en vormden de raad van de 16 of de sedici. Zij voerden het vaandel van hun compagnia en hadden het bevel over de militieleden van hun wijk (zie fig.2). Vóór 1343 bestond Firenze uit 6 stadsdelen die samen 20 gonfaloni omvatten.

Fig.2. de 4 stadskwartieren en de 16 stadswijken

Sedert 1343 waren de 4 quartieri Santo Spirito (met de duif), Santa Croce (met het kruis), Santa Maria Novella (met de zon) en San Giovanni met de doopkapel) op hun beurt verder onderverdeeld in:
Drago (draak), Nicchio (nis), Scala (trap) en Sferza (zweep).
Bue (ossen), Carro (kar), Lion nero (zwarte leeuw) en Ruote (wielen).
Lion bianco (witte leeuw), Lion rosso (rode leeuw), Unicorno (eenhoorn) en Vipera (adder).
Chiavi (sleutels), Drago (groene draak), Lion d’oro (gouden leeuw) en Vaio (bont).

Samen met de raad van de dodici en de signoria vormden de sedici de 3 Maggiori (de 3 belangrijkste bestuursorganen). De 12 buonomini, (3 “wijze mannen” per stadsdeel), waarvan de naam een restant was van de stadsregering uit het consulaire Firenze van de 12de eeuw, stonden de leden van de signoria bij met hun gewaardeerd advies.
De 12 en de 16 werden sedert 1329 respectievelijk verkozen om de 3 en 4 maanden.  Per jaar waren er dus, alleen al in de 3 Maggiori, 150 functies beschikbaar. Meestal was een zitje in de 12 of de 16 de aanloop naar een verkiezing als prior of banierdrager van het gerecht.
Zo was Giovanni di Bicci de’ Medici in 1398 lid van de 12 buonomini, in 1401 lid van de sedici gonfalonieri di compagnia, in 1402 priore en in 1421 tenslotte gonfaloniere di giustizia.

Men zou de Florentijnse banierdrager van het gerecht kunnen beschouwen als de  premier of de president van de Florentijnse regering.
De eerste gonfaloniere di giustizia was Baldo Ruffoli, hij trad in functie op 15 april 1293.
Piero Brandani was de gonfaloniere van de laatste “witte” signoria in 6 november 1301.
Sandro di Simone Quaratesi was de eerste banierdrager na de verjaging van de hertog van Athene in juli 1343.
Niccolò di Giovanni Malegonelli was gonfaloniere toen paus Gregorius XI de hele Florentijnse regering excommuniceerde tijdens de Oorlog van de 8 Heiligen in maart 1376.
Salvestro de’ Medici nam in april 1378 de leiding van een signoria die af te rekenen kreeg met de strijd tussen het popolo grasso en het popolo minuto.
Michele di Lando volgde hem op 23 juli 1378 op aan het hoofd van een signoria (van “kleine luiden”) na de opstand van de Ciompi.
Vieri di Cambio de’ Medici was tijdens de aanhoudende troebelen tussen het popolo grasso en het popolo minuto als “rustbrenger” tot gonfaloniere verkozen in mei 1392.
Bernardo Guadagni was de banierdrager die Cosimo de’ Medici in ballingschap stuurde in september 1433.
Niccolò Cocco Donati was de voorzitter van de signoria die Cosimo een jaar later liet terugkeren.
Cosimo de’ Medici zelf had er na zijn machtsovername in 1434 voor gezorgd dat hij zich op de voor hem meest geschikte momenten kon laten verkiezen in de 3 Maggiori (1).
Piero di Gino Capponi stond aan het hoofd van de Florentijnse regering in oktober 1493 en was de man die na de verjaging van de Medici de Franse koning Karel VIII durfde uit te dagen in november 1494.
Piero degli Alberti was in mei 1497 de gonfaloniere van de eerste anti-savonaroliaanse signoria.
Vieri di Cambio de’ Medici was banierdrager toen in mei 1498 het doodvonnis van Girolamo Savonarola werd uitgevaardigd.
Piero Soderini werd op 22 september van het jaar 1502 verkozen tot gonfaloniere a vita (voor het leven) en bleef dat tot de terugkeer van de Medici, 10 jaar later.
Filippo di Lorenzo Buondelmonti werd op 29 oktober 1512 de 1ste gonfaloniere di giustizia onder het pas heringerichte Medici-bewind.
Raffaello di Francesco Girolami was de laatste gonfaloniere van het republikeins bewind en werd na de inname van de stad in augustus 1530 afgezet en stierf in gevangenschap.
De allerlaatste Florentijnse banierdrager van het gerecht was Gianfrancesco de’ Nobili; hij moest zijn functie neerleggen op 27 februari 1532 toen hertog Alessandro de’ Medici alle republikeinse instellingen afschafte.

Gedurende 250 jaar waren de gonfalonieri een uithangbord geweest van de Florentijnse (schijn) democratie. Het begrip gonfaloniere werd achteraf nog gebruikt  om de burgemeester van een stad te benoemen, maar in 1865 werd dat de sindaco. Tegenwoordig is de gonfaloniere de president van een Florentijnse historische vereniging of de voorzitter-organisator van één of ander evenement, waarbij de oude stadsbanieren opnieuw tevoorschijn kunnen gehaald worden.

 JVL

(1)    De 1ste Medici die verkozen werd tot gonfaloniere di giustizia was Ardingo di  Buonagiunta (in 1296) en in totaal had er 34 keer een lid van de familie die functie waargenomen. Cosimo was wat het banierdragerschap betreft voorafgegaan door zijn vader Giovanni di Bicci (de stichter van de Medici-tak van Cafaggiolo) en zijn oom Francesco en had eveneens zijn zoon, Piero als gonfaloniere laten verkiezen. Voor zijn kleinzoon Lorenzo il Magnifico, wiens autoriteit algemeen aanvaard werd, was een dergelijke “verkiezing” zelfs niet meer nodig. De Medici die op het einde van de 15de eeuw en later werden verkozen tot gonfaloniere behoorden tot de zijtakken van de familie.

The gonfalonieri of Florence

Gonfalone means banner, flag or standard and a gonfaloniere was therefore a banner bearer, a flag bearer  or a standard bearer. In addition to the gonfaloniere di giustizia (the banner bearer of justice), there were also the 16 gonfalonieri di compagnia in Middle Age and Renaissance Florence.

When the administration of the city was handed over in 1282 to the priori (or signori) (originally 6, from 1343 8), the gonfaloniere di giustizia was added to the signoria in April 1293, as a result of the Ordinamenti di Giustizia issued in December 1292 . His task was to protect the people (the popolo) from the dominance of the magnates and to strengthen the power of the guilds. Initially he had a military function and was in command of 1,000 men, but in 1293 he also became the president of  the signoria  elected every 2 months and the chief magistrate.  Along with the priori, the gonfaloniere was given accommodation in the Palazzo Vecchio during his tenure. On the banner of the Florentine gonfaloniere di giustizia appeared the red cross of the popolo on a white background (see fig.1).

Initially, the gonfaloniere and  his priori were  appointed by the outgoing members  of the signoria, but in 1321 was introduced the system of imborsazione, in which the names of (hundreds of) eligible persons (after a screening or squittino) were inserted into different bags and pulled out by lot (the tratte). The candidates were in possession of their civil rights, were in order with the tax authorities, 29 years of age, members of a guild and mostly belonging to established families, who had already seated in the governing bodies. He could  only be re-elected as gonfaloniere di giustizia after 3 years, but in the meantime he could still become a member of the other colleges and councils that were also composed according to the system of the tratte. When the gonfaloniere and his notary came from a certain city district, the 2 priors of that quarter were automatically chosen from the small guilds.
In 1387, a committee  of accoppiatori (collectors) was formed, which, keeping in mind  the district and the guild to which they belonged, drew up lists (for 5 years) of electable citizens  (the visti) and deposited the names of the candidates in the bags (the borse). This committee was appointed by  the signoria and the other colleges. The draw was first made by former members of  the signoria, but then by the accoppiatori themselves, so that it was no longer a fair system. Whoever decided who the accoppiatori were and how they should proceed was in complete control of the elections.

The 16 gonfalonieri di compagnia (not to be confused with the  gonfaloniere di giustizia) headed one of the city districts (after the reform of the city division into 4 large quarters in 1343) and formed the council of the 16 or the sedici.   They carried the banner of  their compagnia and commanded the militiamen of their ward (see fig.2). Before 1343, Florence consisted of 6 city parts comprising 20 gonfaloni.

Since 1343 the 4 quartieri Santo Spirito (with the dove), Santa Croce (with the cross), Santa Maria Novella (with the sun) and San Giovanni with the Battistero) were in turn further subdivided into:
Drago (dragon), Nicchio (niche), Scala (stairs) and Sferza (whip).
Bue (oxen), Carro (cart), Lion nero (black lion) and Ruote (wheels).
Lion bianco (white lion), Lion rosso (red lion), Unicorno (unicorn) and Vipera (viper).
Chiavi (keys), Drago (green dragon), Lion d'oro (golden lion) and Vaio (fur).

Together with the council of  the dodici and  the signoria, the sedici  formed  the 3 Maggiori  (the 3 main governing bodies). The 12 buonomini, (3 "wise men" per district), whose name was a remnant of the consular city government of the 12th century, assisted the members of the signoria with their advice.
The 12 and the 16 were respectively elected every 3 and 4 months since 1329. So there were 150 positions available per year, in the 3 Maggiori alone. Usually, a seat in the 12 or the 16 was the run-up to an election as prior or standard bearer.
Giovanni di Bicci de' Medici was a member of the 12 buonomini in 1398, he seated in 1401 as a member of the 16 gonfalonieri di compagnia, he became priore in 1402 and was finally elected gonfaloniere di giustizia in 1421. 

One could consider the Florentine banner bearer of justice as the prime minister or the president of the Florentine government.
The first gonfaloniere di giustizia was Baldo Ruffoli, who took office on April 15, 1293.
Piero Brandani was the gonfaloniere of the last "white" signoria on November 6, 1301.
Sandro di Simone Quaratesi was the first banner bearer after the expulsion of the Duke of Athens in July 1343.
Niccolò di Giovanni Malegonelli was gonfaloniere when Pope Gregory XI excommunicated the entire Florentine government during the War of the 8 Saints in March 1376.
Salvestro de' Medici took charge of a signoria in April 1378  that had to deal with the struggle between  the popolo grasso and the popolo minuto.
Michele di Lando succeeded him on July 23, 1378 at the head of a signoria (of "small people") after the rebellion of the Ciompi.
Vieri di Cambio de' Medici was  elected gonfaloniere in  May 1392 in order to bring the peace during the continuing troubles between the popolo grasso and the popolo minuto.
Bernardo Guadagni was the banner bearer who sent Cosimo de' Medici into exile in September 1433.
Niccolò Cocco Donati was at the head of the signoria that permitted Cosimo’s return a year later.
Cosimo de' Medici himself, after taking power in 1434, had ensured that he was elected in the 3 Maggiori at the time of his choice (1).
Piero di Gino Capponi headed the Florentine government in October 1493 and was the man who, after the expulsion of the Medici, dared to challenge the French king Charles VIII in November 1494.
Piero degli Alberti was the gonfaloniere of the first anti-Savonarolian signoria in May 1497.
Vieri di Cambio de' Medici  was in charge when the death sentence of Girolamo Savonarola was issued in May 1498.
Piero Soderini was elected gonfaloniere a vita (for life) on September 22 of the year 1502  and remained so until the return of the Medici, 10 years later.
Filippo di Lorenzo Buondelmonti became the 1st gonfaloniere di giustizia under the newly restored Medici rule on October 29, 1512.
Raffaello di Francesco Girolami  was the last gonfaloniere of  the republican rule and was deposed after the taking of the city in August 1530 and died in captivity.
The ultimate Florentine banner bearer of justice was Gianfrancesco de' Nobili; he had to resign on February 27, 1532 when Duke Alessandro de' Medici abolished all republican institutions.

For 250 years,  the gonfalonieri  had been one of the symbols of the Florentine (sham) democracy. The term gonfaloniere was later used for the mayor of a city, but in 1865 he was called the sindaco. Nowadays, the gonfaloniere is the president of  a traditional Florentine cultural society or the organizer of some historical event, when the old city banners are brought out again.

 (1)    The 1st Medici to be elected gonfaloniere di giustizia was Ardingo di Buonagiunta (in 1296) and 34 times a member of the family had held that position. Cosimo had been preceded as a banner bearer by his father Giovanni di Bicci (the founder of the Medici branch of Cafaggiolo) and his uncle Francesco and had also had his son, Piero, elected  as a gonfaloniere. For his grandson Lorenzo il Magnifico, whose authority was generally accepted, such an "election" was no longer necessary. The Medici who were elected gonfaloniere at the end of the 15th century and later belonged to the other branches of the family .

Literatuur:

Boutier, J.                    The Republic of Florence (from the 12th to the 16th centuries) 
in: Revue   Française  de Science Politique, vol. 64, 2014 (pp.1055-1081)
The Republic of Florence (from the twelfth to the sixteenth centuries)
Burr Litchfield, R.       Lijsten van de Tre Maggiori (1282-1532)  Tratte Search Interface (brown.edu)
De Vos, K.                   De Geniale Stad.   Antwerpen, 2019.
Ravezzi, S.                   I Priori e i Gonfalonieri di Giustizia di Firenze, I Dodici e i Gonfalonieri
delle Compagnie (1282-1343). In: Storia di Firenze (portale), 2013.
Van Laerhoven, J.        De opkomst van de familie de’ Medici tijdens de Florentijnse republiek
   (13de-15de eeuw)
zie art. Cosimo de’ Medici’s verbanning en terugkeer (1433-34).
zie art. De klaroenen van Karel VIII en de kerkklokken van Piero Capponi.
zie art. De Oorlog van de 8 Heiligen (1375-78).
zie art. De opstand van de Ciompi in 1378.
zie art. Firenze en de Hertog van Athene.
zie art. Firenze en de Primo Popolo (1250-1260).
zie art. Giano della Bella en de strijd tussen Magnati en Popolani.
zie art. Girolamo Machiavelli en de verkiezingsfraude van
Cosimo de’ Medici.
zie art. Piero Soderini, staatsman of simpele geest?
zie art. Vieri de’ Medici, de Florentijnse bankier en vredestichter.
zie art. Zwarte en Witte Welfen in Firenze.
Vitti, P. & Zaccaria, R.  Archivio di Stato Firenze. Archivio delle Tratte. Rome, 1989.