Margareta van Habsburg, het kindbruidje van Alessandro il Moro

Margareta van Habsburg, het kindbruidje van Alessandro il Moro


Reeds op 29 juni 1529 waren paus Clemens VII (Giulio de’ Medici) en keizer Karel V met het Verdrag van Barcelona overeen gekomen dat Alessandro de’ Medici (bijgenaamd il Moro), de natuurlijke zoon van de paus, zou trouwen met Margareta van Habsburg (later genoemd van Parma), de natuurlijke dochter van de keizer.  Margareta’s moeder was Johanna van der Gheynst, een dienstmeid (en de mooie dochter van een tapijtwever) die werkte op het kasteel van Karel van Lalaing I in Oudenaarde, waar de keizer eind 1521 gedurende 6 weken verbleven had tijdens het beleg van Doornik tegen de Fransen.  

Toen de keizer op de hoogte gesteld werd van Johanna’s zwangerschap kreeg zij een geldsom en de belofte dat er voor haar kind goed ging gezorgd worden.
Na haar geboorte op 5 juli 1522 (waarschijnlijk in een woning van de Lalaing) werd Margareta toevertrouwd aan de zorgen van Andries van Douvin (de heer van Drogenbos) in Brussel. Daarna kwam het meisje terecht in Hoogstraten op het kasteel van Antoon van Lalaing (de jongere broer van Karel I) en zijn echtgenote Elisabeth van Culemborg.
Ondertussen kreeg Johanna van der Gheynst een toelage en trouwde zij in 1524 met Johan van den Dijcke, de heer van Zandvliet en Berendrecht. De keizer was in 1526 getrouwd met Isabella van Portugal.

Fig.1 Karel V en Johanna van der Gheynst (Th. Canneel, 1844, Museum Schone Kunsten Gent)

In 1529, toen Margareta 7 jaar oud was en officieel erkend door haar keizerlijke vader, werd zij in Mechelen opgevoed aan het Hof van Margareta van Oostenrijk en Maria van Hongarije (Karels tante en zus) en mocht zij de naam Margareta van Habsburg (of Oostenrijk) voeren.

Théodore Canneel heeft van de keizer, Johanna en hun baby een romantisch tafereel gemaakt (zie fig.1) maar uiteraard was dat slechts fictie. Met haar moeder Johanna was er immers afgesproken dat die haar nooit meer zou ontmoeten en haar vader zag zij pas voor het eerst op 22 januari 1531 toen die op bezoek was in Brussel. Daar kreeg zij dan meteen het nieuws te horen dat zij werd uitgehuwelijkt aan de toekomstige hertog van Firenze.

In het vooruitzicht van haar huwelijk was Margareta in 1533 naar Italië (haar nieuwe vaderland) vertrokken waar zij midden april een bezoek bracht aan Firenze. Daar had haar aanstaande echtgenoot Alessandro, die in 1532 door keizer Karel was aangesteld tot erfelijke hertog van Firenze, een feest laten organiseren met de nodige ontvangsten, optochten en banketten dat 10 dagen duurde.
Na een verblijf in een palazzo van de Medici (later het Palazzo Madama genoemd) in Rome ging Margareta dan in mei 1533 naar Napels waar zij 3 jaar zou blijven wonen in afwachting van haar trouwdag. Zij werd er opgevangen door Madame de Lannoy (de weduwe van de ex-onderkoning Karel de Lannoy) en daarna verbleef zij er in het palazzo van Pedro Alvarez de Toledo, de nieuwe vice-koning van Napels, waar het meisje regelmatig het bezoek kreeg van Alessandro, die haar dan kwam overladen met geschenken. Zo had hij op een keer een hondje meegebracht voor zijn aanstaande, dat hij gekregen had van Isabella d’Este, de hertogin van Mantua.
Maar zijn bezoeken aan Napels waren niet altijd plezierreisjes. In januari 1536 moest Alessandro er zich komen verantwoorden op een proces dat de Florentijnse bannelingen, die hem (terecht) beschuldigden van tirannie, wreedheid en seksueel geweld, tegen hem hadden aangespannen. Op deze en andere reizen naar Napels werd Alessandro vergezeld door de jonge Cosimo di Giovanni de’ Medici, uit de tak der Popolani en de man die hem één jaar later zou opvolgen als hertog van Firenze en Toscane. Cosimo leerde er aan het hof van Pedro Alvarez de Toledo en Maria Osorio Pimentel hun dochter, en zijn toekomstige bruid, Eleonora kennen.

Zoals kon verwacht worden werden de beschuldigingen tegen de hertog echter van tafel geveegd en op 29 februari 1536 (Alessandro was 25 jaar en Margareta amper 13) trouwde het koppel in Napels en reeds de volgende dag werd het huwelijkscontract opgesteld. Margareta kwam begin juni naar Firenze en verbleef er in de woning van Ottaviano de’ Medici in de Via San Gallo. Op 13 juni werd het huwelijk dan nog eens overgedaan in Firenze in de kerk van San Lorenzo.
Dat men in die tijd op zeer jonge leeftijd trouwde (zeker in de hogere kringen) was geen uitzondering, maar er werd echter wel voorbehoud gemaakt wat de leeftijd van de consumatie van het huwelijk betrof.
Aangezien de keizer in het contract had laten stipuleren dat het huwelijk niet geconsumeerd mocht worden voor haar 16de jaar (Margareta was geboren op 5 juli 1522) werd algemeen aangenomen dat Alessandro deze eis ook zou respecteren.
Maar Catherine Fletchter schrijft in haar boek over “The Black Prince” dat Imperio Ricordati (de secretaris van kardinaal Cybo in Firenze) een brief gestuurd had naar de hertogen van Mantua waarin hij berichtte dat Margareta reeds in begin september 1536 (toen zij net 14 was) tekenen van zwangerschap vertoonde *.
Naar het schijnt zou Alessandro toen aan zijn jonge vrouw ook een halsketting met een stukje hoorn van een eenhoorn (in feite een narwal) geschonken hebben dat toen als een soort talisman aan zwangere vrouwen gegeven werd. Maar op 31 oktober schreef dezelfde Ricordati aan de hertogin van Mantua, Isabella d’ Este, dat Margareta (na een miskraam?**) de hoop op een zwangerschap had opgegeven, “la Duchessa non ha più speranza di essere incinta”  .

Indien dat  verhaal strookt met de waarheid (want het kunnen ook allemaal roddelpraatjes zijn waaraan Ricordati bereid was geloof te hechten) had Alessandro het dan blijkbaar toch aangedurfd om de keizerlijke wil te negeren en zonder enige vorm van respect of schaamtegevoel het 13-jarig meisje (dat natuurlijk wel sedert 29 februari 1536 zijn vrouw was) zwanger te maken. De nodige twijfels zijn hier gerechtvaardigd want indien het huwelijk inderdaad vóór haar 16de verjaardag geconsumeerd was geworden kon het ook nietig verklaard worden, wat echter niet gebeurd is. Verder was het algemeen geweten dat Alessandro er een zeer actief liefdesleven op nahield en verscheidene minnaressen had, zodat hij zich niet aan zijn kindbruidje moest vergrijpen. Maar met il Moro (Gaetano Pieraccini noemde hem een ordinaire vrouwenverkrachter) kon je nooit weten…

Na de moord op Alessandro werd Margareta op 9 februari 1538 uitgehuwelijkt (zij was toen 15) aan Ottavio Farnese, de 14-jarige toekomstige hertog van Parma, die tot 18 oktober 1540 moest wachten vooraleer hij zijn “echtelijke plichten” mocht vervullen.

Fig 2. Margareta van Parma (naar Antonio Moro, Royal Collection UK)

Margareta is de geschiedenis ingegaan als Margareta van Parma de latere landvoogdes van de Nederlanden (zie fig.2). Haar zoon was de in 1545 geboren Alessandro Farnese, de man die verantwoordelijk was voor de val van Antwerpen in 1585. Dat Margareta haar zoon Alessandro noemde had niets te maken met haar eerste echtgenoot: de grootvader van Ottavio was namelijk Alessandro Farnese (paus Paulus III 1468-1549) en zijn oom was kardinaal Alessandro Farnese (1520-89).

 Bijzonder merkwaardig is het feit dat Margareta’s zoon Alessandro Farnese (kortweg Parma genoemd) 60 jaar na de inname van Doornik in 1521 (door keizer Karel) de stad, die in 1581 in handen was van de Staatsen (de protestantse rebellen), op zijn beurt is komen belegeren. Doornik werd toen heldhaftig verdedigd door de plaatsvervangende stadhouder Christina van Lalaing, de kleindochter van Karel I van Lalaing (de man die de keizer in 1521 op zijn kasteel had ontvangen), maar de stad moest zich uiteindelijk overgeven op 30 november. Begin april 1582 ging Parma dan met succes Oudenaarde belegeren, de stad waar zijn moeder 60 jaar eerder geboren was. Margareta zelf is nooit teruggekeerd naar haar geboorteplaats en “Madama” zoals ze ook genoemd werd, overleed in Ortona op 18 januari 1586. De hertogin werd begraven in de kloosterkerk van San Sisto in Piacenza, waar Simone Moschino kort daarna begon te werken aan haar praalgraf.

JVL

Margaret of Habsburg, the child bride of
Alessandro il Moro

 

As early as June 1529, Pope Clement VII (Giulio de’ Medici) and Emperor Charles V had agreed with the Treaty of Barcelona that Alessandro de' Medici (nicknamed il Moro), the pope’s natural son, would marry Margaret of Habsburg  (later known as Parma),  the emperor’s natural daughter.
Margaret's mother was Johanna van der Gheynst, the beautiful daughter of a carpet weaver who  worked as a maid at the castle of Charles of Lalaing I in Oudenaarde, where the emperor had stayed for 6 weeks at the end of 1521 during the siege of Tournai against the French. 
When the emperor was informed of Johanna's pregnancy, she received a sum of money and the promise that her child  would be well taken care of. After her birth on 5 July 1522 (probably  in  a house of the Lalaing) Margaret was entrusted to the care of Andries van Douvin (Lord of Drogenbos) in Brussels. After that, the girl ended up in Hoogstraten at the castle of Antony de Lalaing (the younger brother of Charles I) and his wife Elisabeth of Culemborg.
Meanwhile Johanna van der Gheynst received an allowance and married Johan van den Dijcke, Lord of Zandvliet and Berendrecht, in 1524. The emperor was married to Isabella of Portugal in 1526In 1529, when Margaret was 7 years old and officially recognized by her imperial father, she was raised in Mechelen  at the court of Margaret of Austria and Mary of Hungary (Charles' aunt and sister) and was allowed to use the name Margaret of Habsburg (or Austria).

Théodore Canneel has painted the emperor, Johanna and their baby in a romantic scene (see fig.1) but that was only fiction: it had been agreed that Margaret would never see her mother again. She met her father for the first time on January 22, 1531 when he was visiting Brussels. There he brought her the news that she was going to marry the future Duke of Florence.

In 1533, in the prospect of her marriage, Margaret left for Italy (her new homeland) where she visited Florence in mid-April. On that occasion her husband-to-be Alessandro, who had been appointed hereditary Duke of Florence by Emperor Charles in 1532, had  organized a great feast with the necessary receptions, parades and banquets  that lasted 10 days.
After a stay in Rome, in a palazzo of the Medici (later called the Palazzo Madama), Margaret then went to Naples in May 1533 where she would live for 3 years in anticipation of her wedding day. She was taken care of by Madame de Lannoy (the widow of the former Viceroy Charles de Lannoy) and afterwards she stayed at the palazzo of Pedro Alvarez de Toledo, the new Viceroy of Naples, and was regularly visited by Alessandro, who then showered her with gifts. On one of his visits he gave her a small dog that he had obtained from Isabella d’Este, the Duchess of Mantua.
But his visits to Naples were not always for pleasure. In January 1536  Alessandro  was in the Partenopean city for a trial brought against him by the Florentine exiles, who accused him (justly) of tyranny, cruelty and sexual violence. On this and many other travels to Naples, Alessandro was accompanied by young Cosimo di Giovanni de' Medici, the man who would succeed him one year later as Duke of Florence and Tuscany. It was at the court of Pedro Alvarez de Toledo and Maria Osorio Pimentel that Cosimo met their daughter Eleonore, his future bride.

As could be expected, the accusations against the Duke were brushed aside and on February 29, 1536 (Alessandro was 25 years old and Margaret only 13) the couple married in Naples and the next day was drawn up the marriage contract. Margaret came to Florence in early June and stayed there at Ottaviano de' Medici's home in Via San Gallo. On June 13, the wedding was re-enrolled in Florence in the church of San Lorenzo.
The fact that people married at a very young age at that time (certainly in the higher circles) was no exception, but reservations were made regarding the age of the consummation of the marriage.
Since Emperor Charles had stipulated in the contract that the marriage could not be consummated before
her 16th birthday (Margaret was born on July 5, 1522), it was generally assumed that Alessandro would also respect this requirement.
But Catherine Fletcher writes in her book about "The Black Prince" that Imperio Ricordati (Cardinal Cybo’s secretary in Florence) had sent a letter to the Dukes of Mantua in which he reported that Margareta was already showing signs of pregnancy in early September 1536 * (when she was just 14).

Apparently Alessandro gifted his young wife then also with a necklace containing a piece of horn from a unicorn (in fact a narwhal) that was given to pregnant women as a kind of talisman. But on October 31, the same Ricordati wrote to  the  Duchess of Mantua, Isabella d' Este, that Margaret had given up hope of a pregnancy: “la Duchessa non ha più speranza di essere incinta” (after a miscarriage** ?)

If the story about the pregnancy is true (because it could all be gossip that Ricordati was willing to believe) it appears that Alessandro had made the 13-year-old girl (even if she was his wife since February 1536) pregnant without any respect or shame and ignoring the imperial command.
Necessary doubts are justified in this case because if the marriage had indeed been consummated before her 16th birthday, it could also have been canceled, but it was not.
Furthermore, it was common knowledge that Alessandro had a very active love life and several mistresses, so that there was no need to molest his child bride. But with il Moro (Gaetano Pieraccini called him an ordinary rapist) you could never know...

After the murder of Alessandro, Margareta was married off on February  9, 1538  (she was 15 at that time) to Ottavio Farnese, the  14-year-old future Duke of Parma, who had to wait until October 18, 1540 before he could perform his "marital duties".
Margaret went down in history as Margaret of Parma  and became the  later governor of the Low Lands.  (see fig.2). Her son Alessandro, born in 1545, was responsible for the Spanish conquest of Antwerp in 1585. Naming her son Alessandro had nothing to do with her first husband: Ottavio's grandfather was Alessandro Farnese (Pope Paul III 1468-1549) and his uncle was Cardinal Alessandro Farnese (1520-89).

Particularly remarkable is the fact that Margaret’s son Parma (short for Alessandro Farnese Duke of Parma) 60 years after the capture of Tournai in 1521 (by Emperor Charles) had come to besiege the city on his turn in 1581 when it was defended by the Staatsen (the Protestant rebels). Tournai was then heroically defended by the temporary stadtholder Christina of Lalaing, the granddaughter of Charles I of Lalaing (the man who had given the emperor lodging in his castle in 1521), but the city had to surrender on November 30. At the beginning of April 1582 Parma successfully besieged Oudenaarde, the town where his mother had been born 60 years earlier. Margaret herself never returned to her  birthplace and "Madama" as she was usually called, died in Ortona on January 18, 1586. The Duchess was buried in the monastery church of San Sisto in Piacenza where Simone Moschoni started to work on her mausoleum shortly thereafter.

Literatuur:

Berzoni, G.           Margherita d’Austria, in: Dizionario biografico degli Italiani, vol. 70 (2008).
Bettoni, N.             Storie de Bernardo Segni e di Giovambattista Adriani.    Milaan, 1834, vol 1, p.105.
Fletcher, C.            The Black Prince of Florence.   Oxford, 2016,  p. 230-5.
Langdon, G.         Medici Women. Portrait of Power, Love and Betrayal.  Toronto, 2007,  p.43.
Pieraccini, G.        La Stirpe dei Medici di Cafaggiolo. Firenze, 1924, dl.1 p.407.
Scott, J.              Was the Black Prince black? In: Los Angeles Review of Books, aug.2016.
Van Laerhoven, J.    Alessandro de’ Medici il Moro (1532-37).  Herk-de-Stad, 2019.
                                Cosimo I, de eerste Medici-groothertog.    Herk-de-Stad, 2011.
                                zie artikel: De mysterieuze dood van Ippolito de’ Medici.
                                zie artikel: Was Alessandro il Moro werkelijk een Moor?