Michelangelo's Brugse Madonna
Michelangelo’s Brugse Madonna
Sedert meer dan 500 jaar is de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Brugge de trotse eigenaar van een beeld van Michelangelo Buonarroti. Het is een 128cm groot beeld van een Madonna met Kind uit wit Carrara-marmer dat de kunstenaar gemaakt heeft in 1505 en dat door de gebroeders Moscheroni aangekocht werd en aan de kerk geschonken. Jan en Alexander Moescheroen of Moucheron (van Moeskroen/Moucron) waren lakenhandelaars uit Brugge die de Madonna waarschijnlijk in Firenze gekocht hebben. Volgens sommige bronnen zouden de broers het werk rechtstreeks bij Michelangelo besteld hebben, maar dat wordt betwijfeld.
Michelangelo had van kardinaal Francesco Todeschini Piccolomini in 1501 de opdracht gekregen om in de dom van Siena een reeks van 15 beelden te maken die een herinnering moesten zijn aan zijn oom paus Pius II. Toen hij zelf tot paus Pius III verkozen werd op 22 september 1503, maar reeds op 18 oktober van hetzelfde jaar overleed had Michelangelo slechts enkele beelden van de reeks (o.a. de heiligen Petrus, Paulus, Gregorius en Pius van het Piccolomini-altaar in het linker dwarsschip) afgewerkt.
Misschien was er ook een beeld van een Madonna voorzien ofwel heeft de kunstenaar dan op eigen initiatief een Madonna met Kind gebeeldhouwd die de gebroeders Moscheroni te zien gekregen hebben en gekocht voor de OLV-kerk in Brugge. Paus Julius II, de opvolger van Pius III, was immers niet van plan om de beeldenreeks verder te laten afmaken en te betalen. Michelangelo moest voor hem wel een gigantisch grafmonument maken waarvan de Mozes in de San Pietro in Vincoli in Rome nog een restant is.
Het verhaal gaat dat Donato Bramante, de artistieke adviseur van Julius II (en een jaloerse concurrent van Michelangelo) de Madonna als een minderwaardig werk zou bestempeld hebben: er was geen emotie tussen moeder en kind te bespeuren, de madonna zat er apathisch bij en het kind, dat naar omlaag keek en niet naar de gelovigen, was te groot. Indien dit verhaal enige waarheid bevat kan ter verdediging van Michelangelo aangevoerd worden dat er wel een band was tussen moeder en kind (zij zaten namelijk ingesloten één blok marmer), dat Maria het lijden van haar zoon kon voorzien en dat het beeld in een nis van de dom van Siena in de hoogte moest geplaatst worden. Het gelaat van de Madonna vertoont gelijkenissen met dat van de beroemde Piétà uit de basiliek van Sint-Pieters die Michelangelo gemaakt heeft in 1499 (zie fig.2). Jezus wil zich losmaken van zijn moeder, maar zij probeert hem zachtjes te weerhouden. Dat het kind verhoudingsgewijs te groot is heeft alles te maken met het feit dat men Jezus beschouwde als een “kleine volwassene”.
Michelangelo zou aan het beeld gewerkt hebben tijdens zijn verblijf in Carrara (van mei tot december 1505) en het laten overbrengen hebben naar zijn woning in Firenze. Hij was op weg naar Rome en in een brief aan zijn vader van januari 1506 vroeg hij hem om het beeld van Nostra Donna di marmo (“onze marmeren dame) “thuis te bewaren en aan niemand te laten zien”. Dat laatste verzoek is verwonderlijk want blijkbaar hebben de gebroeders Moscheroni het beeld daar dan toch te zien gekregen. Hun naam werd niet genoemd in de brief maar misschien hadden zij het dan toch al besteld?
In ieder geval zagen zij de aankoop als een buitenkans om een werk van een gerenommeerde Florentijnse kunstenaar (die Michelangelo toen al was) in hun bezit te krijgen. Er is onenigheid over de aankoopprijs van het beeld: sommige bronnen spreken van 100, andere van 200 gouden dukaten. Het meest aannemelijke is dat het de Brugse kooplui 200 gouden dukaten zal gekost hebben, dat komt overeen met de kostprijs van Michelangelo’s marmeren Verrezen Christus (uit de Basilica Santa Maria sopra Minerva in Rome) in 1514.
In een brief van 13 augustus 1506 schreef Giovanni Balducci, de bankier van de Moscheroni die de verkoop moest regelen, aan Michelangelo dat het beeld (veilig verpakt in een kist met stro) per schip via Lucca naar Brugge getransporteerd kon worden en dat het betaald was.
In 1514 werd het beeld dan door Jan Mouscron aan de OLV-kerk geschonken en in de Sacramentskapel van de rechter zijbeuk geplaatst, waar zich onder het altaar ook het familiegraf bevindt. Het was Pierre Mouscron die het altaar in zwarte marmer had laten vervaardigen om er de Madonna in de centrale nis een plaats te geven. Zijn wapenschild staat op de sokkel van het beeld.
Tijdens de Napoleontische periode werd de Madonna door de Franse bezetters in 1794 naar Parijs gevoerd, maar ze kon in 1816 terugkeren. In september 1944 werd ze nogmaals ontvoerd, dit keer door de Duitsers die haar in een zoutmijn in Altaussee verstopt hadden, maar 2 maanden later werd ze echter terug naar Brugge gebracht. In de film The Monuments Men van George Clooney uit 2014 (naar het boek van Robert Edsel) wordt de zoektocht naar de Madonna op een spannende manier in beeld gebracht.
De Madonna met Kind in de Sacramentskapel van de OLV-kerk, waarop de Bruggelingen terecht trots mogen zijn, is het enige werk van Michelangelo dat Italië nog tijdens zijn leven verlaten heeft. Kunstkenners uit de 16de eeuw zoals Giorgio Vasari en Ascanio Convidi hebben het beeld dus nooit gezien.
JVL
Michelangelo's Madonna of Bruges
For more than 500 years, the Church of Our Lady in Bruges has been the proud owner of a sculpture by Michelangelo Buonarroti. It is a 128cm statue of a Madonna with Child in white Carrara marble that the artist made around 1505 and which was purchased by the Moscheroni brothers and donated to the church. Jan and Alexander Moescheroen or Moucheron (from Mouscron/Moucron) were cloth merchants from Bruges who probably bought the Madonna in Florence. According to some sources, the brothers would have ordered the work (directly) from Michelangelo, but that is doubted.
In 1501 Cardinal Francesco Todeschini Piccolomini had asked Michelangelo to make a series of 15 sculptures in memory of his uncle Pope Pius II for the Siena Cathedral. When he himself was elected Pope Pius III on September 22, 1503, and already died on 18 October of the same year, Michelangelo had completed only a few statues of the series (including the Saints Peter and Paul, Gregory and Pius on the Piccolomini altar in the left transept).
Perhaps the Madonna was part of the assignment but it is also said that Michelangelo sculpted the Madonna with Child on his own initiative. It was this statue that the Moscheroni brothers got to see and bought for the Church of Our Lady in Bruges. Pope Julius II, the successor to Pius III, had no intention of having the series of statues finished and paid for, but instead he gave Michelangelo the order to make a giant tomb monument for himself, of which the Moses is still the famous remnant in the San Pietro in Vincoli in Rome.
The story goes that Donato Bramante, the artistic advisor to Julius II (and a jealous competitor of Michelangelo) would have described this Madonna as an inferior work: there was no emotion between mother and child, the madonna was apathetic and the child, looking down on the believers, was too big. If this story contains any truth, it can be argued in Michelangelo's defense that there was indeed a connection between mother and child (enclosed in one block of marble), that Mary could foresee the suffering of her son and that the statue in the Siena Cathedral had to be placed in a niche in the height. The Madonna's face bears similarities to that of the famous Piétà from the Basilica of St. Peter which Michelangelo made in 1499. (see fig.2) . Jesus wants to break away from his mother, but she gently tries to stop him. That the child is proportionally too large has everything to do with the fact that Jesus was considered a "small adult".
Michelangelo is said to have made the sculpture during his stay in Carrara (from May to December 1505) and had it transferred to his home in Florence. The artist was on his way to Rome and in a letter to his father from January 1506, he asked him to keep the statue of Nostra Donna di marmo (“our marble lady”) "in the house and show it to no one." The latter request is surprising because apparently the Moscheroni brothers must have seen the statue there. Their name wasn't mentioned in the letter, but maybe they were the clients after all?
The Flemish merchants saw it as a great opportunity to buy a work by a renowned Florentine artist (such as Michelangelo) anyway. There is disagreement about the purchase price of the statue: some say 100, other say 200 golden ducats. The most plausible is that it would have cost the Bruges merchants 200 golden ducats, which corresponds to the cost of Michelangelo's marble Risen Christ (from the Basilica Santa Maria sopra Minerva in Rome) in 1514.
In a letter dated August 13, 1506 Giovanni Balducci, the banker of the Moscheroni who had to arrange the sale, wrote to Michelangelo that the statue (safely packed in a box with straw) could be transported by ship from Lucca to Bruges and that it was payed for.
In 1514 Jan Mouscron donated the Madonna to the Church of Our Lady. The statue was placed in a niche on the altar of the chapel of the Sacrament in the right nave, on top of the Mouscron family tomb. It was Pierre Mouscron who had the altar made in black marble. His coat of arms is on the pedestal of the statue.
During the Napoleonic period, the Madonna was brought to Paris by the French in 1794, but returned in 1816. In September 1944 she was kidnapped again, this time by the Germans who hid her in a salt mine in Altaussee, but 2 months later she was brought back to Bruges. In the 2014 film The Monuments Men by George Clooney (based on the book by Robert Edsel), the search for the Madonna is depicted in an exciting way.
The Madonna with Child in the Church of Our Lady of which the people of Bruges can rightly be proud, is Michelangelo's only work that has left Italy during his lifetime. Therefore art connoisseurs from the 16th century such as Giorgio Vasari and Ascanio Convidi have never seen the statue.
Literatuur:
Addington-Symonds, J. The Life of Michelangelo Buonarroti. New York, 1928
Basilica Santa Maria sopra Minerva, in: SPQR-Romenieuws, juni 2017.
Bonneure, F. Art Guide for Bruges, A’pen 1989.
De Tolnay, C. ea. The complete work of Michelangelo. New York, 1966.
Sheedy, L. Marble Made Flesh: Michelangelo’s Bruges Madonna. St-Louis, 2016.
Van Laerhoven, J. Leonardo & Michelangelo a Firenze. Kermt, 2017.
Weinberger, M. Michelangelo: The Sculptor. London, 1967.