Het versteende hoofd van "La Berta"

Het versteende hoofd van “La Berta”

Fig.1 La Berta (Torre Santa Maria Maggiore)

 Op de romaanse toren van de kerk van Santa Maria Maggiore (aan de kant van Via Cerretani) is in de hoogte een marmeren vrouwenhoofd te zien, waaraan verscheidene verhalen verbonden zijn en dat in de volksmond nog altijd la Berta genoemd wordt (zie fig.1). Florentijnen houden er immers van om alles wat ongewoon overkomt of niet direct verklaarbaar is een legendarisch tintje te geven. In dit geval zijn er zelfs meerdere versies bekend.

1) Berta & Totila: 

De oudste legende en ook de meest onwaarschijnlijke situeert Berta’s optreden in de 6de eeuw, toen de koning van de Ostrogoten, Totila, de stad Firenze in 552 had ingenomen. Berta had een winkeltje op het gelijkvloers van een gebouw op de hoek van de huidige Via Strozzi en de Via Sassetti. Toen Totila de Florentijnse edelen in het gebouw had uitgenodigd met de bedoeling hen gevangen te nemen en te doden, had Berta hen gewaarschuwd om niet op de invitatie in te gaan. Zij is daar naar het schijnt goed voor beloond geweest en zij heeft bovendien ook nog een monumentje gekregen in de vorm van een stenen hoofd dat in de gevel van de kerk van Santa Maria Maggiore geplaatst werd. Men kan zich hierbij dan afvragen waarom juist op die locatie, want de kerk dateert ten vroegste uit de 8ste eeuw en bevindt zich op de hoek van de Via dei Vecchietti en de Via Cerretani en niet op de Piazza dei Sassetti.

 2) La Campana di Berta:

Van Berta, die afkomstig was van het platteland, werd ook gezegd dat zij dagelijks haar groenten kwam verkopen in een kraampje vóór de kerk van Santa Maria Maggiore. Zij moet daar enorm veel geld mee verdiend hebben  want in haar testament (zij had geen familie) liet zij geld na aan de kerkgemeenschap om een klok (campana) te laten gieten die het uur kon aangeven dat de stadspoorten voor diegenen die op het platteland (contado) woonden gesloten werden. Berta was blijkbaar meer dan eens de tijd vergeten en voor een gesloten stadspoort blijven staan. Dat betekende een prijzige overnachting binnen de stadsmuren en geen voorraad groenten voor de volgende dag. Met een klok die op tijd zou luiden was dit probleem opgelost.
Als dank zouden de Florentijnse contadini haar beeltenis dan in de klokkentoren van de kerk hebben laten aanbrengen (zie fig.2). Maar dat een middeleeuwse groenteverkoopster zoveel geld zou nagelaten hebben om een klok te kunnen schenken aan een kerk is natuurlijk weinig geloofwaardig.

Fig.2  La Berta naast het venster aan de toren

 3) Berta & Cecco:

Het verhaal van Berta en Cecco gaat terug naar 16 september 1327 toen de dichter, filosoof, astronoom en alchemist Cecco  (Francesco) d’Ascoli door de Inquisitie veroordeeld werd voor hekserij en ketterij. Op weg naar de brandstapel op de Piazza di Santa Croce zou Berta hem vanuit een venster (hoog aan de toren van de kerk van Santa Maria Maggiore) beledigingen hebben toegeroepen.
Toen Cecco te drinken vroeg aan zijn bewakers zou Berta hen ook gezegd hebben van hem geen water te geven want dat hij een pact met de duivel had en dus nooit zou branden (“se beve non brucera più”). Daarop vervloekte Cecco haar en riep haar toe dat haar hoofd daar nooit meer zou weggaan (“e tu no levrai più la testa di li”) waarop het plotseling versteende. Iedereen was met verstomming geslagen, Cecco kreeg te drinken en de tocht werd verdergezet richting brandstapel, waar hij wel degelijk aan het vuur werd overgeleverd.
Datzelfde verhaal wordt ook verteld over een priester van Santa Maria Maggiore, maar hoe zijn hoofd dan veranderd is in een versteend vrouwenhoofd,  is niet erg duidelijk. Een verklaring zou kunnen zijn dat het (nu nog steeds) van beneden uit moeilijk te zien is dat het om een vrouwenhoofd gaat (zie fig.3).

Fig. 3 La Berta, man of vrouw?

 4) Berta la Romana:

De meest voor de hand liggende, maar weinig sensationele verklaring is dat men in de middeleeuwen het gevonden hoofd van een Romeins beeld geïntegreerd heeft in de gevel van het kerkgebouw (bij wijze van versiering ?). De Via Cerretani is gelegen op de plaats waar zich de noordelijke Romeinse stadsmuur (en poort?) bevond. Dat het beeld Romeins is kan afgeleid worden uit de haartooi van de vrouw (zie fig.4).
Wellicht zijn er op het moment van de middeleeuwse verbouwingen aan de kerk ook nog andere Romeinse beelden gevonden, maar toch is alleen maar dat ene vrouwenhoofd in de façade van de toren geplaatst. Misschien werd het beeld toen al gebruikt om de legende te illustreren.

Fig. 4 La Berta Romana

Wanneer die verschillende legendes ontstaan zijn is niet geweten en waarom de Florentijnen de dame in kwestie Berta genoemd hebben is stof voor giswerk. Berta was blijkbaar een populaire naam en zou kunnen verwijzen naar Berta (Bertrada) met de Grote Voet, de moeder van Karel de Grote of eerder naar Berta van Frankrijk, een dochter van de keizer. Karel de Grote is (samen met zijn dochter?) in het jaar 800 In Firenze gepasseerd en wordt de herstichter van de stad genoemd. In die tijd werd er ook een 2de stadswal aangelegd, die aan de noordzijde samenviel met de Romeinse.

Ook in Montegrotto Terme (Padua) doet het verhaal de ronde van een 11de-eeuwse contadina genaamd Berta, die aan haar naamgenote, keizerin Berta, de echtgenote van keizer Hendrik IV, een streng garen geschonken had. In Rome wordt dezelfde legende gesitueerd in de tijd van keizer Nero toen een volksvrouw (een spinster) de moed had om tegen de keizer haar zegje te doen. Beide vertellingen zijn zeer waarschijnlijk met elkaar verbonden en hebben ontstaan gegeven aan het gezegde “dat waren de tijden toen Berta nog spon” waarmee bedoeld werd dat het vroeger allemaal beter was. Het was niet ongebruikelijk (ook in onze contreien) dat men legendes uit andere regio’s overnam en aanpaste. Maar of er hoegenaamd een verband is met de Florentijnse Berta blijft in het ongewisse.

JVL

The petrified head of “La Berta”

On top of the Romanesque tower of the church of Santa Maria Maggiore (on the side of Via Cerretani) one can see a marble woman's head, to which various stories are connected and which is still popularly  called la Berta (see fig.1 ). Florentines love to give anything that seems unusual or not immediately explainable a legendary touch. In this case, there are even several known versions of the story.

1) Berta & Totila:

The oldest legend and also the most unlikely situates Berta in the 6th century, when Totila, the king of the Ostrogoths had conquered the city of Florence in 552. Berta had a small shop on the ground floor of a building on the corner of the current Via Strozzi and Via Sassetti. When Totila had invited the Florentine nobles there with the intention of arresting and killing them, Berta had warned them not to accept the invitation.  She seems to have been well rewarded for this warning and she also received a monument in the form of a stone head that was placed in the façade of the church of Santa Maria Maggiore.  One may wonder why precisely on that location because the church dates from the 8th century at the earliest and is situated on the corner of the Via dei Vecchietti and the Via Cerretani and not on the Piazza dei Sassetti.

 2) La Campana di Berta:

It is also said that Berta, who lived on the countryside, came every day to the city to sell her vegetables in a little stall in front of the church of Santa Maria Maggiore. She must have earned a lot of money because in her will (she had no family) she left money to the church community to have a bell (campana) cast that could indicate the hour that the city gates were closed to those who lived in the countryside (contado).
More than once Berta had apparently forgotten the time and found herself in front of a closed city gate. That meant a pricey overnight stay within the city walls and no supply of vegetables for the next day. With a bell that would ring on time, this problem was solved. The Florentine contadini wanted to thank her by placing her image on the belltower of the church (see fig.2).
But that a medieval vegetable seller would have left so much money for a church bell is hardly credible.

3) Berta & Cecco:

The story of Berta and Cecco goes back to September 16, 1327 when the poet, philosopher, astronomer and alchemist Cecco (Francesco) d'Ascoli was convicted by the Inquisition for witchcraft and heresy.  On his way to the pyre in the Piazza di Santa Croce, Berta is said to have shouted insults at him from a window (high in the tower of the church of Santa Maria Maggiore). When Cecco asked his guards to drink, Berta would have told them not to give him water because he had a pact with the devil and would therefore never burn ("se beve non brucera più").  Cecco then cursed her and shouted at her that her head would never leave there ("e tu no levrai più la testa di li") to which it suddenly petrified.  Everyone was stunned, Cecco was given some water and he continued his trip towards the  pyre, where he was burned nevertheless.

The same story is also told of a priest of Santa Maria Maggiore, but how his head has changed  then into a petrified woman's head is not very clear. An explanation could be that it was difficult (and still is) to see from below that it is a woman's head (see fig.3).

 4) Berta la Romana:

The most obvious, but not very sensational explanation is that in the Middle Ages the found head of a Roman statue was integrated into the façade of the church building (by way of decoration ?). The Via Cerretani is located on the site of the former northern Roman city wall.  That the statue is Roman can be seen at the hairstyle of the figure (see fig.4).
Perhaps other Roman statues were found on site at the time of the medieval renovations of the church, but yet only one woman's head was placed in the façade of the tower. Maybe the statue was then already used to illustrate the legend.

When these different legends originated is not known and why the Florentines called the woman in question Berta is subject to conjecture. Berta was apparently a popular name in the Langobardic-Carolingian period and could refer to Berta (Bertrada) with the Great Foot, the mother of Charlemagne or rather to Berta of France, a daughter of the emperor. Charlemagne passed (together with his daughter?) in the year 800 in Florence and is called the re-founder of the city. At that time, a 2nd city wall was constructed which coincided with the Roman one on the north side.

In Montegrotto Terme (Padua) goes the story of an 11th-century contadina called Berta, who had given a string of yarn to her namesake, Empress Berta, the wife of Emperor Henry IV. In Rome, the same legend is set in the time of Emperor Nero when a popular woman (a yarn spinner) had the courage to have her say to the emperor. Both narratives are probably connected and gave rise to the saying "those were the times when Berta still spun" meaning that it was all better in the past. It was not unusual (also in our countries) that legends from other regions were taken over and adapted. But whether there is a connection at all with the Florentine Berta remains in limbo.

Literatuur:

Berrettini, N.                L’Irrisolta leggenda della Berta a Firenze.
Tuscany People, November 2014.
Caporali, P.                  Firenze e la curiosa storia della statua chiamata la Berta.
In: Livornosera, maart 2020.
Ciarleglio, F.                Lo Struscio Fiorentino.   Firenze, 2001.
Matteoli, G.                  Firenze, chi è 'La Berta'? La leggenda del volto pietrificato.
                                     Turismo.it, januari 2020.
Valle, R.                       La vera storia della testa pietrificata (il Giardino di Rachel, sept. 2015).