Hoe zag Lorenzo il Magnifico er werkelijk uit?
Hoe zag Lorenzo il Magnifico er werkelijk uit?
Lorenzo de’ Medici, die de teugels in Firenze in handen had van 1469 tot 1492, heeft de bijnaam il Magnifico gekregen, maar dat was zeker niet omwille van zijn uiterlijk. In die tijd gebruikte men het woord magnifico als een aanspreektitel en een uiting van respect. Poliziano begon zijn brieven aan Lorenzo steeds met de woorden Magnifice mi Domine (“mijn doorluchtige heer”). In de correspondentie met de filiaalmanagers van de bank werd Lorenzo aangesproken met de term Magnifico maiore mio en werd naar hem verwezen als Magnificenza vostra. Ook voor zijn broer Giuliano was dat het geval en Lorenzo’s moeder Lucrezia Tornabuoni werd la magnifica madonna genoemd.
Het was de magnifieke levensstijl van Lorenzo en de pracht en praal waarmee hij zichzelf omringde, die zijn bijnaam (meestal vertaald als de “prachtlievende”) de gangbare betekenis gegeven hebben. In tegenstelling tot zijn vader en grootvader, die niet te koop liepen met hun status en rijkdom, heeft Lorenzo, reeds van in zijn jeugd, de Florentijnen, zowel arm als rijk, deelachtig gemaakt aan zijn “prachtlievendheid” door het organiseren van feesten, ontvangsten en tornooien. Het was dan ook ieders betrachting om in de brigata (de intieme kring) van Lorenzo te worden opgenomen. Vooral zijn culturele uitstraling en zijn faam als kunstkenner hebben hem zijn magnificenza gegeven.
De omschrijving als “magnifiek” had dus niets te maken met zijn fysieke verschijning. Lorenzo zag er sterk en robuust uit, maar hij was geen Adonis: hij had een ingedrukte neus (die hij geërfd had van zijn moeder) waardoor hij niet over de reuk kon beschikken en een scherpe, schrille stem. Dat laatste belette hem echter niet om welbespraakt te zijn. Net zoals zijn vader en zijn voorvaders was Lorenzo een jichtlijder en heeft hij ook reeds op relatief jonge leeftijd zijn toevlucht gezocht tot het nemen van warme baden. Wellicht was zijn vooruitstekende scherpe kin (die hij geërfd had van zijn vader) er de oorzaak van dat hij ook maagklachten had. Met zijn grote bolle ogen was Lorenzo bovendien ook nog bijziend.
De meeste van die kenmerken zijn ook te zien op de portretten die er door verschillende kunstenaars op het einde van de 15de eeuw gemaakt zijn en waarvan men zeker kan zijn dat ze waarheidsgetrouw zijn.
In de Cappella dei Magi van het Palazzo Medici heeft Benozzo Gozzoli Lorenzo 2 keer afgebeeld: één keer als 10 of 11-jarige jongen (samen met zijn tutor Gentile de’ Becchi en zijn broertje Giuliano) en ook nog eens als koning Caspar op het witte paard. Die laatste afbeelding is duidelijk geïdealiseerd, maar de portrettering als kind is zeer waarschijnlijk authentiek. Gozzoli heeft de fresco’s geschilderd in 1459/60: Lorenzo was geboren op 1 januari 1449 en Giuliani op 25 maart 1453. Lorenzo (links) is duidelijk te herkennen aan zijn neus. Giuliano (rechts) aan de neergeslagen ogen.
Domenico del Ghirlandaio heeft Lorenzo op ca. 35-jarige leeftijd afgebeeld in de Cappella Sassetti in de kerk van Santa Trinità. De familiekapel van bankmanager Francesco Sassetti, die hier samen met zijn vrouw ook bijgezet is, werd in 1484 op zijn kosten met prachtige fresco’s beschilderd.
Op het bovenste fresco op de achterwand van de kapel met de Goedkeuring van de regel van Sint-Franciscus verschijnt Lorenzo in het gezelschap van Francesco Sassetti en diens jongste zoon. Lorenzo de’ Medici, met zijn zwarte lokken en zijn misvormde neus, is hier “naar het levend model” afgebeeld. Het tafereel speelt zich af op de Piazza della Signoria. De grijze man is Lorenzo’s vriend, de politicus Antonio Pucci. Eén van zijn zonen was met een dochter van Sassetti getrouwd. Aan de andere kant van het fresco zijn de 3 oudere zonen van Sassetti afgebeeld en onderaan komen Agnolo Poliziano en Lorenzo’s 3 jonge zonen, Giuliano, Piero en Giovanni samen met Luigi Pulci en Matteo Franco de trap op.
De latere portretten van Lorenzo, zoals het anonieme portret van het Palazzo Pitti en het postume portret door Vasari uit de Uffizi dateren uit de eerste helft van de 16de eeuw, maar zijn grotendeels op de genoemde voorbeelden gebaseerd, net zoals de fresco’s in het Museo degli Argenti van Francesco Furini en Giovanni di San Giovanni.
In het Bargello van Firenze is er ook een zeer realistisch portret van Lorenzo te bekijken. De medaille werd door Niccolò Spinelli il Fiorentino gemaakt ca. 1490. Dus nog tijdens het leven van il Magnifico.
In de National Art Gallery van Washington is een gekleurde terracotta buste bewaard van Lorenzo (gemaakt door Andrea del Verrocchio ca. 1480), waarop Lorenzo met de mazzocchio (de rode Florentijnse muts met de sjaal) staat afgebeeld.
Diezelfde mazzocchio draagt Lorenzo op het schilderij dat in de reeks van Medici-portretten thuis hoort die Bronzino (en zijn school) gemaakt heeft voor de gang van de Uffizi.
Het is opvallend dat de meeste, en zeker de eigentijdse, portretten van il Magnifico ons bijna telkens dezelfde man tonen, die absoluut niet door de natuur begiftigd was, maar die blijkbaar geen artistieke “correcties” van zijn uitzicht aan zijn portrettisten gevraagd heeft. Die waren immers niet nodig want zijn magnificenza oversteeg zijn fysieke verschijning.
JVL
What did Lorenzo il Magnifico really look like?
Lorenzo de' Medici, who ruled Florence from 1469 to 1492, was nicknamed il Magnifico, but that was certainly not because of his looks. At the time, the word magnifico was used as a title and was an expression of respect. Poliziano began his letters to Lorenzo with the words Magnifice mi Domine ("my magnificent lord"). In the correspondence with the bank's branch managers, Lorenzo was referred to as Magnifico maiore mio and Magnificenza vostra. That was also the case for his brother Giuliano. Lorenzo's mother Lucrezia Tornabuoni was called la magnifica madonna.
It was Lorenzo's magnificent lifestyle and the pomp and circumstance with which he surrounded himself, that gave his nickname (usually translated as the "magnificent") the proper meaning. Unlike his father and grandfather, who did not show off with their status and wealth, Lorenzo, already as a young man, made the Florentines, both poor and rich, part-like in his "magnificence" by organizing feasts, receptions and tournaments. It was therefore everyone's wish to be part of Lorenzo's brigata (the intimate circle). Especially his cultural appearance and his fame as an art connoisseur gave him his magnificenza.
The description as "magnificent" had nothing to do with his physical appearance. Lorenzo was strong and robust, but he was not an Adonis: he had a dented nose (which he had inherited from his mother) so that he could not have the smell and a sharp, shrill voice. But that voice did not prevent him from being eloquent. Like his father and his forefathers, Lorenzo was a gout sufferer and already from a young age he was used to take hot baths in the spa centers. Perhaps his protruding sharp chin (which he inherited from his father) caused him to also have stomach problems. Because of his big, round eyes, Lorenzo was also myopic.
Most of these features can also be seen on the contemporary and reliable portraits made by various artists at the end of the 15th century.
In the Cappella dei Magi of the Palazzo Medici, Benozzo Gozzoli has depicted Lorenzo twice: once as a 10 or 11-year-old boy (together with his tutor Gentile de' Becchi and his brother Giuliano) and also as King Caspar on the white horse. The last image is clearly idealized, but the portrayal as a child is most likely authentic. Gozzoli painted the frescoes in 1459/60: Lorenzo was born on January 1, 1449, and Giuliani on March 25, 1453. Lorenzo (left) can clearly be recognized by his nose. Giuliano (right) by the precipitated eyes (see fig.1).
Domenico del Ghirlandaio depicted Lorenzo at the age of 35 in the Cappella Sassetti in the church of Santa Trinità. The family chapel of bank manager Francesco Sassetti, who is buried here together with his wife, paid for the beautiful frescoes in 1484.
On the upper fresco on the back wall of the chapel with the Approval of the Rule of Saint Francis, Lorenzo appears in the company of Francesco Sassetti and his youngest son. Lorenzo de' Medici, with his black locks and his deformed nose, is pictured here "after the living model". The scene takes place in the Piazza della Signoria. The man with the gray hair is Lorenzo's friend, the politician Antonio Pucci. One of his sons was married to Sassetti's daughter. On the other side of the fresco are the 3 older sons of Sassetti depicted and at the bottom Agnolo Poliziano and Lorenzo's 3 young sons, Giuliano, Piero and Giovanni along with Luigi Pulci and Matteo Franco are coming up the stairs.
Lorenzo's later portraits, such as the anonymous portrait of the Palazzo Pitti and the posthumous portrait by Vasari from the Uffizi date back to the first half of the 16th century, but are largely based on the mentioned examples, as are the frescoes in the Museo degli Argenti by Francesco Furini and Giovanni di San Giovanni.
In the Bargello of Florence is kept a very realistic medal portrait of Lorenzo. The medal was made by Niccolò Spinelli il Fiorentino ca. 1490, while il Magnifico was still alive (see fig.3).
Lorenzo's plaster death mask made by Orsino Benintendi in 1492 and preserved in the Museo degli Argenti of the Palazzo Pitti has served as an example for many (later) artists..
In the National Art Gallery of Washington is a coloured terracotta bust of Lorenzo preserved (made by Andrea del Verrocchio ca. 1480), on which Lorenzo is depicted with the mazzocchio, the red Florentine hat with the scarf (see fig.4)
That same mazzocchio can be seen on the portrait that Bronzino (and his school) made for the series of paintings in the corridor of the Uffizi.
It is very striking that most (and certainly the contemporary) portraits of il Magnifico show us always the same man with the same looks, who was absolutely not endowed by nature, but who apparently did not ask for artistic "corrections". After all, these were not necessary because his magnificenza transcended his physical appearance.