Sodomie in Firenze tijdens de renaissance
Sodomie in Firenze tijdens de renaissance
In april 1432 werd in Firenze la Magistratura degli Ufficiali della Notte (“de magistratuur van de nacht”) opgericht om aan de uitbreiding van de sodomie in de stad paal en perk te stellen. Sodomie was een synoniem van homoseksualiteit geworden, maar in feite werd er in zijn ruimere betekenis zowel homoseksuele als heteroseksuele anale penetratie, masturbatie, orale seks en seks met dieren onder verstaan. Volgens Thomas van Aquino was sodomie (genoemd naar de bijbelse stad Sodoma) na het plegen van een moord de 2de grootste zonde die een mens kon begaan.
Reeds van in de 13de eeuw was er opgetreden tegen zogenaamde sodomieten; wie op heterdaad betrapt werd mocht zich aan een verbanning verwachten. Maar toen dat weinig effect bleek te hebben werd in 1325 beslist dat de dader (de sodomiet) gecastreerd werd en dat de gesodomiseerde een boete moest betalen. Voor ernstige gevallen was er ook nog altijd de doodstraf. In 1365 was de 15-jarige Florentijnse mannelijke hoer Giovanni di Giovanni ter dood veroordeeld wegens sodomie: na een tocht op de rug van een ezel door de stad werd hij gecastreerd en daarna met een gloeiend ijzer anaal gespiest, een straf die de homoseksuele koning Edward II van Engeland al in 1327 te beurt was gevallen.
In zijn Divina Comedia heeft Dante het in zijn Inferno over de sodomieten: hij plaatst hen in de 6de en 7de ring van de hel bij de ketters, de geweldplegers, de moordenaars en de woekeraars. In de 15de Zang ontmoet hij zijn oude leermeester Bruno Latini in hun gezelschap. Dante heeft een gesprek met de 3 sodomiti fiorentini, bekende Florentijnen (die rond het midden van de 13de eeuw gestorven waren), Guido Guerra, Tegghiaio Aldobrandi en Jacopo Rusticucci (zie fig.1). Deze laatste vertelt hem dat zijn lastige vrouw hem tot de sodomie gedreven heeft.
Al in 1403 had het Florentijnse stadsbestuur beslist om het Ufficio dell’Onestà op te richten, een soort moraliteitsbureau dat moest toezicht houden op de openbare zeden. De 8 magistraten, die om de 6 maanden werden aangesteld, vonden het nodig om de prostitutie te regulariseren; Thomas van Aquino had immers verkondigd dat “de hoererij het enige middel was om de sodomie uit de wereld te helpen”. Er werden legale bordelen opgericht en de maatregelen ten aanzien van de (vrouwelijke) prostituées werden versoepeld: zij moesten niet langer in het geel gekleed zijn (zoals de Joden) en belletjes of een ratel (zoals de leprozen) met zich mee dragen. Een gekleurd stuk stof op hun kleed kon volstaan.
Maar al die pogingen bleken weinig resultaat te hebben en Firenze kreeg al snel de reputatie van een homo-stad te zijn; in Duitsland werden homoseksuelen “Florenzer” genoemd en de Fransen spraken van “le Vice Florentin”.
Het Florentijnse stadsbestuur was om 2 redenen niet blij met homoseksualiteit: ten eerste was het zo schandelijk en zondig dat Gods straf de hele stad zou kunnen treffen (een thema dat Savonarola op het einde van de 15de eeuw zou hernemen) en ten tweede zou het geboortecijfer alsmaar gaan dalen. Ook dat laatste is weinig waarschijnlijk aangezien vele sodomieten netjes getrouwd waren en kinderen op de wereld gezet hadden. Bovendien had één of andere epidemie een veel grotere impact op de demografie. Ook lesbische verhoudingen waren verboden, maar veroordelingen bleven zeer beperkt. Nochtans werd er in juli 1501 in Rome een Venetiaanse vrouw verbrand voor het “sodomiseren” (misbruiken) van een meisje van 11.
Met het oprichten van de Ufficiali della Notte (6 ambtenaren van minstens 45 jaar, die voor één jaar benoemd werden en die getrouwd moesten zijn) hoopte men de sodomie een halt te kunnen toeroepen. De Florentijnen konden een medeburger (een lastige buur, een overspelige echtgenoot of een hinderlijke concurrent?) anoniem beschuldigen van sodomie door een briefje in één van de tamburi (bussen) te stoppen die in enkele kerken stonden opgesteld.
De “Mannen van de Nacht” hadden ook hun spionnen, die hun taken bijzonder enthousiast vervulden, en wie iemand kwam verklikken kreeg 25% van de boete indien er een veroordeling volgde. Van 1432 tot 1502 werden er in totaal niet minder dan 17.000 aanklachten geregistreerd (met inbegrip van heteroseksuele sodomie) en 3.000 veroordelingen (tussen de 35 en 50 per jaar) uitgesproken. Meestal kreeg men een boete (die varieerde van 50 tot 400 florijnen) en slechts in 60 gevallen van de 3.000 ging het om zware straffen zoals lijfstraffen, opsluiting, verbanning of terechtstelling.
De doodstraf werd alleen in zeer ernstige gevallen toegepast wanneer bijvoorbeeld kinderen het slachtoffer waren of wanneer er gekwetsten of zelfs doden te betreuren vielen. Volgens de lijsten van het Nachtbureau werden er tussen 1432 en 1502 “slechts” 6 sodomieten geëxecuteerd. Daaruit kan men besluiten dat de Ufficiali della Notte niet over één nacht ijs gingen bij het uitspreken van vonnissen en straffen.
Volgens een register met een lijst van de terechtstellingen die werd bijgehouden door de Compagnia dei Neri (bewaard in het Florentijnse staatsarchief) hebben er tussen 1430 en 1502 (de periode dat het Nachtbureau actief was) in totaal 523 executies plaats gehad. Het percentage sodomieten was dus bijzonder klein. Er werd wel telkens bij vermeld wanneer het om sodomie ging (wat bij de andere veroordelingen niet altijd het geval was).
In Venetië, waar de Signori della Notte zich met de zaken bezig hielden waren er in dezelfde periode veel minder aanklachten en processen, maar ongeveer evenveel terechtstellingen. Het hoogst aantal terechtstellingen voor sodomieten (met een piek op het einde van de 15de eeuw) werd geregistreerd in de Zuidelijke Nederlanden: tussen 1400 en 1700 werden er alleen al in Brugge 144 doodvonnissen uitgevoerd.
Maar toch hadden de Florentijnen, omwille van het enorme aantal aanklachten, de reputatie van sodomieten te zijn! Alle details werden door het bureau nauwkeurig genoteerd: wie was de indringer en wie was de ontvanger? Uit de documenten blijkt dat indringer meestal een oudere man was terwijl diegene die zich aanbood meestal een jongere man was.
Bij de veroordeelden waren alle lagen van de bevolking vertegenwoordigd, maar recidivisten of wie een leidinggevende functie had werd zwaarder gestraft.
Toen Doffo Spini op 22 mei 1432 werd aangeklaagd door de 14-jarige Francesco di Giovanni (die werkte als hulpje bij een barbier) werd hij na zijn bekentenis veroordeeld tot een enorme boete van 1000 florijnen. Spini was echter gonfaloniere (banierdrager van de Signoria) geweest toen de Magistratuur van de Nacht was opgericht en hij was meteen ook de eerste die door zijn eigen bureau veroordeeld werd.
Het Nachtbureau werd een belangrijke bron van inkomsten voor het stadsbestuur. Met de boetes werd niet alleen het salaris van de ambtenaren en hun personeel betaald, maar ook de pandhuur en hun gastronomische vergaderingen.
Op 19 december 1467 werd één van de medewerkers van het bureau, Giovanni di Camerino verbrand wegens het sodomiseren en kwetsen van 2 jongetjes (zie de lijst met Condanne capitali per sodomia in Italia).
De straffen werden na verloop van tijd milder en uiteraard konden vele zaken geseponeerd worden dankzij de tussenkomst van hooggeplaatste vrienden: van de 79 Florentijnse patriciërs die werden aangeklaagd, werden er slechts 5 veroordeeld (waarvan 3 uit de familie Rucellai). Wie de bescherming genoot van de Medici kon de dans meestal ontspringen. Francesco di Lazzaro de’ Medici (uit de tak van Giovenco) was niet minder dan 7 keer aangeklaagd, maar hij was een verre neef van Lorenzo il Magnifico en hij werd nooit veroordeeld. Francesco was blijkbaar “gelukkig” getrouwd met Maria Guidotti, maar toch kon hij zijn seksuele voorkeur voor jonge knapen niet bedwingen.
Vele van die jonge knapen gingen zich prostitueren en boden hun diensten aan in bepaalde tavernes die in het homo-circuit al snel bekend raakten. Van Niccolò Machiavelli is geweten dat hij geen onbekende was in het etablissement van Donato del Corno (zie art. over het liefdesleven van Machiavelli). Vele Florentijnse mannen trouwden pas na hun dertigste en hadden reeds de nodige seksuele ervaringen opgedaan, zowel met meisjes als met jongens. Trouwen, liefde en seks waren 3 verschillende zaken. Een man kon trouwen met een vrouw wegens economische of sociale redenen; hij kon een geïdealiseerde en onbereikbare dame aanbidden en seks hebben met vrouwelijke en/of mannelijke hoeren. Gewoonlijk waren het ongetrouwde mannen die bestempeld werden als sodomiet, maar in feite lieten ook vele gehuwde mannen zich niet onbetuigd met de “herenliefde”, zodat zij dus als biseksueel kunnen beschouwd worden.
Zelfs van Lorenzo de’ Medici il Magnifico werd gezegd dat hij biseksueel was omdat hij zeer goed bevriend was met het homoseksuele koppel Angelo Poliziano en Giovanni Pico della Mirandola, allebei illustere leden van de Neoplatonische Academie, die platonische liefde (tussen mannen) kon goedkeuren. Daar was dan wel geen seksuele relatie mee bedoeld, maar of dat zo door iedereen geïnterpreteerd werd, blijft de vraag. Aan de hand van Botticelli’s Adorazione dei Magi, waarbij Lorenzo zou omarmd worden door Poliziano of Pico, heeft men die verhouding willen aantonen, maar dat lijkt toch wat ver gezocht. Chronologisch is er veel onduidelijkheid en dat Botticelli Lorenzo op die manier zou afgebeeld hebben is vrij onwaarschijnlijk (zie fig.2).
Homoseksualiteit en biseksualiteit waren geen uitzonderingen tijdens de renaissance. Het was ook geen toeval dat ze zich vooral manifesteerden in regio’s (zoals Toscane en Vlaanderen) die een periode van economische welstand, culturele bloei en verfijnde levensstijl kenden.
Sodomie bleef een strafbaar feit, maar het werd een soort gewoonte en iedereen kon er vrijelijk over praten. Vooral kunstenaars werden als sodomiet gebrandmerkt omdat zij meestal niet getrouwd waren en samen leefden met hun jonge leerlingen in hun atelier. Men was er van overtuigd dat zij hun leerlingen regelmatig a partibus posterioribus (“langs de achterste delen”) namen en dat die jonge knapen meestal niet durfden te weigeren, om hun eventuele carrière niet in gevaar te brengen. In dit geval kan ook de term pederastie gebruikt worden, wanneer een volwassen man een erotische relatie heeft met een jonge man. Een pederast is dus geen pedofiel; die voelt zich aangetrokken tot minderjarige kinderen, maar dat moet niet noodzakelijk leiden tot seksuele daden. Maar in de renaissance kwam dat allemaal onder de noemer “sodomie”.
In april 1476 was de 25-jarige Leonardo da Vinci samen met 3 andere mannen anoniem aangeklaagd bij het Nachtbureau wegens het sodomiseren van Jacop Sartarelli, een 17-jarig mannelijk model en prostitué. Aangezien één van de andere betrokkenen, Leonardo Tornabuoni, een oom van Lorenzo il Magnifico was, werden ze vrijgesproken. Sartarelli eindigde op 23 maart 1495 aan de galg.
Sandro Botticelli’s naam was reeds in 1490 genoemd in verband met sodomie en in november 1502 werd hij anoniem beschuldigd bij het Nachtbureau. Op het briefje stonden enkel de woorden: Sandro Botticelli tiene un garzone (“Sandro houdt een jongen bij zich”) en ook hij ging bij gebrek aan bewijs vrijuit. De beschuldigde moest immers op heterdaad betrapt worden of een bekentenis afgelegd hebben vooraleer er een veroordeling kon uitgesproken worden, maar vele klachten waren verzonnen door jaloerse concurrenten en de aangeklaagden kregen het voordeel van de twijfel.
Men kan zich hierbij afvragen of dergelijke aantijgingen niet schadelijk waren voor de reputatie van de kunstenaars in kwestie. Terwijl van Leonardo eerst gezegd werd dat hij omwille van die beschuldigingen Firenze verlaten heeft voor Milaan (maar dat was pas 6 jaar later in 1482!) is hij samen met Botticelli in 1504 nog gevraagd om als expert te zetelen in het comité dat moest beslissen waar in de stad de David van Michelangelo zou geplaatst worden.
Botticelli was één van de laatste Florentijnen die door de Ufficiali della Notte op het matje geroepen werd want toen bleek dat hun optreden weinig zoden aan de dijk gezet had, werd de instelling eind 1502 afgeschaft. Om van de slechte reputatie als homo-stad verlost te geraken had het stadsbestuur het bureau gesloten want als er geen bureau meer was, was er (volgens de Florentijnse logica) ook geen sodomie meer…..De vervolging van sodomie werd nu echter overgenomen door de Otto di Guardia e di balía (de 8 van de Veiligheid), die optraden als een overkoepelend politioneel orgaan dat zich bezig hield met de bestraffing van elke vorm van criminaliteit.
De Florentijnen behielden de reputatie van sodomieten te zijn en toen de Medici-hertogen in de volgende eeuwen zelf de kant van de amor greco gekozen hadden, werd de situatie er niet eenvoudiger op. Toch werden er van 1514 tot 1747 in Firenze nog een 20-tal doodvonnissen wegens sodomie voltrokken. Maar non enim omnes pares ante legem (niet iedereen is gelijk voor de wet).
JVL
Sodomy in Renaissance Florence
In April 1432 was installed in Florence la Magistratura degli Ufficiali della Notte ("the magistracy of the night") to deal with the expansion of sodomy in the city. Sodomy had become a synonym for homosexuality, but in fact, in its wider sense, it included both homosexual and heterosexual anal penetration, masturbation, oral sex and sex with animals. According to Thomas of Aquino, sodomy (named after the biblical city of Sodoma) was the 2nd greatest sin a man could commit after committing a murder.
As early as the 13th century, there had been legal action against sodomites; those caught in the act could expect to be banished. But when that turned out to have little effect, it was decided in 1325 that the perpetrator (the sodomite) was castrated and that the sodomised had to pay a fine. For serious cases, there was still the death penalty. In 1365, 15-year-old Florentine male whore, Giovanni di Giovanni, was sentenced to death for sodomy: after a trip on the back of a donkey through the city, he was castrated and then anally impaled with a hot iron, a punishment that had already been reserved for the homosexual king Edward II of England in 1327.
In his Divina Comedia, Dante talks about the sodomites in his Inferno: he places them in the 6th and 7th circle of hell among the heretics, the perpetrators of violence, the murderers and the loan sharks. In the 15th canto he meets his old teacher Bruno Latini in their company. Dante has a conversation with the 3 sodomiti fiorentini, famous Florentines (who had died around the middle of the 13th century), Guido Guerra, Tegghiaio Aldobrandi and Jacopo Rusticucci (see fig.1). The latter tells him that his difficult wife drove him to sodomy.
In 1403, the Florentine city council decided to establish the Ufficio dell'Onestà, a kind of morality agency. The 8 magistrates, appointed every 6 months, felt it necessary to regularize prostitution; Thomas of Aquino had proclaimed that "fornication was the only means to stop sodomy". Legal brothels were set up and measures with regard to the (female) prostitutes were relaxed: they no longer had to be dressed in yellow (like the Jews) and carry bells or a rattle (like the lepers). A colored piece of fabric on their rug could suffice.
But all these attempts turned out to have little effect and Florence quickly gained the reputation of being a gay city; in Germany, homosexuals were called "Florenzer" and the French spoke of "le Vice Florentin".
The Florentine city council was not happy with gay people for two reasons: firstly, homosexuality was so disgraceful and sinful that God's punishment could affect the entire city (a theme that Savonarola would revisit at the end of the 15th century) and secondly, the birth rate would continue to decline. Even the latter is unlikely since many sodomites were married and had children. Moreover, some epidemic had a much greater impact on demographics. Lesbian relationships were also forbidden, but convictions were rather rare. However in July 1501, a Venetian woman was burned in Rome for "sodomizing" an 11-year-old girl.
With the creation of the Ufficiali della Notte (6 married civil servants of at least 45 years old, appointed for one year) one hoped to put a stop to the sodomy. The Florentines could anonymously accuse a fellow citizen (a troublesome neighbor, an adultery husband or a nuisance competitor?) of sodomy by putting a note in one of the tamburi (urns) that were set up in some churches.
The "Men of the Night" had their spies, who performed their duties very enthusiastically, and whoever came to snitch received 25% of the fine if there was a conviction.
From 1432 to 1502, a total of 17,000 charges were recorded (including heterosexual sodomy) and about 3000 convictions (between 35 and 50 per year). In most cases, they were fined (ranging from 50 to 400 florins) and only 60 cases out of 3000 involved severe punishments such as corporal punishment, imprisonment, exile or execution. Death penalty was only applied in very serious cases when, for example, small children were involved or victims were injured or even killed. According to the Night Bureau's lists, between 1432 and 1502 "only" 6 sodomites were executed. This allows to conclude that the Ufficiali della Notte made their decisions after careful deliberation.
According to a register with a list of the executions kept by the Compagnia dei Neri (preserved in the Florentine state archives), 523 executions took place between 1430 and 1502 (the period when the Night Bureau was active). The percentage of sodomites was therefore very small. However, it was always mentioned when there was sodomy involved (which was not always the case with the other convictions).
In Venice, where the Signori della Notte dealt with the matter, there were far fewer indictments and trials in the same period, but about the same number of executions. The highest number of executions for sodomy (peaking at the end of the 15th century) was recorded in the Southern Netherlands: between 1400 and 1700, 144 death sentences were carried out in Bruges alone.
Yet, because of the sheer number of indictments, the Florentines had a reputation as sodomites! All the details were accurately recorded by the agency: who was the intruder and who was the recipient? The documents show that the intruder was usually an older man while the one who presented himself was usually a younger man.
The condemned represented all levels of society, but recidivists or those in leading positions were punished more severely. When Doffo Spini was indicted on May 22, 1432 by 14-year-old Francesco di Giovanni (who worked in a barber shop), he was sentenced to a huge fine of 1,000 florins after his confession. Spini, however, had been gonfaloniere (standard bearer of the Signoria) at the time when the Magistratura della Notte was established and was the first to be convicted by his own office.
The Night Bureau became an important source of income for the city government. The proceeds of the fines were more than enough to pay the civil servants and their staff as well as the rental costs of the premises were they held their gastronomic meetings.
On December 19, 1467, one of the agency's employees, Giovanni di Camerino, was burned at the stake for sodomizing and hurting two boys (see the list with Condanne capitali per sodomia in Italia).
The sentences became more lenient over time and, of course, many cases could be dismissed thanks to the intervention of high-ranking friends: of the 79 Florentine patricians who were indicted, only 5 were convicted (including 3 from the Rucellai family). Those who enjoyed the protection of the Medici could usually get away with it. Francesco di Lazzaro de' Medici (from the branch of Giovenco) had been indicted no less than 7 times, but he was a distant cousin of Lorenzo il Magnifico and he was never convicted. Francesco was apparently "happily" married to Maria Guidotti, yet he could not control his sexual preference for young boys.
Many of these young boys started prostituting themselves and offered their services in certain taverns that quickly became known in the gay circuit. Niccolò Machiavelli was a regular visitor of Donato del Corno's establishment (see the article about Machiavelli's love life). Many Florentine men did not marry until after the age of 30 and had already had the necessary sexual experiences, both with girls and with boys. Marriage, love and sex were 3 different items. A man could marry a woman for economic or social reasons; he could worship an idealized and unattainable lady and have sex with female and/or male whores. Usually unmarried men were labeled as sodomite, but also many married men were involved and can therefore be considered as bisexual.
Even Lorenzo de' Medici il Magnifico was said to be bisexual because he was very good friends with the gay couple Angelo Poliziano and Giovanni Pico della Mirandola, both illustrious members of the Neoplatonic Academy, which could accept platonic love (between men). Theoretically there was no sex involved, but whether it was interpreted in this way by everyone remains the question.
It is said that Botticelli's Adorazione dei Magi, in which Lorenzo is embraced by Poliziano or Pico demonstrates such a relationship, but that seems a bit far-fetched. Chronologically there is a lot of ambiguity and that Botticelli would have depicted Lorenzo in that way is very unlikely (see fig.2)
Homosexuality and bisexuality were absolutely no exceptions during the Renaissance and it was no coincidence that they occured mainly in regions (such as Tuscany and Flanders) that experienced a period of economic and cultural prosperity and a sophisticated lifestyle. Sodomy remained a criminal offence, but it became a kind of social habit and everyone could talk about it freely. Artists in particular were branded as sodomite because they were usually not married and lived together with their young pupils in their studio. People were convinced that they regularly took their pupils a partibus posterioribus ("by the back parts") and that mostly those young boys did not dare to resist, because they did not want to jeopardize their future careers. In this case one can also use the word pederasty, when an adult man has an erotic relationship with a younger man. A pedophile is attracted to underage children, but that should not necessarily lead to sexual acts. So a pederast is not a pedophile but in those days it all came down on “sodomy”.
In April 1476, 25-year-old Leonardo da Vinci and 3 other men were anonymously indicted at the Night's Office for sodomizing Jacop Sartarelli, a 17-year-old male model and prostitute. Since one of the other men involved, Leonardo Tornabuoni, was an uncle of Lorenzo il Magnifico, they were acquitted. Sartelli was hanged on March 23, 1495.
Sandro Botticelli's name had already been mentioned in 1490 in connection with sodomy and in November 1502 he was anonymously accused at the Night's Office. On the note were only the words: Sandro Botticelli tiene un garzone ("Sandro holds a boy") and he too went free for lack of proof.
After all, the accused had to be caught red-handed or made a confession before a conviction could be handed down, but many complaints were fabricated by jealous competitors and mostly the defendants got the benefit of the doubt.
One may wonder whether such allegations did not damage the reputation of the artists in question. While Leonardo was said to have left Florence for Milan because of these accusations (but that was 6 years later in 1482!) he was asked, together with Botticelli, in 1504 to sit as an expert on the committee that was to decide where Michelangelo's David would be placed in the city.
Botticelli was one of the last Florentines who was summed by the Ufficiali della Notte because the institution was abolished in 1502 due to the limited success. In order to get rid of the bad reputation as a gay city, the government had closed the office because if there was no longer an office, there was (according to Florentine logic) no longer sodomy..... However, the persecution of sodomy was now taken over by the Otto di Guardia e di balía (the 8 of Security), who acted as an overarching police body dealing with the punishment of all forms of crime.
The Florentines retained the reputation of being sodomites, and when the Medici Dukes themselves sided with the amor greco in the following centuries, the situation did not get any easier. Nevertheless, from 1514 to 1747, about 20 sodomy death sentences were carried out in Florence. But non enim omnes pares ante legem (“not everyone is equal before the law”).
Literatuur:
Bolognini, S & Dall’Orto, G. Condanne capitali per sodomia in Italia. https://www.wikipink.org/index.php/Condanne_capitali_per_sodomia_in_Italia
Burke, R. Death of a Renaissance Man, in: Chemistry World, juni 2018. https://www.chemistryworld.com/opinion/death-of-a-renaissance-man/3009052.article
Crompton, L. Homosexuality and civilization. Harvard, 2006.
Rocke, M. Forbidden Friendships. New York-Oxford, 1998.
Roelens, J. Citizens and Sodomites. Gent, 2020.
Ruggiero, L. The Forbidden Fruit or the taste for sodomy in renaissance Italy, in: Quaderna d’italianistica, vol.27 (dec.2006).
Sieni, S. La sporca Storia di Firenze. Firenze, 2009.
Van Laerhoven, J. zie art. Het liefdesleven van Niccolò Machiavelli.