Giovanni Boccaccio en de neus en de baard van Dante

Giovanni Boccaccio en de neus en de baard van Dante 

 

Fig. 1 Dante (S. Botticelli, 1495, Privé-collectie Cologny Zwitserland)

Van de vele afbeeldingen die er in de loop der tijden gemaakt zijn van Dante Alighieri (1265-1321) heeft men vooral het idee overgehouden dat Firenze’s grootste dichter een man was met een scherpe kin en een enorme haviksneus (zie fig.1). De meeste van die portretten waren gebaseerd op de beschrijving van zijn Florentijnse stadsgenoot Giovanni Boccaccio (1313-75) die rond 1360 een biografie geschreven heeft over de man die hij zozeer bewonderde. Boccaccio was zelf ook een gerenommeerd dichter (hij is de auteur van de Decamerone), maar hij heeft zijn grote voorbeeld nooit ontmoet want hij was amper 8 jaar oud toen Dante overleed in Ravenna. Via een andere grote poëet Francesco Petrarca (1304-74) was hij in contact gekomen met het werk van Dante en het is Boccaccio die de Comedia van Dante de eretitel Divina gegeven heeft. In zijn Trattatello in laude di Dante die hij in de 1ste versie Vita di Dante noemde, geeft Boccaccio de volgende beschrijving

Fu il nostro poeta di mediocre statura, ed ebbe il volto lungo, e il naso aquilino, le mascelle grandi, e il labro di sotto proteso tanto, che alquanto quel di sopra avanzava; nelle spalle alquanto curvo, e gli occhi anzi grossi che piccoli, e il color bruno, e i capelli e la barba spessi, crespi e neri, e sempre malinconico e pensoso....

Onze dichter was een man van middelmatig postuur, hij had een lang gezicht en de neus van een adelaar, grote kaken en een onderlip die groter was dan de bovenlip; ietwat gebogen schouders, ogen eerder groter dan klein, en een bruine kleur, en de haren en de baard dik, gekruld en zwart, en altijd neerslachtig en in gedachten verzonken…

Fig. 2 Dante (Giotto, Museo del Bargello)

Op basis van die beschrijving is Dante’s gekromde (haviks)neus beroemd geworden. Ondanks het feit dat Leonardo Bruni, humanist en Florentijns kanselier, in zijn Le Vite di Dante e Petrarca (1436/37) de beschrijving door Boccaccio reeds als fantasierijk bestempeld had, is ze steeds de belangrijkste bron gebleven voor menig kunstenaar, zoals Signorelli, Rafael en Botticelli (zie fig.1).

Het zou natuurlijk interessant zijn om er een afbeelding van Dante door een tijdgenoot te kunnen bijhalen. Algemeen wordt aangenomen dat in de Magdalenakapel van het Palazzo del Bargello (het vroegere Palazzo del Podestà) Giotto di Bondone (en zijn atelier) op het fresco met het Laatste Oordeel (dat geschilderd werd tussen 1330 en 1337) Dante te midden van de gelukzaligen geplaatst heeft (zie fig.2).
Filippo Villani in 1405 en Giorgio Vasari in 1555 hebben in hun geschriften immers vermeld dat Giotto in voornoemde kapel een portret van Dante geschilderd had en hoogst waarschijnlijk is dat de afbeelding op het bedoelde fresco.
Indien de man met de rode mantel en capuchon inderdaad te vereenzelvigen is met Dante kan men vaststellen dat hij behalve een geprononceerde kin een lange, heel lichtjes gekromde neus had (die echter geenszins te vergelijken is met het exemplaar van sommige latere afbeeldingen). Hij is de enige figuur die een boek in zijn handen houdt en dat zou dan wellicht de Divina Commedia kunnen zijn, die hij tussen 1304 en 1321 geschreven heeft en waarvan Giotto notie had.

 Giotto en Dante waren tijd- en stadsgenoten en hebben mekaar in Firenze en ook in Padua ontmoet . Dante vernoemt Giotto in zijn Commedia als hij het heeft over Cimabue, Giotto’s voorganger in de schilderkunst. De afbeelding in het Bargello is daarmee (voorlopig) het oudst bekende portret van Dante.

Fig. 3 Dante (Nardo di Cione, Cappella Strozzi, Santa Maria Novella)

Nardo di Cione, de broer van Andrea Orcagna, heeft tussen 1354 en 1357 fresco’s geschilderd op de wanden van de Cappella Strozzi di Mantova in de kerk van Santa Maria Novella. Op de altaarwand met het Laatste Oordeel heeft hij Dante (volledig in het wit en met gevouwen handen ten hemel kijkend) aan de kant van de gelukzaligen gezet (zie fig.3).

Dante heeft een flinke haviksneus gekregen, maar waar die visie dan op gebaseerd is blijft een mysterie. Nardo heeft de man nooit gekend en de kans dat hij Boccaccio’s beschrijving gelezen heeft is chronologisch gezien vrijwel uitgesloten. Misschien heeft hij het fresco van Giotto in de Magdalenakapel gezien en er zijn eigen versie van gemaakt. Het is natuurlijk ook mogelijk dat Nardo Dante’s fysieke beschrijving gekregen heeft van iemand die de dichter wel ooit gezien of gekend had, maar die een beetje aan het overdrijven was…

Fig. 4 Dante (Jacopo di Cione, Palazzo dell’ Arte dei Giudici e Notai)

Van Jacopo di Cione, Nardo’s jongere broer, zijn in het vroegere Palazzo dell’Arte dei Giudici e Notai (het gildehuis van de rechters en de notarissen) dat gelegen is op de hoek van de Via del Proconsolo met de Via Pandolfini (nr. 16r) in 2005 door kunsthistorica Maria Monica Donato fresco’s gevonden met afbeeldingen van Dante, Boccaccio, Petrarca en Strada.
Professor Donato vermoedde dat het hier o.a. ging over een afbeelding van Dante, maar haar twijfels waren gebaseerd op het ontbreken van de fameuze haviksneus.Haar opzoekingen in het archief hebben echter aangetoond dat het wel degelijk portretten waren van de genoemde dichters en dat de schilderingen moeten gemaakt zijn rond 1375, kort na de dood van Boccaccio en Petrarca.Op het fresco met de 4 dichters is op het fragment met het profiel van Dante te zien dat hij een getaande huid had, een geprononceerde kin met een lichte stoppelbaard maar een lange rechte neus (zie fig.4).
Jacopo heeft zich dus blijkbaar niet gebaseerd op het fresco van zijn broer, maar misschien zijn eigen interpretatie gegeven van het voorbeeld van Giotto en Dante met een rechte neus afgebeeld ?

Om daaruit nu te gaan besluiten dat men het dus al eeuwen verkeerd voor had en dat Dante geen kromme maar een rechte neus had, is wellicht wat voorbarig want net zoals zijn broer had ook Jacopo di Cione Dante nooit ontmoet, terwijl Giotto dat wel gedaan had.

Fig. 5 Dante (A. del Castagno, Uffizi)

Wanneer Andrea del Castagno in 1450 in de cyclus van beroemde mannen en vrouwen een afbeelding van Dante schilderde in de Villa Carducci had hij waarschijnlijk Boccaccio’s beschrijving gelezen, maar toch heeft hij, afgaande op de gelijkenis, ook het (authentieke) voorbeeld van Giotto gevolgd uit de Magdalenakapel (zie fig.5)

Toen Boccaccio de (vrij gedetailleerde) fysieke beschrijving van zijn grote voorbeeld te boek gesteld heeft, moet hij toch ergens de nodige informatie gehad hebben. Van Petrarca, die hij voor het eerst ontmoet had in Firenze in 1350 kan hij geen informatie uit eerste hand gekregen hebben want Petrarca en Dante waren geen tijdgenoten en hebben zelfs nooit contact met elkaar gehad.

Wanneer Giovanni Boccaccio in 1350 in Ravenna gepasseerd is, toen hij alle plaatsen waar Dante tijdens zijn ballingschap geweest was ging bezoeken, heeft hij daar een gesprek gehad met Antonia Alighieri die er in het klooster van Santo Stefano degli Ulivi getreden was. Als zij hem een accurate fysieke beschrijving van haar vader gegeven heeft (maar dat kan men enkel veronderstellen) zal Boccaccio die wellicht in zijn eigen bewoordingen overgenomen hebben. Het is vrij onwaarschijnlijk dat zij hem zou verteld hebben dat haar vader met een verschrikkelijke “arendsneus” had rondgelopen.

Fig. 6 Boccaccio (J.di Cione, Palazzo dell’ Arte dei Giudici e Notai)

Uiteraard blijft ook de mogelijkheid bestaan dat Boccaccio zich simpelweg op één of andere (verloren gegane) afbeelding van Dante of op een onbetrouwbaar verhaaltje over diens neus gebaseerd heeft om zijn fantasievolle beschrijving te maken die dan achteraf blindelings door andere kunstenaars is overgenomen.

Bijzonder merkwaardig is het feit dat Giovanni Boccaccio zelf (zoals dat te zien is op sommige afbeeldingen, o.a. in het reeds geciteerde Palazzo dell’Arte dei Giudici e Notai) een grote kromme neus had, waarbij men zich dan de vraag kan stellen of hij dacht dat elke grote dichter zo’n neus moest hebben….(zie fig.6).

Fig..7 Doodsmasker Dante (Palazzo Vecchio)

 In het Palazzo Vecchio is het doodsmasker van Dante bewaard en dat zou uiteraard uitsluitsel kunnen brengen ware het niet dat het gipsen afgietsel pas gemaakt is in 1483 door Pietro en Lombardo Tullio aan de hand van een afbeelding die in Dante’s sarcofaag in Ravenna gevonden is (zie fig.7).De grote dichter is hier ook weer afgebeeld met zijn haviksneus, die hij aan Boccaccio te danken had.

Ondanks de ontdekking van de fresco’s in het Palazzo dell’Arte dei Giudici e Notai is er dus nog steeds geen eensgezindheid in verband met Dante’s neus (krom of recht ?). Wat zijn andere fysieke eigenschappen betreft (ogen, kaken, lippen, kin en stevige baardgroei) is er blijkbaar wel eensgezindheid in de verschillende afbeeldingen.

Fig. 8 Dante (Stadhuis Orvieto)

In 2021 werd in het stadhuis van Orvieto een onbekend portret van Dante gevonden met baard (zie fig.8). Boccacio heeft het in zijn beschrijving over capelli e la barba spessi, crespi e neri,  maar wat die “dikke” baard betrof is dat blijkbaar altijd geïnterpreteerd geworden als een stevige baardgroei. Het portret van Orvieto dat misschien het werk is van Federico Zuccari (de man die de fresco’s op de koepel van de dom van Firenze geschilderd heeft) en dateert uit ca. 1580 zou gebaseerd zijn op het schilderij van Cristofano di Papi del Altissimo uit de Uffizi. Op dat portret is echter geen baard te zien en het zou kunnen dat de baard van Orvieto er misschien achteraf is bijgeschilderd  want een man met een baard in de tijd van Dante was een revolutionair en dat paste niet in het plaatje. Over het uitzicht van zijn neus bestond er duidelijk geen twijfel.

Dit portret bewijst nog maar eens dat de tekst van Boccaccio letterlijk werd genomen en enorm veel impact gehad heeft op vele kunstenaars in de loop der tijden.

Misschien heeft Boccaccio in zijn beschrijving door de woorden naso aquilino te gebruiken bij sommige kunstenaars die Dante hebben willen portretteren, de nodige overdrijving uitgelokt en is, in afwachting van andere nog te ontdekken afbeeldingen, het serene portret door Giotto, (zie fig.2) die Dante zeker  gekend heeft, wellicht niet alleen het oudste maar ook nog het meest betrouwbare en mag men aannemen dat Dante dus enkel maar een “lichtjes gekromde neus” had.

JVL

Giovanni Boccaccio and Dante's nose and beard

 

If one looks at the many images that have been made of Dante Alighieri (1265-1321) in the past one gets the idea that Florence's greatest poet was a man with a sharp chin and a huge hawk's nose. (see fig.1). Most of these portraits were based on the description of his Florentine compatriot Giovanni Boccaccio (1313-75) who wrote a biography (around 1360) of the man he admired so much. Boccaccio himself was also a renowned poet (he is the author of the Decamerone), but he never met his great example because he was only 8 when Dante died in Ravenna. Through another great poet, Francesco Petrarca (1304-74), he had become familiar with the work of Dante and it was Boccaccio who gave Dante's  Comedia the honorary title Divina. In his  Trattatello in laude di Dante, which he called Vita di Dante in the 1st version, Boccaccio produces following description:

 Our poet was a man of mediocre stature, he had a long face and the nose of an eagle, large jaws and a lower lip that was larger than the upper lip; slightly curved shoulders, eyes rather greater than small, and a brown color, and the hair and the beard thick, curled and black, and always dejected  and lost in thought ...

Based on that description, Dante's curved hawk’s nose has become famous. Especially the  portrait  by Botticelli (1495)  is not very friendly for "il  sommo  poeta"  (see fig.1). Despite the fact that Leonardo Bruni, humanist and Florentine chancellor, had already set out Boccaccio's description as imaginative in his Le Vite di Dante e Petrarca  (1436/37) it remained the main source for many artists such as Signorelli, Rafael and Botticelli (see fig.1).

It would of course be interesting to be able to look at an image of Dante by a contemporary artist. It is generally believed that in the Magdalen Chapel of the Palazzo del Bargello (the former Palazzo del Podestà) Giotto di Bondone (and his studio) on the fresco with the Last Judgment  (painted  between 1330 and 1337) placed Dante in company of the blessed  (see fig.2).
Filippo Villani in 1405 and Giorgio Vasari in 1555 have mentioned in their writings that Giotto had painted a portrait of Dante in the aforementioned chapel and it is highly likely that this must be the image on the fresco.
If the man with the red cloak and hood can indeed be identified with Dante, one can observe that in addition  to a pronounced chin, he had a long, very slightly curved nose  (which, however, is in no way comparable to the one of  some  later images). He is the only figure holding a book and that could be the Divina Commedia,  which he wrote between 1304 and 1321  and was presumably known by Giotto.
Giotto and Dante were contemporaries and fellow citizens and they have met in Florence and also in Padua. Dante mentions Giotto in his Commedia when he talks about Cimabue, Giotto's predecessor in painting. The image in the Bargello is therefore (for the time being) the oldest known portrait of Dante.

Nardo di Cione, brother of Andrea Orcagna, painted frescoes on the walls of the Cappella Strozzi di Mantova in the church of Santa Maria Novella between 1354 and 1357. On the altar wall with the Last Judgment he gave Dante (dressed in white and with folded hands looking up to heaven) his usual place on the side of the blessed (see fig.3).
Why Nardo painted Dante with a hawk’s nose remains a mystery. He never knew the man and the chance that he read Boccaccio's description is chronologically impossible. He may have seen Giotto's fresco in the Magdalen Chapel and made his own version of it or maybe he got Dante's physical description from someone who had known or seen the poet and could not help exaggerating a bit...

In the former Palazzo dell'Arte dei Giudici e Notai (the guild house of the judges and notaries) which is located on the corner of Via del Proconsolo and Via Pandolfini (no. 16r), art historian Maria Monica Donato found frescoes by Jacopo di Cione (Nardo’s younger brother) in 2005 with images of Dante,  Boccaccio, Petrarch and Strada. Professor Donato presumed that it was an image of Dante, but her doubts were based on the lack of the famous hawk’s nose. However, a search in the archives has shown that it were indeed portraits of the 4 poets and that the paintings must have been made around 1375, shortly after Petarca’s and Boccaccio's death.  In the fresco with the 4 poets, the fragment with Dante's profile shows that he had a toned skin, a pronounced chin with a light stubble beard but a long straight  nose  (see fig.4).      
Jacopo apparently did not share his brother's vision about Dante’s looks, but perhaps he saw Giotto’s fresco and decided to portray the poet with a straight nose ?

To conclude from this that scholars had been wrong for centuries and that Dante did not have a curved but a straight nose, is perhaps a bit premature because just like his brother, Jacopo di Cione had never met Dante while Giotto had. When Andrea del Castagno painted an image of Dante in the Villa Carducci in 1450 in the “cycle of famous men and women”, he had probably read Boccaccio's description,  but still, judging from the similarity, he most likely followed also the (authentic) example of Giotto from the Magdalen Chapel (see fig.5).        

 As Boccaccio wrote the (fairly detailed) physical description of the great Dante, he must have had his sources. From Petrarca, whom he had first met in Florence in 1350, he could not have received any first-hand details, for Petrarca and Dante were not contemporaries and they never had met each other.
When Giovanni Boccaccio was in Ravenna in 1350, on his tour visiting all the places where Dante had been during his exile, he spoke with Antonia Alighieri who had entered the monastery of Santo Stefano degli Ulivi.  If she gave him an accurate physical description of her father (but that can only be assumed) Boccaccio may have transformed it in his own words. It is most unlikely that she would have told him that her father was gifted with a terrible eagle's nose.
There is of course always the possibility that Boccaccio made his famous description (followed blindly afterwards by so many artists) after seeing some (lost?) image of Dante or hearing some unreliable story about his nose.

Most particularly is the fact that Giovanni Boccaccio himself (as can be seen in some images, such as the one in the aforementioned Palazzo dell'Arte dei Giudici e Notai) had also a large curved nose. Perhaps he thought that such a nose was typical for all great poets... (see fig.6).

Conclusive in the matter could be Dante's death mask that has been preserved in the Palazzo Vecchio. But the plaster cast was only made in 1483 by Pietro and Lombardo Tullio after an image found in Dante's sarcophagus in Ravenna (see fig.7). The great poet is also depicted here with his hawk’s nose, which he owes to Boccaccio.

Despite the discovery of the frescoes in the Palazzo dell'Arte dei Giudici e Notai, there is still no consensus regarding Dante's nose (curved or straight ?). As for his other physical qualities (eyes, jaws, lips, chin and fast growing beard) there is apparently unanimity in the various images.

In 2021, an unknown portrait of Dante with a beard was found in the town hall of Orvieto (see fig.8). Boccacio talks in his description about  capelli e la barba  spessi,  crespi e neri, but that "thick" beard has always been interpreted as a firm beard growth.  The  portrait of Orvieto, which may be the work of Federico Zuccari (the man who painted the frescoes on the dome of Florence Cathedral)  and dates from around 1580 is said to be based on the painting of Cristofano di Papi del Altissimo from the Uffizi. However, no beard can be seen on that portrait and it could be that the beard of Orvieto may have been added afterwards  because a man with a beard in Dante's time was a revolutionary and that did not fit into the picture. About the shape of his nose was clearly no doubt.

This portrait proves once more that Boccaccio's text was taken literally and has had an enormous impact on many artists over the course of time.
By using the words naso aquilino Boccaccio has probably provoked by many artists, wanting to portray Dante, some exaggeration. In anticipation of other yet to be discovered images, the serene portrait by Giotto, (see fig.2) who certainly knew Dante in person, is the oldest and the most reliable and so it can be assumed that Dante had only a “slightly curved nose”.

 

Literatuur:

Boccaccio, G.              Trattatello (nilalienum.it)
Chimenz, A.                Alighieri, Dante  in: Dizionario biografico, vol.2 (1960).
Donato, M.                  Gli affreschi del Palazzo dell'Arte de' Giudici e Notai on JSTOR   (2015).
Sapegno, N.                 Boccaccio, Giovanni  in: Dizionario biografico, vol.10 (1968).
Van Laerhoven, J.        Florentijnse wandelingen I (Dante).   Kermt, 2020³.
Vroom, R.                   Dante 700. Dante-700-April-2021-bericht-aan-de-Dante-leden.pdf (dante-alighieri-sittard.nl)