Giorgio Vasari’s Battaglia di San Vincenzo in het Palazzo Vecchio van Firenze.

Giorgio Vasari’s Battaglia di San Vincenzo in het Palazzo Vecchio van Firenze.

In het Salone dei Cinquecento (de Zaal van de 500) van het Palazzo Vecchio heeft Giorgio Vasari samen met zijn atelier tussen 1567 en 1571 de indrukwekkende muurfresco’s geschilderd  die de historische overwinningen van de Florentijnen op de Pisanen en de Sienezen voorstellen.

Al van in de 13de eeuw leefden Pisa en Firenze constant op voet van oorlog. In de 14de eeuw werden de Florentijnen en hun bondgenoten nog verslagen door een Pisaans-Lucchese coalitie in de Slag bij Montecatini (1315), maar in Cascina (1364) konden de Florentijnen weerwraak nemen met een klinkende zege (zie art. Michelangelo en de Slag bij Cascina).
In 1399 kwam Pisa onder het bewind van de Visconti-heersers uit Milaan en in 1405 besloot Gherardo Leonardo d’Appiano, de heer van Pisa, de stad (voor 250.000 f.) te verkopen aan hertog Gian Galeazzo. De Pisanen kwamen in opstand, maar kregen in 1406 af te rekenen met de Florentijnse heerschappij die duurde tot op het einde van de eeuw. Toen Piero de’ Medici in november 1494, samen met zijn broers, verjaagd werd uit zijn vaderstad maakten de Pisanen van de gelegenheid gebruik om, met de steun van koning Karel VIII van Frankrijk, het Florentijnse juk af te werpen. Dat leidde tot een oorlog die in 1509 eindigde met de definitieve inlijving van Pisa door Firenze.

Fig.1 La Battaglia di San Vincenzo (Palazzo Vecchio, Sala dei 500)   

Het fresco van Vasari met de Slag bij de Toren van San Vincenzo bevindt zich op de westelijke wand van de Zaal der 500 waar belangrijke Florentijnse zegepralen uit de conflicten met Pisa vereeuwigd werden. Aan de andere kant van de zaal hebben Vasari en zijn medewerkers (Giovanni Stradano en Gianbattista Naldini) heroïsche momenten uit de strijd met Siena gepenseeld.
De Florentijnse overwinning op 17 augustus 1505 in de buurt San Vincenzo (gelegen aan de kust in de huidige provincie Livorno) was één van de  beslissende fases in de oorlog met Pisa (zie fig.1)

Toen Bartolommeo d’Alviano, de roemruchte condottiere uit Perugia, vanuit Piombino met in hoofdzaak Siënese troepen op weg was naar Pisa om de stad tegen een Florentijnse belegering te verdedigen, werd hij in San Vincenzo aangevallen door de Florentijnen onder leiding van Ercole Bentivoglio, de uit Bologna afkomstige condottiere die in het naburige Campiglia Marittima (een strategisch gelegen voorpost van Firenze) gelegerd was. D’Alviano was daar blijkbaar niet van op de hoogte en de verrassing was compleet. Beide aanvoerders konden beroep doen op een gelijkwaardige troepensterkte van ca. 1.000 eenheden (200 ruiters en 800 infanteristen), maar Bentivoglio had ook nog enkele lichte kanonnen (falconetti) ter beschikking en die zouden uiteindelijk de afloop van de veldslag bepalen.

Fig.2 Marcantonio Colonna en Bartolommeo d’Alviano ?

Nadat de Florentijnen zijn infanterie hadden doen wijken, liet d’Alviano zijn ruiterij, die onder aanvoering stond van Chiappino Vitelli en al voorop gereden was, terugkeren uit Bibbona. Daarop kwam het tot een hevige confrontatie met de ruiters van Jacopo Savelli (1).
Toen de balans stilaan in het voordeel van d’Alviano aan het doorslaan was, zaaiden de 6 falconetti van de Florentijnen echter dood en vernieling in de vijandelijke gelederen en na een 2 uur durend gevecht moest d’Alviano, die zelf ook ernstig gewond was, de strijd opgeven. Waarschijnlijk was het Marcantonio I Colonna, Bentivoglio’s wapenbroeder, die Bartolommeo met een zwaardslag een kwetsuur had toegebracht zoals te zien is op het fresco (zie fig.2). Samen met zijn medestrijders Giovan Corrado Orsini en Chiappino Vitelli kon d’Alviano zich ter nauwer nood in veiligheid brengen in het door Siena gecontroleerde Monterotondo Marittimo.

Fig. 3 De falconetti van de Florentijnen

Vasari en Naldini hebben de verschillende fases van het gevecht met de wijkende infanteristen, de aanstormende ruiterij, de  salvo’s afvurende falconetti (zie fig.3) in één tafereel samengebracht met op de achtergrond de toren van San Vincenzo, die daar nu nog altijd staat (zie fig.1).

Omdat Vasari Leonardo’s fresco (of de aanzet ervan) met de Slag van Anghiari (juni 1440) waarvoor hij  opdracht gekregen had in 1503 (zie art. Machiavelli en de Krijgskunst), heeft moeten overschilderen, denkt men dat de centrale gevechtsscène met opzet een imitatie is van de stijl van da Vinci (met de vechtenden face to face). 
Het bewuste fresco van Leonardo zou zich, volgens sommige kunstkenners, dan ook onder deze scène bevinden, maar toen men al in 1977 een deel van de muurschildering gestript had, bleek dat niet het geval te zijn. In 2012 is men dan aan de Siënese kant van de zaal, in het fresco met de Slag bij Marciano (1554) boringen gaan doen, maar ook daar werd niets gevonden (zie art De verovering van Siena) en voorlopig is men niet van plan om nog verder op zoek te gaan.
De militairen op het tafereel met de Slag bij San Vincenzo zijn afgebeeld in antieke wapenrustingen, zoals dat in die tijd de gewoonte was (ook hertog Alessandro en Cosimo I de’ Medici lieten zich zo portretteren). Op de fresco’s die de Siënese oorlog illustreren zijn, behalve enkele uitzonderingen, de protagonisten en hun soldaten in een eigentijds 16de-eeuws plunje gestoken (zie art. over Chiappino Vitelli).

Door de overwinning in San Vincenzo kon Ercole Bentivoglio samen met Antonio Giacomini, de Florentijnse legercommissaris die de falconetti had laten in stelling brengen, gonfaloniere Piero Soderini ervan overtuigen om Pisa met een grote troepenmacht te gaan belegeren en meteen de genadeslag toe te brengen. Na een mislukte poging werd Bentivoglio echter al in 1506 ontslagen en het zou nog 3 jaar duren vooraleer de pas door Machiavelli opgerichte Florentijnse militie, na een uitputtingsoorlog, Pisa definitief op de knieën kon krijgen. Op 8 juni 1509 werd er een einde gesteld aan de 2de Pisaanse republiek toen Florentijnse troepen onder leiding van Antonio da Filicaja, Averardo Salviati en Niccolò Capponi de stad binnen marcheerden.

(1) De man die de ruiterij van d’Alviano aanvoerde was Giovanni Luigi Vitelli (+1511), bijgenaamd Chiappino. Hij was de zoon van Giovanni Vitelli uit de tak van Amatrice en mag niet verward worden met zijn naamgenoot Chiappino di Niccolò die actief was bij de inname van Siena en die op Vasari’s fresco’s aan de andere muur van de Sala dei 500 verschijnt.
Dat Piero de’ Medici in 1505 in het gezelschap  van d’Alviano zou geweest zijn*, is een vergissing want de zoon van il Magnifico was al op 29 december 1503 gesneuveld aan de Garigliano. Zijn poging om in Firenze binnen te geraken met de hulp van d’Alviano dateerde van april 1497.

JVL

Giorgio Vasari's Battle of San Vincenzo at Palazzo Vecchio in Florence

In  the Salone dei Cinquecento (the Hall of the 500) of the Palazzo Vecchio Giorgio Vasari and his studio painted between 1567 and 1571 the impressive wall frescoes depicting the historic victories of the Florentines over the Pisans and the Sienese.

As early as the 13th century, Pisa and Florence were constantly at war. In the 14th century, the Florentines and their allies were defeated by a Pisan-Lucchese coalition at the Battle of Montecatini (1315), but in Cascina (1364) the Florentines were able to retaliate with a glorious victory (see art. Michelangelo and the Battle of Cascina).
In 1399 Pisa came under the control of the Visconti from Milan and in 1405 Gherardo Leonardo d'Appiano, the lord of Pisa, decided to sell the city (for 250,000 f.) to Duke Gian Galeazzo. The Pisans revolted, but in 1406 they had to deal with the Florentine rule that lasted until the end of the century. When Piero de' Medici was expelled from his hometown in November 1494, together with his brothers, the Pisans took the opportunity, with the support of King Charles VIII of France, to throw off the Florentine yoke. This led to a war that ended in 1509 with the final annexation of Pisa by Florence.

Vasari's fresco depicting  the Battle at the tower of San Vincenzo is located on the west wall of the Hall of 500, where important Florentine victories of the wars with Pisa were immortalized. On the other side of the hall, Vasari and his collaborators (Giovanni Stradano and Gianbattista Naldini) painted  heroic moments from the battles with Siena.
The Florentine triumph on August 17, 1505 near San Vincenzo (located on the coast in the present-day province of Livorno) was one of the decisive phases in the war with Pisa (see fig.1)
When Bartolommeo d'Alviano, the famous Perugian condottiere, was on his way from Piombino to Pisa with mainly Sienese troops to defend the city against a Florentine siege, he was attacked in San Vincenzo by the Florentines led by Ercole Bentivoglio, the condottiere from Bologna who had  troops stationed in neighbouring Campiglia Marittima (a strategically located outpost of Florence). Apparently d’Alviano was unaware of this and completely taken by surprise. Both commanders could call on an equivalent strength of about 1,000 men (200 cavalry and 800 infantry), but Bentivoglio also had some light guns (falconetti) at his disposal and these would ultimately determine the outcome of the battle.

When the Florentines had dispersed his infantry, d'Alviano recalled his cavalry, commanded by Chiappino Vitelli and already on its way to Bibbona. This led to a fierce confrontation with the horsemen of Jacopo Savelli (1).
As the balance was gradually  tipping in d'Alliano's favour, the 6 falconetti of the Florentines sowed death and destruction in the enemy ranks and after a 2-hour battle, d'Alviano, who was seriously wounded, had to give up the fight. It was probably Marcantonio I Colonna, comrade in arms of Bentivoglio, who had injured Bartolommeo with a sword blow as can be seen on the fresco (see fig.2). Together with his companions Giovan Corrado Orsini and Chiappino Vitelli, d'Alviano barely managed to get to safety in Siena-controlled Monterotondo Marittimo.

Vasari and Naldini have brought together the different phases of the battle with the retreating infantry, the onrushing cavalry, the firing falconetti (see fig.3) in one scene with in the background the tower of San Vincenzo, still standing there today (see fig.1).

Because Vasari had to overpaint Leonardo's fresco (or the beginnings of it) of the Battle of Anghiari (June 1440), for which he had been commissioned in 1503 (see art. Machiavelli and the Art of Warfare), the central battle scene is thought to be a deliberate imitation of da Vinci's style (with the protagonists fighting face to face). 
According to some art experts, Leonardo's fresco is located underneath this scene, but when part of the mural was stripped in 1977, this turned out not to be the case. In 2012 another team started drilling on the Sienese side of the room, in the fresco depicting the Battle of Marciano (1554), but nothing was found there either (see art. The Conquest of Siena).  For the time being no further investigations are foreseen.

The military men in the scene with  the Battle of San Vincenzo are depicted in antique armour, as was the custom at the time (Duke Alessandro and Cosimo I de' Medici were also portrayed in this way). In the frescoes illustrating the Sienese war, most of the protagonists and their soldiers are dressed in a contemporary 16th-century outfit (see art. about Chiappino Vitelli).
Because of the victory in San Vincenzo, Ercole Bentivoglio and Antonio Giacomini, the Florentine army commissioner who was responsible for bringing the falconetti into the fight, were able to convince gonfaloniere Piero Soderini to besiege Pisa with a large army force to deliver the enemy the final blow. However, after an unsuccessful attempt, Bentivoglio was dismissed in 1506 and it would take another 3 years before the Florentine militia, newly founded by Machiavelli, could finally bring Pisa to its knees after a war of attrition. On June 8, 1509, the 2nd  Pisan Republic was brought to an end when Florentine troops led by Antonio da Filicaja, Averardo Salviati and Niccolò Capponi marched into the city. 

(1) The man who commanded d'Alviano's cavalry was Giovanni Luigi Vitelli (+1511), nicknamed Chiappino. He was the son of Giovanni Vitelli from the branch of Amatrice and should not be confused with his namesake Chiappino di Niccolò who was active in the capture of Siena and who appears in Vasari's frescoes on the other wall of the Sala dei 500 .
That Piero de' Medici would have been in the company of d'Alviano in 1505 * is a mistake because il Magnifico's son had already been killed on December 29, 1503 at the Garigliano. His attempt to enter Florence with the help of d'Alviano dated from April 1497.

 

Literatuur:

Damiani, R.                 Bartolommeo d’Alviano (Condottieri di Ventura) *
                                   BARTOLOMEO D'ALVIANO/BARTOLOMEO LIVIANO (condottieridiventura.it)
Idem                            Giovan Luigi Vitelli (Condottieri di Ventura)
Idem                            Ercole Bentivoglio (Condottieri diVentura)
Ircani Menechini, P.     Pietro Perugino e i giorni dell’Assunzione del 1505.
In: La SS.Annunziata (storia, ricordi, archivi, aug.2021).
Muccini, U.                 Palazzo Vecchio.   Firenze, 1989.
Van Laerhoven, J.        Piero de’ Medici “de onfortuinlijke” (1472-1503).  Kermt, 2019.
                                    Florentijnse wandelingen, dl.II (G.Vasari).  Kermt, 2021².
                                    zie art. Chiappino Vitelli en de citadel van Antwerpen.
                                    zie art. De verovering van Siena: Piero Strozzi versus Gian Giacomo de’ Medici
zie art. Machiavelli en de Krijgskunst.
            zie art. Michelangelo en de Slag bij Cascina.