Michelangelo’s geheime schuilplaats in de basiliek van San Lorenzo
Michelangelo’s geheime schuilplaats in de basiliek van San Lorenzo
In 1523 had Michelangelo Buonarroti van paus Clemens VII (Giulio de’ Medici) de opdracht gekregen om in Firenze de Nieuwe Sacristie van de kerk van San Lorenzo te bouwen. Als pendant voor de Oude Sacristie (waar Giovanni en Piero de' Medici hun rustplaats hebben), moest het een grafkapel worden voor Lorenzo il Magnifico, zijn in 1478 vermoorde broer Giuliano, zijn jongste zoon Giuliano (hertog van Nemours) en zijn kleinzoon Lorenzo (hertog van Urbino).
Het was de bedoeling om de Nieuwe Sacristie een volledig nieuwe aanblik te geven en er de met beelden versierde sarcofagen van de overleden Medici in te plaatsen.
Michelangelo was nog maar net begonnen met de sculpturen toen er in Firenze in mei 1527, na de plundering van Rome, een republikeinse opstand uitbrak waarbij de jonge Medici-telgen Alessandro en Ippolito op de vlucht gejaagd werden (zie art. Het Vrijdagtumult).
De decoratie van de Nieuwe Sacristie werd stopgezet en Michelangelo hernam het beeldhouwwerk (de Genius van de Overwinning en de Boboli-Slaven) voor het grafmonument van paus Julius II (zie art. Michelangelo’s non-fini-techniek). Clemens zag dit niet graag gebeuren en was bijzonder kwaad op de “ondankbare Buonarroti” die volgens de paus zijn naam en faam aan de Medici te danken had gehad.
Toen de paus en de keizer zich begin 1529 konden verzoenen (met de Vrede van Barcelona) werd er, om de Medici terug aan de macht te brengen, een leger naar Firenze gestuurd (onder aanvoering van Philibert de Châlon) dat met de belegering van de stad begon op 24 oktober van hetzelfde jaar. Michelangelo die als overtuigd republikein de kant van de opstandelingen gekozen had, was lid geworden van de Nove della Milizia (de Raad van de Militie) en werd door het Florentijnse stadsbestuur aangezocht om de leiding op zich te nemen van de fortificatiewerken (zie art. Francesco Ferrucci). Dat zette nog meer kwaad bloed bij de paus die hem als rebel zelfs ter dood veroordeelde.
Zeer bekend is het verhaal dat Michelangelo, nadat hij de strategisch belangrijke heuvel van San Miniato had opgenomen in de verdedigingsgordel, de kerk en de klokkentoren van San Miniato met matrassen en strobalen liet beschermen tegen de inslaande kanonskogels van de vijandelijke artillerie.
Ondanks heldhaftig verzet moest Firenze zich, na een beleg van 10 maanden en het verraad van Malatesta Baglioni, uiteindelijk toch overgeven op 10 augustus 1530.
In naam van de pauselijke overwinnaar voerde Bartolommeo Valori de onderhandelingen met de Florentijnen. Clemens had hem ook de opdracht gegeven om Michelangelo op te sporen en hem te arresteren. Die had zich uit angst voor de woede van de paus eerst enkele dagen verborgen gehouden onder de toren van de kerk van San Niccolò om daarna gedurende 2 maanden (september en oktober 1530) onder te duiken in een kelderruimte van de Nieuwe Sacristie.
Deze kamer, die hem ter beschikking gesteld was door zijn vriend Giovanbattista Figiovanni de prior van San Lorenzo, werd pas in 1975 bij toeval ontdekt door Paolo dal Poggetto, de directeur van de Medici-kapellen die op zoek was naar een mogelijke uitbreiding van het museum en een nieuwe uitgang. Onder de kalklaag werden op de muren van een opslagruimte houtskooltekeningen gevonden waarvan men denkt dat Michelangelo ze gemaakt heeft tijdens zijn gedwongen verblijf. Het zijn meestal schetsen van reeds bestaande of voorstudies van latere werken. Sommige figuren verwijzen o.a. naar zijn David en de beelden van de Nieuwe Sacristie (zie fig.1&2) of doen denken aan de fresco’s van de Sixtijnse Kapel.
Tussen de graffiti staat ook een tekening van het hoofd van Laocoön (zie fig.3), afkomstig van de antieke beeldengroep die men in 1506 ontdekt had in Rome. Van een ineengedoken figuur zou men kunnen veronderstellen dat het Michelangelo zelf is tijdens zijn gevangenschap en ook van Leda en de Zwaan, een verloren gegaan schilderij, meent men een schets gevonden te hebben.
Sommige kunstcritici zijn echter van oordeel dat slechts een klein dozijn van de 70 schetsen van de hand van de meester zelf zijn en dat de andere er achteraf aan toegevoegd zijn door leerlingen of navolgers. Verder onderzoek moet hierover uitsluitsel brengen.
De ruimte (7 meter bij 3 en 2,5 m hoog) had slechts één klein venster dat uitkeek op de straatstenen, maar was verbonden door een stelsel van geheime gangen met het huis van Giovanbattista Fiogiovanni, zodat Michelangelo niet de ganse tijd opgesloten zat in de enge ruimte en ’s nachts het pand kon verlaten (zie fig.3).
Toen Clemens VII te weten kwam dat Michelangelo zich nog steeds in de stad bevond, beloofde hij hem amnestie als hij zich vrijwillig kwam aanmelden en verder zou werken aan de Nieuwe Sacristie. Door de tussenkomst van Fiogiovanni kon Bartolommeo Valori met de kunstenaar in contact treden en hem overtuigen om het werk in de San Lorenzo te hervatten (zie art. Michelangelo’s non-fini-techniek).
Ironisch genoeg was het juist in deze kerk dat hij zich maandenlang verstopt had voor de pauselijke toorn.
De geheime schuilplaats van Michelangelo is sedert november 2023 open gesteld voor het publiek onder speciale voorwaarden: kleine groepjes van 4 personen krijgen gedurende 15 minuten de kans om onder begeleiding een bezoekje te brengen. Het moet een bijzonder sensationele ervaring zijn om zich in dezelfde ruimte te bevinden waar bijna 500 jaar geleden één van de grootste kunstenaars aller tijden enkele maanden verbleven heeft en er sporen van zijn aanwezigheid heeft achtergelaten.
JVL
Michelangelo's secret hideaway beneath the Basilica of San Lorenzo
In 1523, Michelangelo Buonarroti had been commissioned by Pope Clement VII (Giulio de' Medici) to build the New Sacristy of the Church of San Lorenzo in Florence. As a counterpart to the Old Sacristy (where Giovanni and Piero de' Medici have their resting place), it was to be a burial chapel for Lorenzo il Magnifico, his brother Giuliano who was murdered in 1478, his youngest son Giuliano (Duke of Nemours) and his grandson Lorenzo (Duke of Urbino).
The intention was to give the New Sacristy a completely new look and to insert the with statues decorated sarcophagi of the deceased Medici.
Michelangelo had only just begun with the sculptures when in May 1527 after the sack of Rome a republican revolt broke out in Florence in which the young Medici scions Alessandro and Ippolito were put to flight (see art. The Friday Tumult).
The decoration of the New Sacristy was interrupted and Michelangelo continued sculpturing the Genius of Victory and the Boboli Slaves for the funerary monument of Pope Julius II (see art. Michelangelo's Non-Fini Technique). Clement did not like to see this happen and was particularly angry with the “ungrateful Buonarroti” who, according to the pope, had owed his name and fame to the Medici.
When the Pope and the Emperor reconciled (with the Peace of Barcelona) in early 1529, an army was sent to Florence (led by Philibert de Châlon) to restore the Medici to power. The siege of the city began on October 24 of the same year. Michelangelo, who as a staunch republican had sided with the insurgents, had become a member of the Nove della Milizia (the Council of the Militia) and was asked by the Florentine city council to take charge of the fortification works (see art. Francesco Ferrucci). This created even more bad blood with the pope, who even sentenced the artist to death as a rebel.
Very well known is the story that Michelangelo, when he had incorporated the strategically important hill of San Miniato into the line of defence, had the church and the bell tower of San Miniato protected with mattresses and straw bales against the striking cannonballs of the enemy artillery.
Despite heroic resistance, after a 10-month siege and the betrayal of Malatesta Baglioni, Florence was finally forced to surrender on August 10, 1530.
In the name of the papal victor, Bartolommeo Valori conducted negotiations with the Florentines. Clement had also instructed him to track down Michelangelo and arrest him. Fearing the Pope's anger, the artist had first hidden himself for a few days under the tower of the church of San Niccolò and then went into hiding for 2 months (September and October 1530) in a basement of the New Sacristy.
This room, which had been put at his disposal by his friend Giovanbattista Figiovanni, the prior of San Lorenzo, was only discovered by chance in 1975 by Paolo dal Poggetto, the director of the Medici chapels who was looking for a possible extension of the museum and a new exit. Underneath the lime layer, charcoal drawings were found on the walls of the storage room that are believed to have been made by Michelangelo during his forced stay. These are mostly sketches of pre-existing or preliminary studies of later works. Some figures refer to his David and the statues of the New Sacristy (see fig.1&2) or are reminiscent of the frescoes of the Sistine Chapel.
Among the graffiti is a drawing of the head of Laocoön (see fig.3), from the ancient sculpture group that was discovered in Rome in 1506. Perhaps the cowering figure is a self-portrait of Michelangelo during his imprisonment, and probably another sketch was made for his lost painting of Leda and the Swan.
Some art critics, however, believe that only a small dozen of the 70 sketches are made by the master himself and that the others were added afterwards by pupils or followers. Further research should provide a definitive answer to this question.
The room (7 meters by 3 and 2.5 m high) had only one small window overlooking the paving stones along a nearby street, but was connected by a system of secret passages to the house of Giovanbattista Fiogiovanni, so that Michelangelo was not locked up in the narrow space all the time and was able to leave the building at night (see fig.3).
When Clement VII learned that Michelangelo was still in the city, he promised him amnesty if he would show up and continue working on the New Sacristy. With Fiogiovanni's help, Bartolommeo Valori was able to get in touch with the artist and convince him to resume work in the San Lorenzo (see art. Michelangelo's Non-Fini Technique).
Ironically, it was precisely in this church that he had hidden himself from the papal wrath for 2 months.
Michelangelo's secret hideaway is accessible to the public since November 2023 under special conditions: small groups of 4 people will have the opportunity to visit under supervision for 15 minutes. It must be a particularly sensational experience to be in the same space where, almost 500 years ago, one of the greatest artists of all time stayed for several months and left traces of his presence.
Literatuur:
Brady, S. Italy's hidden history revealed as Renaissance and Roman sites open to the public
(Lonely Planet 2023)
McKenna, J. See inside Michelangelo’s ‘secret’ Florence room (Life & Leisure, dec.2023).
Poggioli, S. This Room Is Thought To Have Been Michelangelo's Secret Hideaway
And Drawing Board (Parellels, 2018)
Rooderkerken, A. Michelangelo’s verborgen graffiti-de geheime kamer van Michelangelo
(Italië uitgelicht, 2023).
Van Laerhoven, J. Leonardo & Michelangelo a Firenze. Kermt, 2017.
zie art. Francesco Ferrucci, van boekhouder tot legerleider.
zie art. Het Vrijdag-tumult en de 3de Florentijnse republiek (1527-1530).
zie art. Waarom Michelangelo’s non-fini-techniek een bewuste artistieke
keuze was.
Voor bewegende beelden: Michelangelo’s “secret room” opens regularly for visitors (youtube.com)