Leonardo da Vinci, Lisa dei Gherardini en Francesco del Giocondo

Leonardo da Vinci, Lisa dei Gherardini en Francesco del Giocondo

Van de Mona Lisa uit het Louvre en ook van de Mona Lisa van Isleworth wordt aangenomen dat het 2 originele werken van Leonardo da Vinci zijn, al of niet geschilderd in samenwerking met zijn leerlingen (zie art.De Mona Lisa’s van Isleworth en het Louvre)
Van beide portretten kan men veronderstellen dat Leonardo zeker de essentiële delen (hoofd en handen) voor zijn rekening genomen heeft. De Mona Lisa van Isleworth (de zg. “Vroegere Mona Lisa”) dateert uit 1503 en de Mona Lisa van het Louvre is 10 à 14 jaar later geschilderd. Leonardo heeft wellicht de “Vroegere Mona Lisa” als model genomen voor zijn 2de want de gelijkenis tussen de 2 dames is zeer frappant. De afgebeelde dame zou volgens de meeste kunstkenners Lisa dei Gherardini del Giocondo zijn (vandaar dat het schilderij ook La Gioconda genoemd wordt) (zie fig.1).

Fig. 1 Mona Lisa (Louvre)

Lisa behoorde tot een aloude, nobele familie die al in het begin van de 12de eeuw naar Firenze gekomen was en zich daar ook met het bestuur van de stad had bezig gehouden. De Gherardini waren consuls geweest in de eerste dagen van de republiek en vanaf 1284 (met prior Lapo Gherardini) hadden zij tot in 1530 niet minder dan 98 keer gezeteld in het stadsbestuur (de Tre Maggiori).

Aangezien een deel van de Gherardini (de tak van Uggucione) de kant van de Witte Welfen gekozen had werden zij (samen o.a. met Dante Alighieri) in 1302 in ballingschap gestuurd (zie art.  Zwarte en Witte Welfen). De tak van Cece Gherardini waar Lisa van afstamde behoorde tot de fractie van de Zwarte Welfen en was in Firenze gebleven, maar had daar een eerder bescheiden bestaan geleid. Van de vroegere bezittingen was niet veel meer overgebleven en toen Lisa op 15 juni 1479 geboren werd was dat in een gehuurd huis in  de Via Sguazza (op de hoek met de Via Maggio op de Oltrarno). Zij was de oudste dochter van Antonmaria di Noldo (dei) Gherardini en diens 3de vrouw Lisa del Caccia en had nog 3 zussen (Ginevra, en 2 meisjes, Camilla en Alessandra, die in het klooster getreden waren) en 3 broers (Giovangualberto, Francesco en Noldo). In 1494 verhuisde het gezin naar een huis in de Via de’ Pepi, in de buurt waar toen ook notaris Piero da Vinci, de vader van Leonardo, woonde.

 Op 5 maart 1495 trouwde de 15-jarige Lisa met  de 30-jarige Francesco di Bartolommeo del Giocondo. Dat was blijkbaar gebeurd door tussenkomst van haar grootvader Mariotto Rucellai, die ook de vader van Caterina (de 2de vrouw van Antonmaria Gherardini) en van Camilla (de 1ste vrouw van Francesco del Giocondo) was. De Gherardini, de Rucellai en de del Giocondo behoorden tot dezelfde parentado (clan).

De Rucellai waren ook verwant met de Medici en  Giulano de’ Medici, de jongste zoon van Lorenzo il Magnifico en Lisa Gherardini kenden elkaar van in hun jeugd. Zij waren allebei geboren in 1479 en misschien waren zij wel verliefd op elkaar geweest. Maar in 1494 (toen ze 14 jaar oud waren) werden de Medici uit Firenze verdreven en werd Lisa  het volgende jaar uitgehuwelijkt aan del Giocondo. Dat Giuliano haar zou zwanger gemaakt hebben en dat grootvader Mariotto haar dan snel zou hebben doen trouwen met de oudere Francesco is wellicht het gefantaseerd verhaal van een romanschrijver*.

Francesco del Giocondo was lid van een welstellende koopmansfamilie. In 1489 lid was hij al consul van het Arte della Seta (het zijdegilde) geworden en beheerde hij verscheidene ateliers in de stad. Lisa kreeg een bescheiden bruidsschat mee van 170 florijnen en een boerderij in San Donato a Poggio. Het huwelijk was een perfecte match tussen een verarmde, maar aristocratische familie, en een  vermogende familie uit de mercantiele burgerij.
Francesco was al getrouwd geweest met Camilla Rucellai (+1493) en daarna misschien met Tomassa Villani (+1494). Na hun huwelijk gingen Francesco, Lisa en Bartolommeo (Francesco’s zoontje uit zijn 1ste huwelijk) in het ouderlijk huis van de familie del Giocondo wonen in de Via della Stufa. Op 5 maart 1503 kwam Francesco in het bezit van een aanpalende woning waar het gezin, dat inmiddels was uitgebreid met Piero, Camilla, Marietta en Andrea, zijn intrek nam. In 1499 was er een dochtertje, Piera, in het kinderbed gestorven en in 1507 werd Lisa’s jongste kind Giocondo geboren.

Er wordt gezegd dat Francesco naar aanleiding van de koop van het huis en/of de geboorte in december 1502 van Andrea, aan Leonardo de opdracht gaf om een portret van Lisa te schilderen. Dat zou dan ook haar glimlach verklaren…maar daar is niet iedereen het over eens (zie art. De glimlach van Mona Lisa).

Leonardo heeft het portret nooit aan Francesco afgeleverd, ook al omdat het niet voltooid was, en heeft hij er dus ook geen geld voor ontvangen. Waarom Leonardo, die al een gerenommeerd kunstenaar was in 1503, de opdracht aangenomen heeft om het portret van de echtgenote van een zijdekoopman te schilderen blijft een vraag. Hij had in die periode misschien weinig werk en zal de vraag om de vrouw van Francesco te schilderen met dank aanvaard hebben. Meer dan waarschijnlijk zal hij del Giocondo daarmee ook een plezier hebben willen doen. Francesco del Giocondo was een kunstliefhebber en heeft ook aan andere kunstenaars opdrachten gegeven. Aan Domenico Puligo had hij gevraagd een altaarstuk te schilderen voor de familiekapel in de basiliek van de Santissima Annunziata.

Wanneer Leonardo in oktober 1503 van het stadsbestuur de opdracht kreeg om een groot fresco te schilderen op de muur van de Zaal der 500 in het Palazzo Vecchio, zal hij het portret van Lisa terzijde gelegd hebben. Waarschijnlijk is hij toch van plan geweest om het later af te werken en het feit dat hij het op al zijn reizen heeft meegenomen pleit er voor om te veronderstellen dat dit schilderij voor hem toch een grote emotionele waarde had. Misschien lag Lisa del Giocondo hem wel nauwer aan het hart dan algemeen gedacht werd…

Lisa  moet een  bijzonder mooie vrouw geweest zijn, want zij heeft, ook nog toen ze 36 jaar oud was en moeder van 6 kinderen, naar het schijnt de avances van Filippo Strozzi en de jonge Lorenzo de’ Medici (de kleinzoon van il Magnifico) moeten afwijzen. Terwijl men zou verwachten dat een  boze Francesco de eer van zijn vrouw zou gaan verdedigen ging hij zich in een gesprek met Strozzi bijna verontschuldigen voor Lisa’s afwijzende houding. Hij hoopte dat het incident de relaties met de Medici niet verstoord had en toen Strozzi hem dat verzekerd had was de zaak voor hem afgelopen. Of Lisa daar zo gelukkig mee geweest is, valt te betwijfelen. De reputatie van de Gherardini had al een flinke deuk gekregen toen haar zus Camilla met 3 andere novices in 1512 een orgie georganiseerd had in hun klooster. De nonnen werden vrijgesproken en de jonge kerels die over de muur geklommen waren werden veroordeeld.

 Francesco had dus duidelijk ambities om een politieke carrière uit te bouwen. In 1434 had Paolo di Jacopo del Giocondo reeds deel uit gemaakt van het stadsbestuur toen hij verkozen was tot één van de 16 gonfalonieri di compagnia. Wanneer Francesco in 1501 lid werd van de 12 buonomini was hij in de Tre Maggiori al vooraf gegaan door meer dan 20 leden van zijn familie. Als aanhanger van de Medici stond hij tijdens het bewind van Piero Soderini (1502-12) aan de zijlijn. In augustus 1512 werd hij zelfs gearresteerd en moest hij een enorme boete van 1.000 florijnen betalen, maar bij de terugkeer van de Medici in september werd hij meteen op vrije voeten gesteld en in maart en april van het volgende jaar maakte hij als prior deel uit van de signoria.

Van Francesco werd gezegd dat hij zich niet alleen als textielhandelaar, maar ook als slavenhandelaar rijk gemaakt had: net zoals zijn vader en andere Florentijnen had hij geregeld slavinnen gekocht uit Noord-Afrika. Aangezien die slavinnen niet allemaal voor “eigen gebruik” waren, verkocht hij er af en toe een paar door, nadat hij ze weliswaar had laten dopen en christelijke namen gegeven had (zie art. Slavernij in Firenze). Maar slaven houden was niet hetzelfde als ze verhandelen.
Francesco is in 1539 gestorven aan de pest en samen met 2 van zijn zonen begraven in het familiegraf in de basiliek van Santissima Annunziata. Lisa heeft haar man slechts 3 jaar overleefd en is na haar dood op 15 juli 1542 bijgezet in het franciscanessen klooster van Sant’Orsola, waar haar dochter Marietta (zuster Ludovica) sedert 1521 was ingetreden. Haar andere dochter Camilla (zuster Beatrice) was eveneens religieuze geworden en al in 1522 overleden. Toen op het einde van vorige eeuw het klooster van Sant’Orsola moest plaats maken voor een parkeergarage werden in de ruïnes van het gebouw de graven van Lisa en Marietta bloot gelegd

Na zijn terugkeer uit ballingschap zal Giuliano de’ Medici ongetwijfeld opnieuw contact met Lisa opgenomen hebben, maar dat ze zijn minnares zou geweest zijn (ergens tussen 1512 en 1516) is weinig waarschijnlijk.  Zij was immers nog altijd getrouwd met Francesco die haar in zijn testament van 1537 zijn diletta e amata sposa (zijn teerbeminde echtgenote) noemde. Leonardo heeft haar (in del Giocondo’s opdracht?) ook gepenseeld als een deugdzame vrouw (de gekruiste handen, rechts over links en de doorzichtige sluier zouden daar naar verwijzen), maar misschien doet haar geheimzinnig glimlachje toch iets anders vermoeden…

Toen Lisa dei Gherardini del Giocondo in 1542 de ogen sloot zal zij nooit kunnen denken hebben dat zij één van de beroemdste vrouwen uit de geschiedenis ging worden.

 

JVL

 Leonardo da Vinci, Lisa dei Gherardini and Francesco del Giocondo

 

The Mona Lisa from the Louvre and also the Mona Lisa from Isleworth are said to be 2 original works by Leonardo da Vinci, whether or not painted in collaboration with his pupils (see art. The Mona Lisa’s of Isleworth and the Louvre). Of both portraits, one can assume that Leonardo painted the essential parts (head and hands). The Mona Lisa of Isleworth (the so-called “Earlier Mona Lisa") dates from 1503 and the Mona Lisa of the Louvre was painted 10 to 14 years later. Leonardo may have taken the "Earlier Mona Lisa" as a model for his 2nd version because the similarity between the 2 ladies is very striking.
According to most art connoisseurs, the lady depicted would be Lisa dei Gherardini del Giocondo (which is why the painting is also called La Gioconda) (see fig.1).

Lisa belonged to an ancient, noble family that had settled down in  Florence in the beginnings of the  12th  century and that had been involved since then in the government of the city. The Gherardini had been consuls in the early days of the republic and from 1284 (with prior Lapo Gherardini) they were part of the city council (the Tre Maggiori) no less than 98 times until 1530.
Since part of the Gherardini (the branch of Uggucione) had sided with the White Guelphs, they were sent into exile (together with Dante Alighieri) in 1302 (see art.  Black and White Guelphs)  The branch of Cece Gherardini from which Lisa descended belonged to the faction of the Black Guelphs and had remained in Florence, where they had known a rather modest existence. Most of their former possessions were confiscated and when Lisa was born on June 15, 1479, it was in a rented house in Via Sguazza (on the corner with Via Maggio on the Oltrarno).
She was the eldest daughter of Antonmaria di Noldo (dei) Gherardini and his 3rd wife Lisa del Caccia. Lisa had 3 sisters (Ginevra and 2 girls who had entered a monastery Camilla and Alessandra) and 3 brothers (Giovangualberto, Francesco and Noldo).  In 1494 the family moved to a house in Via de' Pepi,  where they became  neighbors of Piero da Vinci, Leonardo’s father.

On March 5, 1495, 15-year-old Lisa married 30-year-old Francesco di Bartolommeo del Giocondo. This was apparently instigated by her grandfather Mariotto Rucellai, who was also the father of Caterina (the 2nd  wife of Antonmaria Gherardini) and of Camilla (the 1st  wife of Francesco del Giocondo). The Gherardini, the Rucellai and the del Giocondo belonged to the same parentado (clan).
The Rucellai were also related to the Medici and  Giulano de' Medici, the youngest son of Lorenzo il Magnifico and Lisa Gherardini knew each other from their youth.  They were both born in 1479 and perhaps in love with each other. But in 1494 (when they were 14 years old) the Medici were expelled from Florence and Lisa was married off to Francesco the following year. That Giuliano would have made her pregnant and that grandfather Mariotto would have made her marry the older Francesco is probably the fantasized story of a novelist*.

Francesco del Giocondo, was a member of a fairly rich merchant family.  In 1489 he was elected consul of the Arte della Seta (the silk guild) and managed several workshops in the city. Lisa received a modest dowry of 170 florins and a farm in San Donato a Poggio. The marriage was a perfect match between an impoverished but aristocratic family, and a wealthy family from the mercantile bourgeoisie.
Francesco had already been married to Camilla Rucellai (+1493) and then perhaps to Tomassa Villani (+1494). After their marriage Francesco, Lisa and Bartolommeo (Francesco's son from his 1st  marriage) went to live in the parental home of the family del Giocondo in the Via della Stufa. On March 5, 1503, Francesco came into possession of an adjacent house where he took up residence with his family, meanwhile expanded with Piero, Camilla, Marietta and Andrea. In 1499 a daughter, Piera, had died in the cot and in 1507 Lisa's youngest child  Giocondo was born.
It is said that following the purchase of the house and/or the birth of Andrea in December 1502, Francesco commissioned Leonardo to paint a portrait of his beloved Lisa. That would explain her smile... but not everyone agrees on that (see art. Mona Lisa’s smile).

Leonardo never delivered the uncompleted portrait to Francesco, and was never paid for it. Why Leonardo, who was already a renowned artist in 1503, accepted the commission to paint the portrait of the wife of a silk merchant remains a question. He may have had little work in that period and will have gratefully accepted the request to paint Francesco's wife. But by doing so he wanted to do del Giocondo a favor as well. Francesco del Giocondo was an art lover and had also commissioned works from other artists. He asked Domenico Puligo to paint an altarpiece for the family chapel in the Basilica of the Santissima Annunziata.

When in October 1503 Leonardo was commissioned by the city council to paint a large fresco on the wall of the Hall of the 500 in the Palazzo Vecchio, he must have put aside the portrait of Lisa. He probably intended to finish it later and the fact that he took it with him on all his travels argues for assuming that this painting had a great emotional value for him. Perhaps Lisa del Giocondo was closer to his heart than is generally thought...

Lisa  must have  been a very beautiful woman, when she was 36 years old and mother of 6 children, she apparently had to reject the advances of Filippo Strozzi and young Lorenzo de' Medici (the grandson of il Magnifico). While one would expect an angry Francesco to defend his wife's honor, he almost apologized to Strozzi for Lisa’s dismissive attitude. He hoped that the incident had not disrupted relations with the Medici and when Strozzi assured him that, the case was closed. Whether Lisa was so happy with it is doubtful. The reputation of the Gherardini had already taken a big dent when her sister Camilla and 3 other novices had organized an orgy in their monastery in 1512. The nuns were acquitted but the young fellows who had climbed over the wall were convicted.

Francesco clearly had ambitions for a political carrier. As early as 1434 Paolo di Jacopo del Giocondo had been part of the city council when he was elected one of the 16 gonfalonieri di compagnia.  When  Francesco joined the 12 buonomini in 1501 he had already been preceded in the Tre Maggiori by more than 20 members of his family. As a supporter of the Medici, he stood on the sidelines during the reign of Piero Soderini (1502-12). In August 1512 he was arrested, but on the return of the Medici in September he was immediately released and in March and April of the following year he was elected  prior of the signoria.

Francesco was said to have made himself rich not only as a textile merchant, but also as a slave trader: like his father and other Florentines, he had regularly bought female slaves from North Africa. Since these slaves were not all for "personal use", he occasionally sold a few, after they were baptized and given Christian names (see art. Slavery in Florence). But keeping slaves was not the same as trading them.

Del Giocondo died of the plague in 1539 and was buried together with 2 of his sons in the family grave in the Basilica of Santissima Annunziata. Lisa survived her husband for only 3 years and after her death on July 15, 1542, she was buried in the Franciscan monastery of Sant' Orsola, where her daughter Marietta (sister Ludovica) had entered since 1521. Her other daughter Camilla (Sister Beatrice) had also become a nun and died in 1522. When at the end of the 20th century the monastery of Sant' Orsola had to make way for a parking garage, the tombs of Lisa and Marietta were discovered in the ruins of the building.

After his return from exile, Giuliano de' Medici will undoubtedly have contacted Lisa again, but that she would have been his mistress (somewhere between 1512 and 1516) is unlikely. After all, she was still married to Francesco who called her his diletta e amata sposa (his very beloved wife) in his will of 1537. Leonardo has also portrayed her (on del Giocondo’s behalf?) as a virtuous woman (the crossed hands right over left, and the transparent veil would refer to that), but perhaps her mysterious smile suggests otherwise...

When Lisa dei Gherardini del Giocondo closed her eyes permanently in 1542, she would never have thought that she was going to become one of the most famous women in history.

 

 

Literatuur:

Fletcher, C.                           The Beauty and the Terror, e-book, 2020.
Hales, D.                               Mona Lisa. A Life discovered.    New York, 2014.
Isaacson, W.                        Leonardo da Vinci. De biografie.  Houten, 2017.
Kemp, M.                             Mona Lisa; the People and the Painting.  Oxford, 2017.
La Mura, P.                          La vita privata di Mona Lisa.  Milaan, 1978*
Mottin, B.                             Mona Lisa. Inside the painting. New York, 2006.
Pallanti, G.                           Mona Lisa revealed.  Milaan, 2006.
Santi, B.                                Leonardo da Vinci.  Firenze, 1975.
Van Laerhoven, J.               Leonardo & Michelangelo.   Kermt, 2017.
zie art. De glimlach of de grimlach van Mona Lisa
zie art. De Mona Lisa’s van Isleworth en het Louvre.
zie art. Slavernij in Firenze
zie art. Wie is de Mona Lisa?
zie art. Zwarte en Witte Welfen
Zapperi, R.                           Abschied von der Mona Lisa.  München, 2000.
Zoellner, F.                           Leonardo da Vinci.  Keulen, 2006.