De neushoorn, de koning, de paus en de hertog.

De neushoorn, de koning, de paus en de hertog.  

Toen Alessandro de’ Medici, de 1ste  hertog van Firenze, als persoonlijk embleem voor een rinoceros gekozen had, was dat hoogst waarschijnlijk nadat hij de beroemde tekening (of een kopie) gezien had van Albrecht Dürer die nu in het British Museum bewaard wordt.
De Duitse kunstenaar had die tekening gemaakt volgens de aanwijzingen en schetsen die hij gekregen had van mensen die getuige waren geweest van de aankomst  van het dier in Lissabon in 1515. Dürer had het dier dus zelf nooit gezien, vandaar dat de tekening  niet volledig beantwoordt aan het werkelijke uitzicht van een neushoorn (zie fig.1). In de toegevoegde tekst vermeldde hij het dier met zijn oorspronkelijke naam Genda of Ganda. Zijn tekening werd in de loop der tijden door verscheidene andere kunstenaars overgenomen en gekopieerd en is tot in de 18de eeuw het natuurgetrouwe voorbeeld van een neushoorn gebleven (1).

Fig.1 Rhinocerus unicornis (A. Dürer, British Museum)

De neushoorn, die meer dan 2 ton woog en de naam Ulysses gekregen had, was na een scheepsreis van 4 maanden onder begeleiding  van zijn oppasser Ocem aangekomen in Lissabon op 20 mei 1515. De dikhuid was een geschenk voor koning Manuel I van de sultan van Cambay en werd ondergebracht in het dierenpark van het Ribeira paleis. De koning was bijzonder trots op het dier dat sedert de Romeinse periode niet meer gezien was in Europa. Op de toren van Belém liet hij waterspuwers met de kop van een rino afbeelden en na de lectuur van de Naturalis Historia van Plinius de Oudere (uit de 1ste eeuw n.Chr.) waarin opgetekend was dat de neushoorn en de olifant gezworen vijanden waren besloot de koning om een gevecht tussen beide dieren te ensceneren. Enerzijds werd dat een zware ontgoocheling toen bij het zien van de rino de (jonge) olifant het op een lopen zette, maar anderzijds werd de bewering van Plinius bewaarheid dat de neushoorn het sterkste dier op aarde was (2).
Manuel I besloot dan om Ulysses in december 1515 als een geschenk naar paus Leo X te sturen, die reeds een jaar eerder zeer tevreden geweest was met de komst van de witte olifant Hanno of Annone (zie art Hanno en Hansken, de olifanten van de Medici). Onderweg werd er halt gehouden in Chateau d’ If waar de Franse koning Frans I de neushoorn in januari 1516 kon bewonderen. Vooral het pantser van het dier (dat Dürer sterk overdreven had in zijn tekening) deed hem denken aan een geharnaste ridder (3).

Maar toen de reis werd verder gezet richting Italië verging het schip in een storm ter hoogte van La Spezia. De rino had een fluwelen halsband gekregen en de vergulde ijzeren ketting waarmee hij aan het dek was vastgeketend was Ulysses noodlottig geworden tijdens de schipbreuk. Het kadaver was aangespoeld in Villefranche-sur-Mer en de huid werd terug naar Lissabon gestuurd waar het dier vakkundig werd opgezet. In februari 1516 werd het preparaat van de rino dan uiteindelijk toch nog naar Rome gezonden, waar het echter onder geringe belangstelling werd ontvangen.
Wat er dan verder mee gebeurd is blijft in het ongewisse. Ofwel werd Ulysses tijdens de Sacco di Roma (mei 1527) vernield ofwel is hij al vroeger terecht gekomen in het rariteitenkabinet van Lorenzo de’ Medici, il Giovane in Firenze, maar ook daar is er achteraf geen spoor van terug gevonden (4).
Het zou dus kunnen dat Alessandro de Medici niet alleen de afbeelding, maar ook het opgezette dier in Rome of Firenze gezien heeft en het vervolgens tot zijn embleem gemaakt heeft. Het was blijkbaar een  juiste keuze want het “muildier” van weleer is de woeste rinoceros geworden die zonder veel empathie en discipline doorheen de Florentijnse geschiedenis gestormd is (5).

Fig.2 Dialogo dell’Imprese Militari et Amorose (P. Giovio, 1559, Bib. Lyon).

In de Grote Zaal van de 500 in het Palazzo Vecchio worden een aantal Medici-heersers met hun respectievelijke emblemen afgebeeld. De rinoceros die beeldhouwer Baccio Bandinelli er in 1554 boven het beeld van hertog Alessandro heeft geplaatst gelijkt als 2 druppels water op de tekening van Dürer.
In de geïllustreerde versie van biograaf  Paolo Giovio’s werk Dialogo dell’ Imprese Militari et Amorose is de neushoorn omgeven door een reeks erotische figuren (zie fig.2). Het is niet zeker dat men in de 16de eeuw de hoorn van de rinoceros reeds beschouwde als een vorm van afrodisiacum, maar voor Alessandro, zou dat alleszins een bijkomende reden voor zijn keuze  kunnen geweest zijn, gezien zijn vrij onstuimig liefdesleven. Op het embleem van Alessandro staat ook de spreuk “ non buelvo sin vencer” (“ik keer niet terug zonder overwinning”) te lezen, waarbij de nadruk gelegd werd op zijn doorzettingsvermogen en daar konden de Florentijnse dames met kennis van zake over mee praten…(zie art. Alessandro de’ Medici’s wanbeleid en wangedrag).

 

(1)     Pas rond het midden van de 18de eeuw is er opnieuw een Indische neushoorn verschenen in Europa, die onder de naam Clara als een circusattractie in alle vorstenhoven werd opgevoerd. In 1743 is het dier in Antwerpen en Gent gepasseerd.
(2)     Op de gewelven van de loggia’s in het Palazzo Apostolico van het Vaticaan heeft Rafael tijdens het pontificaat van Leo X in 1519 een fresco geschilderd met als titel de “Schepping der Dieren” waarbij een olifant en een neushoorn vreedzaam naast elkaar staan. Dit zou eventueel een verwijzing kunnen zijn naar het legendarische gevecht en/of naar de pauselijke geschenken.
(3)     Soms wordt er beweerd dat Dürer Ulysses daadwerkelijk afgebeeld heeft met een echt harnas dat hem tijdens het gevecht met de olifant of tijdens de zeereis moest beschermen.
(4)     In het Museo della Specola van Firenze is geen spoor van een rino te vinden, maar wel een opgezet nijlpaard (Ippopotamo di Boboli) te bekijken. Dat is waarschijnlijk als geschenk aan groothertog Cosimo III gegeven op het einde van de 17de eeuw en door zijn taxidermisten op een eerder stuntelige manier in elkaar gezet.
(5)     Alessandro was de natuurlijke zoon van paus  Clemens VII en een dienstmeisje (slavin?). Een bastaard werd toen een muildier/ezel of een mulatto (in het Italiaans) genoemd.

JVL 



The rhinoceros, the king, the pope and the duke. 

When Alessandro de' Medici, the 1st Duke of Florence, had chosen a rhinoceros as his personal emblem, it was most likely after witnessing the famous drawing (or a copy) by Albrecht Dürer that is now kept in the British Museum.  
The German artist had made that drawing according to the directions and sketches he had received from people who had witnessed the animal's arrival in Lisbon in 1515. Dürer had never seen the animal himself, which is why the drawing does not fully correspond to the actual appearance of a rhinoceros (see fig.1). In the added text, he called the animal by its original name Genda or Ganda. His drawing was copied by several other artists in the course of time and remained the widely known image of a rhinoceros  until the 18th century (1).

The animal, which weighed more than 2 tons and was named Ulysses, arrived in the company of his keeper Ocem in Lisbon after a 4-month voyage on May 20, 1515. The rhino was a gift from the sultan of Cambay to the Portuguese king and was housed in the park of the Ribeira Palace. King Manuel I was particularly proud of the animal, that not had been seen in Europe since the Roman period. On the tower of Belém he had gargoyles carved with the head of a rhino and after reading the Naturalis Historia by Pliny the Elder (from the 1st century AD), in which it was recorded that the rhinoceros and the elephant were sworn enemies, the king decided to stage a fight between the two pachyderms. On the one hand, that became a great disappointment because the (young) elephant ran away at the sight of the rhino, but on the other hand, Pliny's claim that the rhinoceros was the strongest animal on earth came true (2).
Manuel I then decided to send Ulysses as a gift in December 1515 to Pope Leo X, who had already been very pleased with the arrival of the white elephant Hanno or Annone a year earlier (see art Hanno and Hansken, the elephants of the Medici). On the way, a stop was made at Chateau d'If where the French king Francis I could admire the rhinoceros in January 1516. The animal's armoured skin (which Dürer had greatly exaggerated in his drawing) reminded the king of a harnessed knight (3).

But on its way to Italy, the ship sank in a storm near La Spezia. Ulysses had been given a velvet collar and the gilded iron chain with which he was chained to the deck had become fatal to him during the shipwreck.   The carcass washed ashore in Villefranche-sur-Mer and the skin was sent back to Lisbon where the animal was expertly stuffed. In February 1516, the preparation of the rhino was finally sent to Rome, where it was received with little interest.
What happened to it next remains unknown. Either Ulysses was destroyed during the Sacco di Roma (May 1527) or he ended a few years earlier up in the cabinet of curiosities of Lorenzo de' Medici il Giovane in Florence, but no trace has been found afterwards (4).
It is therefore possible that Alessandro de Medici not only saw the image but also the stuffed animal itself in Rome or Florence when choosing it as his emblem. It was indeed a good choice because the “mule’ of yesteryear had changed into the ferocious rhinoceros storming brutally through Florentine history with a great lack of empathy and discipline (5).

In the Great Hall of the 500 at Palazzo Vecchio, a number of Medici rulers received a statue with their respective emblems. The rhinoceros that sculptor Baccio Bandinelli has placed in 1554 above the head of Duke Alessandro is a perfect copy of Dürers drawing.
In the illustrated version of biographer Paolo Giovio’s  Dialogo dell' Imprese Militari et Amorose, the rhinoceros is surrounded by a series of erotic figures (see fig.2). It is not certain that in the 16th century the horn of the rhinoceros was already considered as an aphrodisiac, but for Alessandro this could have been an additional reason for him choosing this animal as his personal symbol, given his rather turbulent love life. Alessandro's emblem also bears the motto "non buelvo sin vencer" ("I will not return without victory"), emphasizing his perseverance and that was something many Florentine ladies could confirm with certainty… (see art. Alessandro de' Medici's mismanagement and misconduct).

(1)     It was not until the middle of the 18th century that an Indian rhinoceros re-appeared in Europe. Rhino Clara was performed as a circus attraction at all royal courts. In 1743 the animal passed through Antwerp and Ghent.
(2)     On the vaults of the loggias in the Vatican's Palazzo Apostolico, Raphael painted in 1519 a fresco during the pontificate of Leo X entitled the "Creation of the Animals" in which an elephant and a rhinoceros stand peacefully side by side. This could possibly be a reference to the legendary battle and/or to the papal gifts.
(3)     It is sometimes said that Dürer actually depicted Ulysses with a real armour that was supposed to protect him during the fight with the elephant or during the sea voyage.
(4)     In the Museo della Specola of Florence there is no trace of a rhino but one can still see a stuffed hippopotamus (Ippopotamo di Boboli). It was probably given as a gift to Grand Duke Cosimo III at the end of the 17th century and put together by his taxidermists in a rather clumsy way.
(5)     Alessandro was the natural son of Pope Clement VII and a servant (slave?). A bastard was then called a mule/muilder or a mulatto  (in Italian).

       

Literatuur:

Bedini, S.                     The Pope’s Elephant.  Manchester, 1997.
De Baaij, J.                  Een Olifant en een Neushoorn voor de Paus (Kunstvensters, okt.2020).
Giovio, P.                    Dialogo dell’ Imprese Militari et Amorose.    Lyon, 1559.
Kuntz, J.                      1515, 
l’année du rhinocéros - Le Temps   (oktober 2022).
Sullivan, J.                    The Legacy of Dürer’s Rhinoceros (Natural History Museum, maart 2023).
Van Laerhoven, J.        Alessandro de’ Medici “il Moro” (1512-37).  Kermt, 2019.
                                    zie art. Alessandro de’ Medici’s wanbeleid en wangedrag.
                                    zie art. Hanno en Hansken, de olifanten van de Medici.