Domenico Ghirlandaio en de Sassetti-kapel

Domenico Ghirlandaio en de Sassetti-kapel

In 1479 had Francesco Sassetti, de algemene directeur van de Medici-bank met de Florentijnse kunstenaar Domenico Bigordi del Ghirlandaio een contract afgesloten om zijn familiekapel in de kerk van Santa Trinità te laten decoreren. Aanvankelijk had Sassetti de hoofdkapel van de kerk van Santa Maria Novella, waarvan hij het patronaat had overgenomen van de familie Ricci, uitgekozen voor zijn project, maar het afbeelden van episoden uit het Leven van St. Franciscus in een dominicaner kerk bleek een onoverbrugbaar probleem te zijn, zodat hij moest uitwijken naar de kerk van Santa Trinità.  
In 1485 later werd het beheer van de hoofdkapel van de Santa Maria Novella doorgegeven aan Giovanni Tornabuoni, de oom van Lorenzo il Magnifico, die aan het hoofd stond van de Medici-bank in Rome en die er door dezelfde Ghirlandaio een fresco-cyclus met het Leven van Maria en Johannes liet schilderen, die wel in de smaak van de dominicanen was gevallen.

Fig. 1 Nera Corsi (D. Ghirlandaio, Cappella Sassetti

In de beroemde Sassetti-kapel hebben Francesco en zijn echtgenote Nera di Piero Corsi ook hun laatste rustplaats gekregen, respectievelijk in 1490 en 1507. De sarcofagen op vloerhoogte bevinden zich naast de fresco’s van de geknielde schenkers (zie fig.1).
De reliëfs (met mythologische figuren) werden gemaakt door Giuliano da Sangallo en de Romeins aandoende grisailles zijn van de hand van Ghirlandaio zelf. De sarcofaag van Nera is het enige voorbeeld van een aparte tombe voor een getrouwde  vrouw in Firenze.

De fresco’s op de wanden van de kapel illustreren het Leven van Sint-Franciscus. Samen met zijn broers Davide en Benedetto, zijn schoonbroer Bastiano Mainardi uit San Gimignano, Bartolomeo di Giovanni, Biagio d’Antonio di Firenze en Francesco Granacci kon Domenico Ghirlandaio het werk voltooien in 1485.

Boven in de gewelven van de kapel worden de sybillen afgebeeld. Op de wanden penseelde Ghirlandaio in 6 scènes een aantal belangrijke gebeurtenissen uit het leven van St. Franciscus, die hij dan in een eigentijds kader en in aanwezigheid van een aantal van zijn eigen tijdgenoten neergezet heeft.
Onderaan links is de Heilige afgebeeld wanneer hij de Stigmata krijgt (1224) op de berg Verna. Op de achtergrond verschijnt de (kaarsrechte) toren van de stad Pisa. Erboven is het tafereel waarbij Franciscus afstand doet van zijn aardse goederen (1205) waarschijnlijk gesitueerd vóór de stadsmuren van Firenze.

Op de achterwand wordt bovenaan de Goedkeuring van de regel van de franciscaner orde door paus Honorius III in 1223 afgebeeld (zie fig.2).
Het gebeuren situeert zich echter op de Piazza della Signoria in Firenze, waarbij de Loggia dei Lanzi en het Palazzo Vecchio duidelijk zichtbaar zijn. Uiterst rechts vertoeft Francesco Sassetti (met de rode mantel) in het gezelschap van Lorenzo il Magnifico (met het zwarte haar). Ook Sassetti’s jongste zoontje Teodoro en diens tutor Antonio Pucci staan aan zijn zijde (zie art. Hoe zag Lorenzo de’ Medici er werkelijk uit). Aan de linkerzijde staan de 3 oudere zonen van Sassetti toe te kijken.
Onderaan in het tafereel komen Agnolo Poliziano in gezelschap van Giuliano, Piero en Giovanni de’ Medici (de zonen van il Magnifico) de trap op. Zij worden gevolgd door hun tutoren Luigi Pulci en Matteo Franco.

Fig. 2 De goedkeuring van de orderegel door Honorius III.

In het onderliggende fresco wordt de Opwekking van een kind door St. Franciscus gesitueerd op de Piazza Santa Trinità. Op de achtergrond rechts vormt de Santa Trinità (met de oorspronkelijke romaanse gevel) het decor. Links doet het Palazzo Spini dienst als de plaats van het onheil: een kind valt uit één van de ramen. Op de voorgrond wordt datzelfde kind door St.Franciscus (vanuit de hemel) weer tot leven gewekt (zie fig.3).

Nadat het echtpaar Sassetti enkele tijd daarvoor een kind (genaamd Teodoro) had verloren was er nog een nakomertje geboren in hun gezin. Dat zoontje, Teodoro II, wordt hier afgebeeld op het ligbed. Tussen de omstaanders staan de dochters van Nera Corsi en een aantal belangrijke Florentijnen (met o.a. Filippo Strozzi il Vecchio, de man die het gelijknamige palazzo heeft laten bouwen). Giorgio Vasari vermeldt ook nog Maso degli Albizzi, Agnolo Acciaiuoli en Palla Strozzi, maar die waren reeds lang overleden en bovendien hevige vijanden van de Medici geweest; hun aanwezigheid is hier dus zeer onwaarschijnlijk.

Fig. 3 De opwekking van een kind

Van Sassetti en zijn jongste zoontje Teodoro is ook een mooi portret (tempera op hout) bewaard in het Metropolitan Museum van New-York dat eveneens van de hand is van Ghirlandaio en dateert van ca. 1488 (zie fig.4). Op de achtergrond is het meer van Genève zichtbaar waar Francesco een tijdlang filiaalhouder was.

Op de rechter muur van de Sassetti-kapel wordt bovenaan de Vuurproef vóór de Sultan geëvoceerd en daaronder de Dood van St.Franciscus (in 1226). Deze laatste scène doet zeer sterk denken aan het fresco uit de dom van San Gimignano dat de Dood van Santa Fina voorstelt en dat Ghirlandaio reeds in 1475 gemaakt had. Sint-Franciscus wordt omgeven door een schare van geestelijken, met links een bisschop en rechts zijn medebroeders. Een jonge man die twijfelt aan de stigmata (verwijzend naar de ongelovige Thomas?)  is op zoek naar de wonden van de overledene (zie fig.5).         

Fig. 5 De dood van Sint-Franciscus

 De opmerkzame toeschouwer zal vaststellen dat de hoger geplaatste scènes niet altijd van dezelfde kwaliteit zijn als de scènes op ooghoogte; zij zijn dan ook veel meer het werk van Ghirlandaio’s  assistenten. Het ontvangen van de stigmata en De Vuurproef zijn meer dan waarschijnlijk geschilderd door Bastiano Mainardi en Davide Ghirlandaio. Beide mannen zijn uiterst links en uiterst rechts op het laatst geciteerde fresco te herkennen (zie fig.6). In 1219 had een kleine delegatie van franciscanen tijdens de 5de Kruistocht een ontmoeting met de Egyptische sultan Malik-al-Kamil in Damietta. Sint-Franciscus wilde hem bekeren en was daarvoor bereid om samen met de moslim-priesters door het vuur te lopen (God ging dan beslissen wie ongedeerd zou blijven), maar de sultan weigerde.    

Naast de fresco’s is het natuurlijk het altaarstuk van de kapel (tempera op hout) met de Aanbidding door de Herders dat het meest in het oog springt. Ghirlandaio heeft zich bij het maken van dit werk in 1485 (het jaartal staat op één van de zuilen) sterk laten beïnvloeden door de Vlaamse schilderkunst (zie fig.7).
De Portinari-triptiek van Hugo Van der Goes (nu in de Uffizi) heeft voor vele Florentijnse kunstenaars model gestaan voor hun versie van de Aanbidding en het Sassetti-altaarstuk van Domenico is daar misschien het beste voorbeeld van (zie art. Het Portinari-altaar).

Fig. 7 De Aanbidding door de herders

De opstelling van de scène (met op de achtergrond een noordelijk uitziende stad), de aanwezigheid van de os en de ezel en het Jezuskind dat op de grond ligt, getuigen van de Vlaamse invloed.  Italiaans is dan weer het renaissancistisch kader (de triomfbogen, de zuilen) en de lange stoet die zich slingert door het landschap: hierbij kan verwezen worden naar het werk van Gentile da Fabriano (nu Uffizi, vroeger ook Santa Trinità) en de fresco’s van Benozzo Gozzoli in de Cappella dei Magi van het Palazzo Medici.

Ook de sterk realistische uitbeelding van de herders (diegene die wijst naar het kind is Domenico zelf) en het oog voor details bevestigen die Vlaamse invloed. Net zals bij de decoratie van de sarcofagen combineert Ghirlandaio in zijn schilderij de gotisch-christelijke traditie met elementen uit de klassieke oudheid. De tekst op de sarcofaag op de voorgrond verwijst naar de voorspelling van de augur Fulvius (die in Jeruzalem gedood werd door Pompeius)  dat in zijn “urne” (m.a.w. de kribbe van Jezus) een God zou geboren worden en symboliseert de overwinning van het christendom op het heidendom. De 3 stenen (sassi) op de voorgrond illustreren de naam van de opdrachtgever.       

Samen met de fresco’s behoort de Aanbidding door de Herders uit de Sassetti-kapel tot de topwerken van Ghirlandaio, die hoofdzakelijk in Firenze te bewonderen zijn en die stuk voor stuk als schitterende voorbeelden van de renaissance schilderkunst van het late Quattrocentro kunnen beschouwd worden.

JVL 

Domenico Ghirlandaio and the Sassetti Chapel

In 1479, Francesco Sassetti, the general director of the Medici bank, had signed a contract with the Florentine artist Domenico Bigordi del Ghirlandaio to have his family chapel decorated in the church of Santa Trinità.  Initially, Sassetti had chosen for his project the main chapel of the church of Santa Maria Novella, of which he had taken over the patronage from the Ricci family, but depicting episodes from  the Life of St. Francis in a Dominican church proved to be an irreconcilable problem and so he had to settle for a side chapel in the church of Santa Trinità.
In 1485 the patronage of the main chapel of the Santa Maria Novella was passed on to Giovanni Tornabuoni, the uncle of Lorenzo il Magnifico and the director of the Medici bank in Rome. His commission for a fresco cycle, painted by the same Ghirlandaio with the Life of Mary and John, was then well received by the Dominicans.     

In the famous Sassetti Chapel, Francesco and his wife Nera di Piero Corsi got their final resting place, respectively in 1490 and 1507. The sarcophagi at ground level are located next to the frescoes of the kneeling donors (see fig.1). The reliefs (with mythological figures) were made by Giuliano da Sangallo and the Roman-looking grisailles were made by Ghirlandaio himself. Nera's sarcophagus is the only example of  a separate tomb for a married woman in Florence.

The frescoes on the walls of the chapel illustrate the Life of Saint Francis. Together with his brothers Davide and Benedetto, his brother-in-law Bastiano Mainardi from San Gimignano, Bartolomeo di Giovanni, Biagio d'Antonio di Firenze and Francesco Granacci, Domenico Ghirlandaio was able to complete the work in 1485.
On the chapel vaults are depicted sybils. On the walls, Ghirlandaio brushed in 6 scenes a number of important events from the Life of St. Francis, which he then portrayed in a contemporary setting and in the presence of some of his own contemporaries.
In the fresco at the bottom left, the Saint is depicted when he gets the Stigmata on Mount Verna (1224). In the background appears the (straight) tower of the city of Pisa. The parent scene of Francis renouncing his earthly goods (1205) is probably situated in front of the city walls of Florence.

On the back wall at the top is depicted the Approval of the Rule of the Franciscan Order by Pope Honorius III in 1223 (see fig.2).

However, the event is situated in the Piazza della Signoria in Florence, with the Loggia dei Lanzi and the Palazzo Vecchio clearly visible. On the far right Francesco Sassetti (with the red cloak) stands next to Lorenzo il Magnifico (with the black hair). Sassetti's youngest son Teodoro and his tutor Antonio Pucci are also at his side (see art. What did Lorenzo de' Medici really look like). On the left side of the scene Sassetti's 3 older sons are watching the event.
At the bottom of the scene, Agnolo Poliziano is coming up the stairs in the company of Giuliano, Piero and Giovanni de' Medici (the sons of il Magnifico). They are followed by their tutors Luigi Pulci and Matteo Franco.

Fig. 4 Francesco Sassetti & Teodoro (MET )

In the fresco below,  the Revival of a Child by St. Francis is  situated in Piazza Santa Trinità. In the background on the right, the church of Santa Trinità (with the original Romanesque façade) forms the backdrop. On the left, the Palazzo Spini serves as the scene of doom: a child falls from one of the windows. In the foreground, that same child is brought back to life by St. Francis (see fig.3).
The Sassetti couple had lost a child (named Teodoro) a shirt time earlier, but in 1479 an afterthought was born in their family. That son, Teodoro II, is depicted here on the lounger. Among the bystanders are the daughters of Nera Corsi and a number of important Florentines (including Filippo Strozzi il Vecchio, the man who had built the palazzo of the same name). Giorgio Vasari also mentions Maso degli Albizzi, Agnolo Acciaiuoli and Palla Strozzi, but they had long since died and were also fierce enemies of the Medici; their presence here is therefore very unlikely.

A beautiful portrait (tempera on wood)  of Sassetti and his youngest son Teodoro (also by Domenico Ghirlandaio) is the property of the Metropolitan Museum of New York and dates from ca. 1488 (see fig.4).  In the background is the city of Geneva visible where Francesco was  branch manager for a while.

On the right wall of the Sassetti Chapel, one can see Sultan's Trial of Fire at the top and the Death of St. Francis (in 1226) below.  This last scene is very reminiscent of the fresco from the Cathedral of San Gimignano that depicts the Death of Santa Fina and that Ghirlandaio had already painted in 1475.
Saint Francis is surrounded by a bevy of clergy, with a bishop on the left and his fellow brothers on the right. A young man who doubts the stigmata (referring to the apostle Thomas?) is looking for the wounds of the deceased (see fig.5).

The perceptive observer will notice that sometimes the higher-ranked scenes are not always of the same quality as the scenes at eye level; they are therefore much more the work of Ghirlandaio's assistants. Receiving the Stigmata and the Trial of Fire were very likely painted by Bastiano Mainardi and Davide Ghirlandaio. Both men can be recognized on the far left and far right on the last quoted fresco (see fig.6). In 1219, a small delegation of Franciscans had a meeting with the Egyptian sultan Malik-al-Kamil during the 5th Crusade in Damietta. St. Francis wanted to convert him and was therefore willing to walk through the fire with the Muslim priests (God would then decide who came out of it unharmed) but the sultan refused.

Fig. 6 St.Francis & the Sultan

Apart from the frescoes, it is of course the altarpiece of the chapel (tempera on wood) with the Adoration of the Shepherds that is most striking. Ghirlandaio was strongly influenced by Flemish painting when making this work in 1485 (the year is carved in one of the columns) (see fig.7).
The Portinari triptych by Hugo Van der Goes  (now in the Uffizi) has been a model for many Florentine artists for their version of the Adoration and Domenico's Sassetti altarpiece is perhaps the best example of this (see art. The Portinari Altar).
The composition of the scene (with a northern-looking city in the background), the presence of the ox and the donkey and the Jesus child lying on the ground, testify to the Flemish influence.  Italian is the Renaissance framework (the triumphal arches, the columns) and the long procession that winds through the landscape: reference can be made to the work of Gentile da Fabriano (now Uffizi, formerly also in Santa Trinità) and the frescoes by Benozzo Gozzoli in the Cappella dei Magi of the Palazzo Medici.
The highly realistic portrayal of the shepherds (the one who points to the child is Domenico himself) and the eye for details also confirm this Flemish influence. As with the decoration of the sarcophagi, Ghirlandaio combines the Gothic Christian tradition with elements of classical antiquity in his painting. The text on the sarcophagus in the foreground refers to the prediction of the augur Fulvius (killed in Jerusalem by Pompeius) that in his "urn" (i.e. the manger of Jesus) a God would be born and symbolizes the victory of Christianity over paganism. The 3 stones (sassi) in the foreground illustrate the name of the client.
Together with the frescoes, the Adoration of the Shepherds in the Sassetti Chapel is one of Ghirlandaio's Florentine masterpieces which can be considered as magnificent examples of Renaissance painting of the late Quatrocentro.

Literatuur:

Davies, G.S.                Ghirlandaio.  Londen, 1908.    
Micheletti, E.               Domenico Ghirlandaio. Firenze,1990.
Van Laerhoven, J.        Florentijnse wandelingen dl.II,VIII, XI (2021², 2016, 2017).
zie art. Francesco Sassetti en de ondergang van de Medici-bank.
zie art. Het Portinari-altaar
zie art. Hoe zag Lorenzo de’ Medici er werkelijk uit?
Vasari, G.                    The Lives of the Artists. Aylesbury, 1991.