Het Romeinse Florentia

Het Romeinse Florentia

15007_cartina.gif

Wie een bezoek brengt aan de renaissance-stad Firenze, zal zich misschien niet realiseren dat deze stad ook een Romeinse geschiedenis heeft. Dat heeft uiteraard te maken met het feit dat er praktisch geen overblijfselen uit die tijd te bezichtigen zijn terwijl er in het nabijgelegen Fiesole een mooi theater en resten van een tempel uit de Romeinse periode te bekijken zijn.
Fiesole (of Faesulae) was een Etruskische stichting uit de 9de/8ste eeuw v.C. die in de heuvels gelegen was. Nadat het stadje door de Romeinen verwoest werd, omdat de samenzweerder Catilina er zijn toevlucht gezocht had (63 v.C.), werd er aan de oever van de Arno een Romeins legerkamp gebouwd. Dit castrum zou dan in 59 v.C. gesticht zijn door Julius Caesar ter ere van de god Mars en was bedoeld voor zijn veteranen. De naam van de stad, Florentia, zou, volgens Machiavelli, afgeleid zijn van een zekere Florinus, een militair of een praetor die in de strijd tegen Catilina gesneuveld was. Een andere verklaring voor de naam had, volgens dezelfde auteur, te maken met de ligging van de stad aan een stroom, die dan aanvankelijk Fluentia genoemd werd. Florentia kan echter ook afgeleid zijn van florae (bloemen) of verwijzen naar de Ludi Floralia (de bloemenfeesten) die in die tijd georganiseerd werden.

Dat Florentia in oorsprong een legerkamp was (dat aan de noordelijke kant van de Arno gelegen was) is nog te zien aan het grondplan: de cardo (nu de Via Roma) en de decumanus (nu de Via Strozzi) kruisten elkaar op het forum (waar zich nu de Piazza della Repubblica bevindt). De Romeinse colonia had in de 1ste en 2de eeuw een oppervlakte van ca. 20 hectare en ca. 2500 inwoners. De stad was ommuurd, telde 4 stadspoorten (aan de uiteinden van de hoofdstraten) en was verbonden met de Oltrarno door een houten brug die ongeveer ter hoogte van de Ponte Vecchio gelegen was. Op die andere oever leefden hoofdzakelijk vreemdelingen (o.a. Syrische kooplui, die het christendom zouden geïntroduceerd hebben). In de Borgo dei Greci woonde de Griekse gemeenschap. Op de nabijgelegen Piazza San Firenze stond een tempel van de Egyptische godin Isis. Op het forum stond naast een tempel voor Jupiter, Juno en Minerva) ook de Curia, waar de stadsmagistraten, de decuriones, zetelden. In de middeleeuwen werden dat de consoli en de Signori. Op de huidige Piazza del Duomo was ook een tempel gebouwd, waarvan de resten nog kunnen  bekeken worden in de crypte van de kerk. Onder het Palazzo Vecchio en de Piazza San Firenze lag een theater, waarvan de resten ontdekt werden toen men de Piazza della Signoria had opgebroken om ze her aan te leggen. Dat gebeurde ook want men kon moeilijk één van de mooiste pleinen van Italië opofferen aan de resten van een Romeins theater. Het amfitheater (dat plaats bood aan ca. 20.000 toeschouwers) was buiten de stad gelegen. In de Via Torta kan men nog aan de vorm van de straat de inplanting van het gebouw reconstrueren dat zich uitstrekte richting Santa Croce.
Een maquette van de Romeinse stad was vroeger te bekijken in het Museo Firenze Com’era (dat in de Via dell’ Oriuola gelegen was), maar dat spijtig genoeg in 2010 permanent gesloten werd. De Via delle Terme herinnert nog aan de Romeinse baden die zich in deze buurt bevonden en vóór het Bargello stond een wachttoren, waarvan de uitlijning nog te zien is op de straatstenen.In de buurt van de Ponte Vecchio stond een beeld van de god Mars, dat Martocus (kleine Mars) genoemd werd en dat met de overstroming van 1333 verdwenen is, maar dat zijn naam gegeven heeft aan de typische marzocco, de leeuw van Firenze.

Artist-impression-of-the-Forum-of-Florentia-800x463.jpg

Uiteraard is er in de stad ook nog het Archeologisch museum te bezoeken, met een Egyptische, Griekse, Etruskische en een vrij beperkte Romeinse afdeling, waar vooral een bronzen hoofd van keizer Trebonianus Gallus en het zogenaamde Medici-Riccardi bronzen paardenhoofd de blikvangers zijn.
Er is van het Romeinse verleden zeer weinig overgebleven in het stadsbeeld van Firenze. Maar in dit geval is het vervangen van de Romeinse glorie door de schoonheid van de renaissance al bij al toch geen slechte zaak geweest.

JVL

Roman Florence

Visitors of Renaissance Florence may not realize that this city also has its Roman history. This is of course due to the fact that there are practically no remains from that time on display while in nearby Fiesole there is a beautiful theatre and remains of a Roman-era temple.
Fiesole (or Faesulae) was an Etruscan foundation from the 9th/8th century BC that was located in the hills. After the town was destroyed by the Romans, because the conspirator Catilina had sought refuge there (63 BC), a Roman army camp was built on the banks of the Arno. This  castrum  would have been founded in 59 BC by Julius Caesar in honor of the god Mars and was intended for his veterans. According to Machiavelli, the name of the city, Florentia, would be derived from a certain Florinus, a soldier or a praetor who had been killed in the fight against Catilina. Another explanation for the name, according to the same author, had to do with the location of the city on a river, which was then initially called Fluentia.  Florentia can also be derived from florae  (flowers) or refer to the  Ludi Floralia  (the flower festivals) that were organized at the time.

The city was originally an army camp (located on the northern side of the Arno) of which the floor plan testifies: the cardo  (now the Via Roma) and the decumanus  (now the Via Strozzi) crossed paths on the  forum  (where the Piazza della Repubblica is now located). The Roman  colonia had an area of about 20 hectares and about 2500 inhabitants in the 1st and 2nd century..  The city was walled, had 4 city gates (at the ends of the main streets) and was connected to the Oltrarno by a wooden bridge located about the height of the Ponte Vecchio. On that other riverbank lived mainly foreigners such as the Syrian merchants, who introduced Christianity in the area. In the Borgo dei Greci lived the Greek community and in the nearby Piazza San Firenze stood a temple of the Egyptian goddess Isis. Next to a temple for Jupiter, Juno and Minerva, the forum also included the Curia, where the city magistrates, the  decuriones, resided.  In the Middle Ages they were replaced by the  consoli  and the  Signoria. A temple was also built on the current Piazza del Duomo, the remains of which can still be seen in the crypt of the church.
Beneath the Palazzo Vecchio and piazza San Firenze stood a theatre, whose remains were discovered when the Piazza della Signoria was broken up for reconstruction. This reconstruction went through because it was unthinkable to sacrifice one of the most beautiful squares in Italy to the remains of a Roman theatre. The amphitheater (which accommodated about 20,000 spectators) was located outside the city. In Via Torta one can still see the curve of the construction that extended towards Santa Croce.

A model of the Roman city used to be on display at the Museo Firenze Com'era (located in Via dell' Oriuola), but unfortunately it was permanently closed in 2010. The Via delle Terme still recalls the Roman baths that were located in this neighborhood and in front of the Bargello there is a brass half-circle in the street that marks the foundation of a Roman watchtower. Near the Ponte Vecchio was an image of the god Mars, called Martocus  (small Mars) that disappeared with the flood of 1333, but which gave its name to the typical  marzocco, the lion of Florence.

Of course, there is also the Archaeological Museum in the city, with an Egyptian, Greek, Etruscan and a rather limited Roman section, where a bronze head of Emperor Trebonianus Gallus and the so-called Medici-Riccardi bronze horse head are the eye-catchers.
There is very little left of the Roman past in the cityscape of Florence. But in this case, replacing Roman glory with the beauty of the Renaissance was not such a bad idea.

Literatuur:

Scampoli, E.          Firenze archeologia di una città  secoli I a.C.- XIII d.C.   Firenze, 2010
Vannucci, M.        The History of Florence.  Rome, 1986.
www.romanoimpero.com/2017/12/florentia