De grote overstroming van 4 november 1966

De grote overstroming van 4 november 1966


De grote overstroming van 4 november 1966 staat bij vele Florentijnen (en ook toeristen) nog duidelijk in het geheugen gegrift. Het was niet de eerste keer in de geschiedenis dat de Arno buiten zijn oevers trad en Firenze geconfronteerd werd met de kracht van het water. In 1333 (ook op 4 november) werd de brug die in 1345 vervangen werd door de huidige Ponte Vecchio weggespoeld, in 1557 (op 13 september) werd de Ponte alla Carraia vernield en in 1844 (op 3 november) liepen de wijken van Santa Croce en San Niccolò volledig onder water. Het was dus geen toeval dat in 1966, ook in november, Firenze opnieuw geteisterd werd door een desastreuze overstroming. Nooit had het water een hoogte van 6 meter bereikt, zoals dat toen in de wijk van Santa Croce het geval was. Overal in de stad zijn gedenkplaten te zien waarop het peil van de overstromingen is aangeduid.

Het had begin november een aantal dagen onophoudelijk geregend: men schat dat ongeveer 1/3 van de jaarlijkse neerslag uit de hemel gevallen was. De zijriviertjes van de Arno in de Casentino en de Mugello kregen enorm veel water te verwerken en traden buiten hun oevers en de Arno kwam meer en meer onder druk te staan. Men had schrik dat door de grote regenval de dam van Valdarno het zou begeven en de ingenieurs beslisten om een deel van het water te laten wegvloeien, maar dat kwam ook terecht in de Arno die met een snelheid van 60 km/u in de nacht van 3 op 4 november naar Firenze stroomde.
Het stadsbestuur was op de hoogte van de toestand, maar besliste om geen alarm te slaan (door de klokken te laten luiden zoals dat vroeger gebeurde in geval van gevaar) om geen paniek te veroorzaken. Om 3u ’s nachts bereikte de watermassa de stad en het Park van Cascine (waar de renbaan gelegen was) werd het eerste getroffen: tientallen paarden die daar in hun stallen verbleven verdronken. Ondertussen begaven de rioleringen het en de wijken van Oltrarno, (Santo Spirito en San Frediano), Santa Croce en San Niccolò liepen onder. Rond 9u ’s morgens stond de Piazza del Duomo blank en tegen het middaguur had het water (vermengd met de olie uit de mazoutketels en massa’s modder) zijn hoogste peil bereikt.

Piazza della Signoria

Piazza della Signoria

De Piazza della Signoria stond volledig onder water, maar in de lager gelegen wijk van Santa Croce bereikte het water een recordhoogte van 6 meter en vele mensen zochten hun toevlucht op de bovenste verdiepingen en op de daken. Aangezien 4 november een nationale feestdag is in Italië vielen er relatief weinig slachtoffers maar toch waren er 35 doden (vooral ouderen die verrast werden door het water) te betreuren. In de gevangenis van Murate werden de gedetineerden vrij gelaten om ze van de verdrinkingsdood te redden. Toen het ergste voorbij was zijn zij allemaal braafjes teruggekeerd.

De ravage in de stad was enorm: behalve de schade aan auto’s, woningen, winkels en bedrijven waren ook vele kunstwerken zwaar beschadigd of vernield. Duizenden boeken en manuscripten uit de bibliotheken en schilderijen, fresco’s, beelden e.a. objecten uit kerken en musea waren nog nauwelijks te redden. Het bekendste werk dat ondertussen succesvol hersteld werd is het 13de-eeuwse beschilderde houten kruisbeeld van Cimabue uit het klooster van Santa Croce.
Ook de juweliers van de Ponte Vecchio, die in allerijl probeerden te redden wat er te redden viel hebben vele kostbaarheden in het kolkende water van de Arno zien verdwijnen.
Tijdens de dagen die volgden op de overstroming kwamen er van overal (ook vanuit het buitenland) spontane hulpacties op gang. De Angeli del Fango (de “engelen van de modder”) hielpen bij het opruimen en er werden ook speciale fondsen opgericht, die voor financiële hulp zorgden. Van overheidswege kwam er pas na 6 dagen een georganiseerde actie op gang.

Terwijl in het begin van de jaren 80 het water de Florentijnen nog een paar keer letterlijk aan de lippen stond, werden de Arno en zijn bijrivieren stroomopwaarts op het einde van de vorige eeuw gekanaliseerd, zodat de situatie beter beheerst kon worden. Maar of iedereen er in de stad echt gerust in is, valt te betwijfelen. In de Florentijnse volksmond klinkt het dat Acqua lontana non spegne il fuoco : letterlijk betekent het “traag water kan het vuur niet blussen”, maar het betekent ook dat “achter de feiten aanlopen niets oplost”.

Voor meer foto’s en bewegende beelden van de overstroming kan men o.a. terecht op www.intoflorence.com/nl/florence-onder-water

Ook in la Meglio Gioventù zijn beelden van de ramp te zien.
Google naar Firenze overstroming; video Florence Flood Aftermath (1966

Cimabue’s Crucifix (voor en na/ before and after) Santa Croce

Cimabue’s Crucifix (voor en na/ before and after) Santa Croce

        JVL

The great flood of November 4, 1966

The great flood of November 4,1966 is still clearly etched in the memory of many Florentines (and tourists). It was not the first time in history that the river Arno was overflowing and that Florence was confronted with the power of the water. In 1333 (also on November 4) the bridge, which was replaced by the current Ponte Vecchio in 1345, was washed away;  in 1557 (on September 13) the Ponte alla Carraia was destroyed and in 1844 (on November 3) the districts of Santa Croce and San Niccolò were completely submerged. So it was no coincidence that in 1966, again in November, Florence was ravaged by a disastrous flood. Never had the water reached a height of 6 meters, as was the case in the Santa Croce neighborhood. Plaques indicating the level of the flooding can be seen all over the city.
It had rained continuously for several days at the beginning of November: it is estimated that during those days about 1/3 of the annual precipitation had fallen from the sky. The tributaries of the Arno in the Casentino and the Mugello were overflowing and the Arno came under more and more pressure. It was feared that due to the heavy rainfall the dam of Valdarno would fail and the engineers decided to drain some of the water, but that also ended up in the Arno which flowed to Florence at a speed of 60 km/h during the night of November 3.
The city government was aware of the situation, but decided not to sound the alarm (by ringing the bells as it always used to be in case of danger) in order not to cause panic. At 3 am the water mass reached the town and the Park of Cascine (where the horse racing track was located) was the first to be affected: dozens of horses drowned in their stables. Meanwhile, the city sewers could no longer sustain the water and the districts of Oltrarno, (Santo Spirito and San Frediano), Santa Croce and San Niccolò flooded. Around 9 am the Piazza del Duomo was flooded and by noon the water (mixed with the oil from the heating boilers and masses of mud) had reached its highest level. In the Santa Croce neighborhood, the water reached a height of 6 meters and many people sought refuge on the upper floors and roofs. Because November 4 is a national holiday in Italy, there were relatively few casualties but 35 people (mostly elderly people who were surprised by the water) died. At Murate prison, the inmates were released to save them from drowning. When the worst was over, they all returned obediently.

The havoc in the city was enormous: in addition to the damage to cars, homes, shops and businesses, many works of art were also badly damaged or destroyed. Thousands of books and manuscripts from the libraries and paintings, frescoes, statues and others objects from churches and museums could hardly be saved. The most famous work which has since been successfully restored is the 13th century painted wooden crucifix of Cimabue from the monastery of Santa Croce. The jewelers of the Ponte Vecchio, who tried to save what could be saved, have also seen many valuables disappear into the swirling waters of the Arno.
During the days that followed the flood, spontaneous relief actions started from everywhere (including from abroad). The Angeli del Fango  (the "angels of mud") helped the cleaning up and special funds were also set up, which provided financial assistance. An organized action from the government was only launched after 6 days.

While in the early 1980s the situation became precarious a few times, the Arno and its tributaries were channelled upstream at the end of the last century, in order to control the water level. But whether everyone in the city is really comfortable with it is questionable. There is a saying in Florence that Acqua lontana non spegne il fuoco : it literally means that "slow water cannot extinguish the fire", but it also means that "chasing the facts solves nothing".

For more photos and moving images of the flood, one can visit
www.intoflorence.com/nl/florence-onder-water

Images of the disaster can also be seen in la Meglio Gioventù. 
video Florence Flood Aftermath (196