Pontormo’s Deposizione of het hoogtepunt van het maniërisme in de schilderkunst

Pontormo’s Deposizione of het hoogtepunt van het maniërisme in de schilderkunst

In de brede betekenis van het woord kan men het begrip maniërisme best omschrijven als het navolgen van bepaalde artistieke voorbeelden uit het verleden. Toen men in het begin van het Cinquecento in Italië kunst begon te bedrijven alla maniera di Michelangelo kwam het tot een stijlontwikkeling, die men het maniërisme is gaan noemen. Men was er van overtuigd geraakt dat Michelangelo de perfectie in de kunst bereikt had en dat het dus onmogelijk was om hem te overtreffen. In de schilderkunst waren het kunstenaars uit de hoog-renaissance zoals Leonardo en Rafael die de inspiratiebron vormden voor de volgende generaties. Maniërisme heeft overal bestaan, met name ook in de Nederlanden, maar in Italië en meer specifiek in Firenze is het uitgegroeid tot een eigen kunststroming die men kan situeren tussen 1520 en 1580.De maniëristen gaven aan de renaissance een andere wending; zij hielden zich niet meer aan de bestaande regels, maar gaven de klassieke voorbeelden een eigen uitvoering. Het maniërisme streefde naar perfectie, gratie en dynamisme: met gezochte poses en ingewikkelde technieken wilde men speciale effecten bereiken wat dan soms kon leiden tot overdreven of pathetische resultaten. De rust en de symmetrie van de renaissance gingen over in de onrust en de beweeglijkheid van het maniërisme.

Fig.1 Deposizione (Trasporto), (J. Pontormo, Cappella Capponi, Santa Felicità)

Terwijl Andrea del Sarto met zijn chiascuro (het spel van licht en schaduw) en zijn sfumato (een erfenis van da Vinci die de harde lijn en de stevige contouren verving door een geleidelijke kleurovergang) het maniërisme in de schilderkunst introduceerde, verbaasde Jacopo Pontormo de Florentijnen met zijn felle kleuren en zwevende figuren. Zijn Deposizione, het altaarstuk uit de Capponi-kapel van de kerk van Santa Felicità, kan als het hoogtepunt van het maniërisme beschouwd worden.

Jacopo Carucci (1494-1556) bijgenaamd Pontormo (verwijzend naar zijn geboorteplaats) kreeg in 1525 de opdracht van de bankier Ludovico Capponi om in diens familiekapel (100 jaar vroeger ontworpen door Brunelleschi voor de familie Barbadori) zijn fameuze Deposizione te penselen (zie fig.1).

Een dergelijke Graflegging (in feite is het de overbrenging van Jezus’ lichaam naar zijn graf of een Trasporto) was nog nooit gezien. De langgerekte, irreële figuren met relatief kleine hoofden die door elkaar glijden in een ruimte zonder achtergrond en de koele, gedurfde kleuren die in elkaar overvloeien hadden meteen hun voor-en tegenstanders.
Van een klassieke compositie en opstelling is geen sprake, verhoudingen en perspectief kloppen niet en sommige personages schijnen naar hun plaats te zoeken in de scene. De man, uiterst rechts op het werk zou de kunstenaar zelf zijn toen die ca.30 jaar oud was. Op een voorbereidende tekening van het werk (bewaard in Christ Church in Oxford) is hij nog afwezig (zie fig.2).

Pontormo’s Deposizione is geïnspireerd op Michelangelo’s marmeren Piétà in de Sint-Pietersbasiliek van Rome uit 1497-99. Hij heeft van de Piétà (Maria met de dode Christus op haar schoot) een Trasporto gemaakt. Alle personages delen in het verdriet van Maria, die haar zoon moet afstaan om begraven te worden. De felle kleuren doen denken aan Michelangelo’s coloriet in de Sixtijnse kapel.

Fig.3 Annunciazione (J. Pontormo, Cappella Capponi)

Op de rechter zijmuur van de kapel heeft Pontormo een fresco met de Annunciatie (1527/28) geschilderd, met figuren die dezelfde kenmerken vertonen als die van het altaarstuk (zie fig.3). In de Capponi-kapel wordt op die wijze het begin en het einde van het Christus-verhaal geëvoceerd.

De Franse glazenier Guillaume de Marcillat heeft in 1526 boven de Annunciatie zijn versie van il Trasporto gemaakt (zie fig.4).
Hij was één van de leermeesters van Vasari in Arezzo en duidelijk beïnvloed door het maniërisme.
Pontormo werd bij de decoratie van de kapel ook geassisteerd door de jonge Bronzino, die samen met Rosso Fiorentino het maniërisme in de Florentijnse schilderkunst verder vorm ging geven. Van zijn hand zijn 2 van de 4 Evangelisten (Mattheus en Lucas) in de tondi van de kapel. Pontormo schilderde Johannes en Marcus .

Ook in Pontormo’s andere bekende werken zoals de Visitatie van San Michele in Carmignano (1528) en de Madonna met Heiligen uit het Louvre (1529) hanteerde hij zijn experimentele stijl met de uitgerekte lichamen en de felle kleuren. Als portretschilder (van o.a. Cosimo en Alessandro de’ Medici en Maria Salviati) hield hij zich echter aan de traditionele vormgeving. 

Het maniërisme (of de laat-renaissance) was dus veel meer dan kopiëren of een slaafs navolgen van de stijl van de grootmeesters van de renaissance. De aparte vormen, die soms als uitingen van gekte of afwijkingen werden beschouwd, kunnen eerder gezien worden als een streven naar een eigen schoonheidsideaal en artistieke ervaring.
Het is niet te begrijpen dat er over maniëristische schilders als Pontormo, El Greco, il Parmigianino, Rosso Fiorentino en Bronzino ooit verhalen de ronde gedaan hebben dat zij problemen zouden gehad hebben met hun ogen of ten gevolge van een hersenabnormaliteit extra lange en zwevende figuren zijn beginnen schilderen. Dat zou dan verwonderlijk genoeg ook nog eens bij hen allemaal in dezelfde periode gebeurd zijn. Gelukkig bestond er ook al in het Cinquecento een andere en positieve visie over het maniërisme (o.a. bij Vasari) en hebben kunstenaars als Jacopo Pontormo de erkenning gekregen die zij verdienden.

Fig.5 Deposizione (Santi di Tito, Institute of Arts, Minneapolis)

Giorgio Vasari zelf, Alessandro Allori, Francesco Salviati en Giovanni Stradano behoorden tot de Florentijnse maniëristische schilderschool. Tegen het einde van het Cinquecento kwam er (grotendeels onder invloed van de Contrareformatie) een reactie tegen de gekunsteldheid en het extravagante van het maniërisme en besloten de zogenaamde contra-maniëristen, zoals Santi di Tito, Lodovico Cigoli, Jacopo Chimenti en Bernardo Poccetti terug te keren naar de klassieke vormen, de rust en het evenwicht van de hoog-renaissance.
Santi di Tito’s Deposizione uit 1590 is 65 jaar na Pontormo’s Deposizione geschilderd en is met de traditionele klassieke uitvoering, (zie fig.5) een duidelijk voorbeeld van dit contra-maniërisme.

Beide kunststijlen kondigden ondertussen stilaan de barok aan, die de dynamiek, de kleurenpracht en het clair-obscur van de maniëristische schilderkunst ging overnemen.

JVL




Pontormo's Deposizione or the height of Mannerism in painting

In the broad sense of the word, the concept of Mannerism can best be described as imitating certain artistic examples from the past. When people started to do art in Italy at the beginning of the Cinquecento alla maniera di Michelangelo, it came to a style development, called Mannerism. Artists were convinced that Michelangelo had achieved perfection in art and that it was therefore impossible to surpass him. In painting, it was artists from the High Renaissance such as Leonardo and Rafael who were the source of inspiration for the next generations. Mannerism has existed everywhere, also in the Low Countries, but in Italy and more specifically in Florence it has grown into its own art movement that can be situated between 1520 and 1580.
The Mannerists gave the Renaissance a different turn; they no longer adhered to the existing rules, but gave the classical examples their own implementation. Mannerism strived for perfection, grace and dynamism: with sought-after poses and complicated techniques, they wanted to achieve special effects, which could sometimes lead to exaggerated or pathetic results. The calm and symmetry of the Renaissance passed into the turmoil and mobility of Mannerism. 

While Andrea del Sarto introduced Mannerism in painting with his chiascuro  (the play of light and shadow) and his sfumato (da Vinci’s legacy which replaced the hard line and solid contours with a gradual colours transition), Jacopo Pontormo amazed the Florentines with his bright colours and floating figures. His Deposizione, the altarpiece from the Capponi Chapel of the Church of Santa Felicità, can be considered as the height of Mannerism.

Jacopo Carucci (1494-1556), nicknamed Pontormo (referring to his birthplace), was commissioned in 1525 by the banker Ludovico Capponi to paint his famous Deposizione in his family chapel (designed 100 years earlier by Brunelleschi for the Barbadori family) (  see fig.1).

Fig.2 Autoritratto Pontormo

Such a Deposizione or Entombment (in fact, it is the transfer of Jesus' body to his tomb or a Trasporto) had never been seen. The elongated, unreal figures with relatively small heads sliding through a space without a background and the cool, bold colours blending into each other immediately had their supporters and opponents.
There is no classical composition or positioning, proportions and perspective are wrong and some characters seem to be looking for their place in the scene. The man on the far right of the fresco would be the artist himself when he was about 30 years old. On a preparatory drawing of the work (preserved in Christ Church, Oxford) he is still absent (see fig.2).

Pontormo'  s Deposizione is inspired by Michelangelo's marble Piétà from St. Peter's  Basilica in Rome from 1497-99. He changed the Piétà (Mary with the dead Christ on her lap) into a Trasporto. All the characters share in the grief of Mary, who has to give up her son to be buried. The bright colours are reminiscent of Michelangelo's colour palette in the Sistine Chapel.

Fig.4 Trasporto (G.de Marcillat)

On the right side wall of the chapel, Pontormo painted a fresco with an  Annunciation  (1527/28), with figures showing the same characteristics as the ones on the altarpiece (see fig.3). In the Capponi Chapel, the beginning and the end of the story of Christ are thus evoked.
The French glazier Guillaume de Marcillat made  his version of il Trasporto above the Annunciation in 1526 (see fig.4). He was one of Vasari's teachers in Arezzo and clearly influenced by Mannerism..
Pontormo was in the decoration of the chapel also assisted by the young Bronzino, who, together with Rosso Fiorentino, further shaped Florentine Mannerism. He painted 2 of the 4 Evangelists (Matthew and Luke) in the tondi (round pictures) of the chapel. Pontormo painted John and Mark .

In Pontormo's other brilliant works such as  the Visitation of the San Michele in Carmignano (1528) and the Madonna with Saints from the Louvre  (1529)  can be seen the same experimental style with the stretched bodies and the bright colours. As a portrait painter he adhered however to traditional design (see a.o. the portraits of  Cosimo de' Medici, Alessandro de’ Medici and Maria Salviati).     

Mannerism (or late Renaissance) was thus much more than copying or slavishly imitating the style of the grand masters of the Renaissance. The particular figures, which were sometimes regarded as expressions of madness or deviations, can rather be thought off as a pursuit of one's own ideal of beauty and artistic experience. It is incomprehensible that there were once stories about Mannerist painters such as Pontormo, El Greco, il Parmigianino, Rosso Fiorentino and Bronzino that they had problems with their eyes or started painting extra-long and floating figures as a result of a brain abnormality. Very peculiar is then the fact that they would have suffered from this disease all together at the same time! Fortunately, there was already a different and positive vision of Mannerism in the Cinquecento (e.g. with Vasari) and artists such as Jacopo Pontormo did receive the recognition they deserved.

Giorgio Vasari himself, Alessandro Allori, Francesco Salviati and Giovanni Stradano belonged to the Florentine Mannerist school of painting. Towards the end of the Cinquecento there was a reaction (mainly under the influence of the Counter-Reformation) against the contrivedness and extravagance of Mannerism and the so-called counter-Mannerists, such as Santi di Tito, Lodovico Cigoli, Jacopo Chimenti and Bernardo Poccetti decided to return to the classical forms, the tranquility and balance of the High Renaissance.
Santi di Tito's Deposizione  from 1590 was painted 65 years after Pontormo's Deposizione  and is, with the traditional classical approach, a clear example of this Counter-Mannerism (see fig.5).

In the meantime, both art styles gradually announced the Baroque, which adapted the dynamics, the splendor of colours and the clair-obscur of Mannerism painting.      

 

Literatuur:

Costamagna, P.            Pontormo (Art Dossier nr.110). Firenze, 1988.
Meloni, S.                    Carucci, Iacopo detto il Pontormo. In: Dizionario biografico, vol.20 (1977).
Steinberg, L.                Pontormo's Capponi Chapel. In: The Art Bulletin, vol.56, nr.3 (1974)
Van Laerhoven, J.        Florentijnse Wandelingen (deel IX J. Pontormo).  Herk-de-Stad, 2017.
                                     zie art. Maria Salviati en Giulia of Bia de’ Medici?
Vasari, G.                    The Lives of the Artists.  Aylesbury, 1991.