Staan de moordenaars van Giuliano de' Medici op Botticelli's Adorazione dei Magi?
Staan de moordenaars van Giuliano de’ Medici op Botticelli’s Adorazione dei Magi ?
Botticelli’s schilderij l’Adorazione dei Magi (de “Aanbidding der Wijzen”) dat bewaard wordt in de Uffizi (tempera op hout, 134/110 cm) is al jaren het voorwerp van discussie. De enige zekerheid die er over bestaat is dat het (volgens Vasari) geschilderd werd door Sandro Botticelli en dat er op het werk een aantal leden van de Medici-familie hun opwachting maken (zie fig.1). De Aanbidding van de Wijzen was een favoriet thema van de Medici en algemeen wordt aangenomen dat Botticelli de 3 knielende wijzen of koningen op het schilderij vereenzelvigd heeft met Cosimo (de oudere man die knielt aan de voeten van het Jezuskind), Piero il Gottoso (zijn oudste zoon met de rode mantel) en Giovanni (zijn jongste zoon met de witte mantel). Zij waren alle 3 reeds overleden in 1469, zodat hier postuum hulde gebracht wordt.
Dat Lorenzo il Magnifico en zijn broer Giuliano (de volgende generatie Medici) dan eveneens op het schilderij staan is ook aanvaardbaar, maar over wie nu precies wie is, blijft onenigheid. Lorenzo zou de man met de witte mantel en de hoed zijn (die achter Cosimo staat) en Giuliano de man met de zwarte haardos en de rood en zwarte mantel die achter zijn oom Giovanni staat.
Wie was de opdrachtgever van het schilderij?
Meestal gaat men ervan uit dat de opdrachtgever de ca. 65-jarige Gasparre di Zanobi del Lama was, een bankier die in de gunst van de Medici wilde geraken en aan Sandro de opdracht gegeven had om op het altaarstuk voor zijn familiekapel in de Santa Maria Novella een aantal leden van de Medici-familie te vereeuwigen. Del Lama wist dat het thema van de “Wijzen” de Medici nauw aan het hart lag en voelde zichzelf (Gasparre verwees naar koning Caspar) ook met het thema verbonden. Hij staat zelf ook op het schilderij (de man rechts in het blauw met de grijze haren die de toeschouwer aankijkt) en hij wijst naar zichzelf (als opdrachtgever) of naar de kunstenaar, Sandro Botticelli, de man met de goudgekleurde mantel die uiterst rechts de toeschouwer aankijkt. Botticelli was in 1475 ca.30 jaar en op weg om een zeer bekend schilder te worden.
Indien het waar is dat del Lama in januari 1476 werd aangeklaagd wegens fraude door het Arte del Cambio, moet hij het werk voordien hebben laten uitvoeren en dateert het dus van 1475 (zie fig.2)..
Dat Botticelli er zichzelf op een dusdanige, erg opvallende manier, zou bijgeplaatst hebben, wordt niet door iedereen aanvaard.
Maike Vogt-Lüerssen is van mening dat Pierfrancesco il Giovane de’ Medici de man in het goudgeel kan zijn, die het schilderij dat zijn oom Giovanni il Popolano had laten maken tussen 1492 en 1495, heeft laten herwerken in 1513. De (ca.60-jarige) man met het grijze haar zou dan Botticelli zijn (die naar zichzelf wijst) en niet Gasparre del Lama. Sandro is afgebeeld in het gezelschap van zijn assistenten, die de Adorazione dan zouden voltooid hebben, aangezien Botticelli reeds in 1510 was overleden.
De 3 wijzen zijn volgens Vogt, Lorenzo il Vecchio, zijn zoon Pierfrancesco il Vecchio (in 1513 veranderd in Giulio de’ Medici, de latere Clemens VII) en zijn kleinzoon Giovanni il Popolano.
Volgens een andere theorie van Bernard Gallagher was de opdrachtgever niet Gasparre del Lama en werd het schilderij gemaakt na de Pazzi-aanslag, meer bepaald in 1480. De redenering is dan dat de aanwezigheid van het altaarstuk in de huiskapel van del Lama niet noodzakelijk betekent dat hij ook de opdrachtgever was. Deze redenering is op zich niet verkeerd, maar dat de man met de grijze haren dan Andrea Verrocchio zou moeten zijn (de leermeester van Leonardo da Vinci die naar zichzelf wijst om aan te geven dat hij samengewerkt had met Botticelli in het atelier van Filippo Lippi) is weinig geloofwaardig. Verrocchio was in 1480 immers nog maar 45 jaar en de man in het blauw is een zestiger, zoals Gasparre del Lama er toen een was.
Waar staan de moordenaars op het schilderij?
Volgens dezelfde auteur is de man links vooraan met de rode tuniek en het zwaard Giuliano de’ Medici, met naast hem zijn moordenaars.
Francesco de Pazzi met de blauwe muts omarmt hem (zoals hij deed op de dag van de aanslag om te zien of hij geen bescherming droeg) en de man met de rode hoed zou dan zijn handlanger Bernardo Baroncelli zijn. De rode kous van Francesco de’ Pazzi verwijst naar de kwetsuur (het bloed) die hij zichzelf aan het been bezorgd had door als een bezetene in te hakken op Giuliano. Baroncelli (die de handgreep van een zwaard vasthoudt?) wijst naar de 2 figuren vóór hem, die dan Antonio Maffei en Stefano Bagnone zouden zijn (de aanvallers van Lorenzo). Maffei houdt de hand aan zijn hals, wat zou verwijzen naar de kwetsuur die hij Lorenzo had toegebracht bij de aanslag. Vóór hem staat Lorenzo, met de witte mantel die hij rond zijn arm geslagen heeft en waarmee hij de aanval gedeeltelijk had kunnen opvangen (zie fig.3).
Dat klinkt allemaal erg sensationeel, maar is toch weinig geloofwaardig. Ook hier is de chronologie weer spelbreker: Francesco de’ Pazzi was in 1480 al 36 jaar (de jongeman met de blauwe muts is dat blijkbaar niet) terwijl Baroncelli (de man met de rode hoed) in 1480 al 59 was.
Men kan zich bovendien ook terecht afvragen of Botticelli het opportuun zou gevonden hebben om de moordenaars van zijn beste vriend te gaan afbeelden op een schilderij dat een eerbetoon aan de Medici moest zijn. Dat Giuliano (of Lorenzo) tweemaal zou afgebeeld staan op hetzelfde schilderij is niet noodzakelijk een abnormaliteit; dat gebeurde meer bij de schilders van de renaissance en dus ook bij Botticelli en qua leeftijd zou de man met het zwaard Giuliano (en volgens Gaetano Pieraccini ook Lorenzo) kunnen zijn.
In de algemeen verspreide “klassieke” beoordeling van het schilderij (met Lama als opdrachtgever en geschilderd in 1475) zijn er echter ook verkeerde interpretaties gemaakt. De figuur met de blauwe muts en de man ernaast met de rode hoed worden dan meestal geïdentificeerd als Agnolo Poliziano en Giovanni Pico della Mirandola (uit de vriendenkring van Lorenzo).
Maar Giovanni Pico was in 1475 amper 12 jaar en waarschijnlijk nog niet eens in Firenze. De man met de rode hoed zou dus eerder te vereenzelvigen zijn met Agnolo Poliziano (21 in 1475) terwijl Giovanni, indien hij überhaupt al in 1475 in Firenze zou verschenen zijn, eerder de jongeman met de blauwe muts zou kunnen zijn of eventueel de jonge man met de blauwe mantel die achter Lorenzo staat.
Indien het schilderij echter van een latere datum zou zijn (en postuum) kan de aanwezigheid van Poliziano en Pico geen echt anachronistisch obstakel zijn.
Op het schilderij staan er 3 personages afgebeeld die de toeschouwer rechtstreeks aankijken en daarmee een speciale functie hebben binnen het geheel. Behalve de grijsaard in het blauw en de man in het goudgeel is er ook nog de man links naast de ruïne.
Volgens de “klassieke” interpretatie van het schilderij is hij een familielid (de zoon?) van opdrachtgever del Lama. Volgens Gallagher is het Agnolo Poliziano (25 jaar oud in 1480) die door zijn relaas over de Pazzi--aanslag als co-auteur van het schilderij kan beschouwd worden. Er is echter weinig gelijkenis te zien met andere portretten van Poliziano (o.a. in de Tornabuoni-kapel van de Santa Maria Novella en de Kapel van het Heilig Sacrament in de Sant’Ambrogio).
Achter deze man zou Botticelli, volgens Gallagher, het hoofd van Bernardo Baroncelli geschilderd hebben, daarbij refererend naar de beroemde tekening die Leonardo gemaakt had na de terechtstelling van Baroncelli in december 1479. Dat zou dan de verklaring zijn waarom het werk pas ten vroegste in 1480 tot stand gekomen is. De scherpe lijn tegen de zuil zou de koord kunnen symboliseren waarmee Baroncelli (die dan ook 2 keer wordt afgebeeld) werd opgehangen (zie fig.4).
Ofschoon de gelijkenis met de gehangene van da Vinci bijzonder merkwaardig is, wordt de connectie tussen de Pazzi-aanlag en de Aanbidding van de Wijzen daarmee toch niet onomstotelijk bewezen (zie fig.5)
In vele gevallen moet men bij het analyseren van een kunstwerk rekening houden met de chronologie: iemand van 60 kan men een paar jaren jonger maken, maar van een kind van 10 kan men moeilijk een volwassene van 30 maken. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat Botticelli (met opzet) een aantal anachronismen in zijn werken heeft ingebracht, maar dat blijft gissen.
De exacte ontstaansdatum zou uitsluitsel kunnen brengen bij de beoordeling van het schilderij want de verschillende theorieën staan of vallen met het jaartal waarin het werk gemaakt is: hetzij 1475, hetzij 1480, hetzij 1492 of later.
Soms gaat men in een schilderij ook dingen zien die men zou willen zien, maar die er eigenlijk niet zijn.
Het is duidelijk dat de meningen over Botticelli’s Aanbidding sterk uiteenlopen. Uiteindelijk kunnen we dus slechts zeker zijn over de aanwezigheid van een aantal leden van de Medici-familie. Ongetwijfeld staan er ook nog een hele reeks andere bekende Florentijnen op het schilderij, maar wie dat dan allemaal zijn, blijft gissen en speurwerk. Dat Botticelli de moordenaars van Giuliano op zijn Aanbidding zou geplaatst hebben lijkt echter hoogst onwaarschijnlijk.
JVL
Giovanni di Bicci de’ Medici
______________|____________
| |
Cosimo il Vecchio Lorenzo il Vecchio
___________|_________ __|__________________
| | ¦ | |
Piero Giovanni Carlo Pierfrancesco il Vecchio Francesco
___|_____________ _____|_________________
| | | |
Lorenzo Giuliano Giovanni il Popolano Lorenzo il Popolano
il Magnifico ¦ |
Giulio (Clemens VII) Pierfrancesco il Giovane
Are Giuliano de’ Medici’s murderers on Botticelli’s Adoration of the Magi ?
Botticelli's painting l'Adorazione dei Magi (the "Adoration of the Wise Men") which is preserved in the Uffizi (tempera on wood, 134/110 cm) has been the subject of discussion for many years. The only certainty that exists about the work is that it was painted (according to Vasari) by Sandro Botticelli and that many members of the Medici family make their appearance (see fig.1).
The Adoration of the Magi was a favorite theme of the Medici and many critics believe that Botticelli has identified the 3 kneeling kings on the painting with Cosimo (the older man who kneels at the feet of the Jesus child), Piero il Gottoso (his eldest son with the red cloak) and Giovanni (his youngest son with the white cloak). It was a posthumous tribute to the 3 Medici because they were already dead in 1475. The presence of Lorenzo il Magnifico and his brother Giuliano (the sons of Piero and the next generation of Medici) is also acceptable, but who is exactly who remains a point of discussion.
Who was the client of the painting?
It is widely believed that the work dates back to 1475/76 and that the client was Gasparre di Zanobi del Lama, a banker who wanted to flatter the Medici and ordered Sandro to immortalize a number of members of their family on the altarpiece of his family chapel in the Santa Maria Novella. Del Lama is supposed to be the man on the right in blue with the grey hair, looking at the spectator and pointing to himself (as the client) or to the artist (?), standing on the far right with the golden cloak. Sandro was in his early thirties at that time and on his way to becoming famous. If it is true that del Lama was indicted in April 1476 for fraud by the Arte del Cambio, he must have had the work carried out before that date (see fig.2).
The fact that Botticelli has put himself in such a very striking way in the picture, is not accepted by everyone. Maike Vogt-Lüerssen believes that Pierfrancesco il Giovane de' Medici would be the man in the golden cloak, who had the painting, ordered by his uncle Giovanni il Popolano between 1492 and 1495, reworked in 1513. The man (in his sixties) with the gray hair would then be Botticelli (pointing at himself) and not Gasparre del Lama. Sandro is pictured in the company of his assistants, who would then have completed the Adorazione since Botticelli had already died in 1510.
The 3 wise man are, according to Vogt, Lorenzo il Vecchio, his son Pierfrancesco il Vecchio (in 1513 changed into Giulio de’ Medici, the later pope Clement VII) and his grandson Giovanni il Popolano.
Another theory (by Bernard Gallagher) points out that the client was not Gasparre del Lama and the painting was made after the Pazzi attack in April 1478, more specifically in 1480/81. It is true that the presence of the altarpiece in del Lama's house chapel does not necessarily mean that he was also the client. The man with the grey hair might be Andrea del Verrocchio (Leonardo da Vinci's teacher). He is pointing to himself to indicate that he had worked with Botticelli in Filippo Lippi's studio. However, Andrea was only 45 years old in 1480 and there is little resemblance to existing images.
Where are the murderers on the painting?
According to the same author, the man in the red tunic and with the sword (in front on the left) must be Giuliano de’ Medici and his killers are standing next to him. Francesco de Pazzi with the blue cap embraces him (as he did on the day of the attack to see if he was wearing any protection) and the man in the red hat would then be his accomplice Bernardo Baroncelli. Francesco de' Pazzi's red stocking refers to the injury (the blood) he had inflicted on himself while stabbing Giuliano like a madman. Baroncelli (holding the handle of a sword?) points to the two figures in front of him, who would then be Antonio Maffei and Stefano Bagnone (Lorenzo's attackers).Maffei holds his hand to his neck, which would refer to the injury he had inflicted on Lorenzo in the attack. In front of him stands Lorenzo. He has wrapped the sleeves of his white cloak around his arm (as he did on the day of the attack to defend himself) (see fig.3).
But once again chronology can be a disturbing factor: Francesco de' Pazzi was 36 years old in 1480 (the young man with the blue cap isn't) while Baroncelli (the man with the red hat) was already 59 in 1479. Moreover it also seems very unlikely that Botticelli would have painted the murderers of his best friend Giuliano on a painting that was supposed to be a tribute to the Medici.
That Giuliano (or Lorenzo) would be depicted twice in the same picture is not necessarily an abnormality in Renaissance paintings and in terms of age the man with the sword could be Giuliano (and also Lorenzo according to Gaetano Pieraccini).
However, in the “classic” views on the painting (with Lama as the client and painted in 1475) there may also be misinterpretations. The man (boy?) with the blue cap and the man next to him with the red hat are usually identified as Agnolo Poliziano and Giovanni Pico della Mirandola (from Lorenzo's circle of friends). But in 1475, Giovanni was barely 12 years old and probably not even in Florence. Therefore the man in the red could be Agnolo Poliziano (21 in 1475) whereas Giovanni Pico, if he had appeared in Florence at all in 1475, could be the young man with the blue cap or possibly the young man in the blue cloak behind Lorenzo. However, if the painting were of a later date (and postumous) the presence of Poliziano and Pico could not be an anachronistic obstacle.
In the painting 3 characters are looking at the viewer which indicates their special function within the scene. A part from the man with the grey hair in blue and the man in the golden cloak, there is also the man on the far left standing in front of the ruin.
According to the "classical" interpretation of the painting, he could be a relative (the son?) of client del Lama. According to Gallagher, it is Agnolo Poliziano (25 years old in 1480) who can be regarded as a co-author of the painting due to his report on the Pazzi attack. However, there is little resemblance to other portraits of Poliziano (as in the Tornabuoni Chapel of the Santa Maria Novella and the Chapel of the Sacrament in the Sant’Ambrogio).
Behind this man, Botticelli is said to have painted the head of Bernardo Baroncelli, referring to the famous drawing Leonardo made after Baroncelli's execution in December 1479. That would explain why the work was not achieved until 1480 at the earliest. The sharp line against the column could symbolize, according to Gallagher, the cord with which Baroncelli was hanged (see fig.4).
Although the resemblance to da Vinci's drawing of the hanged man is very remarkable, the connection between the Pazzi-attack and the Adoration of the Magi remains unproven (see fig.5).
When analyzing a work of art, one must always keep in mind the chronology: a person in his 60s can be made a few years younger, but it is difficult to change a child of 10 into an adult of 30. It is however not impossible that Botticelli (deliberately) incorporated some anachronisms into his paintings, but still…
The exact date could be decisive for the evaluation of the painting because the various theories stand or fall with the year the work was made: either 1475, 1480, 1492 or even later.
Sometimes critics are going to see things in a painting that they would like to see, but that are not there.
It is clear that opinions about this painting vary widely and in the end we can only be certain of the presence of a few members of the Medici-family. There are undoubtedly many more famous Florentines in Botticelli's painting, but their identification will remain the object of a lot of guessing and research. It seems however very unlikely that Botticelli would have given Giuliano's killers a place in his Adoration.
Literatuur:
Deimling,B. Sandro Botticelli. Keulen, 1996.
Galagher, B. Botticelli’s Uffizi Adoration...not before 1480.
Idem Not Gaspare, then who?
https//catchlight.blog/2019/02/16 botticelli - 2019/03/04/not-gaspare..
Nifosi, G. L’Adorazione dei Magi di Botticelli, in: l’Età rinascimentale: il Quattrocento,
januari 2019.
Pieraccini, G. La stirpe de’ Medici di Cafaggiolo (vol.1). Firenze, 1924.
Van Laerhoven, J. Florentijnse wandelingen, dl.III (Botticelli). Kermt, 2021.
zie artikel: Una giornata particolarte.
Vogt-Lüerssen, M. www.kleio.org/en/history/famtree/vip