Twee schilderijen met de intrede van Karel VIII in Firenze

Twee schilderijen met de Intrede van
Karel VIII in Firenze

 

Van deze gebeurtenis zijn er in Firenze 2 afbeeldingen bewaard. Het oudste schilderij uit 1517-19 is van Francesco Granacci (76/122 olie op hout) en wordt bewaard in de Galleria degli Uffizi en het andere werk is van de hand van Giuseppe Bezzuoli (olie op canvas 290/356), dateert uit 1827-29 en is te bekijken in de Galleria d’Arte Moderna van het Palazzo Pitti.

Tijdens de Italiaanse campagne van de Franse koning Karel VIII, die op weg was om Napels te veroveren, had hij zijn kamp opgeslagen in de buurt van Firenze. Nadat Piero de’ Medici lo Sfortunato na mislukte onderhandelingen op 9 november 1494 samen met zijn broers op de vlucht was gegaan, deed Karel VIII zijn plechtige intrede in de stad aan de Arno op 17 november.
Francesco Granacci (1469-1543), die werkzaam was in het atelier van Domenico Ghirlandaio en daar Michelangelo had leren kennen, heeft van de intrede een soort momentopname gemaakt waarbij de Franse koning die in een lange stoet gevolgd werd door een deel van zijn leger halt houdt aan het Palazzo Medici in de Via Larga (zie fig.1)

Fig.1 De intrede van Karel VIII (F. Granacci, Uffizi)

Karel VIII (centraal in de scène) rijdt op zijn zwart paard naar de ingang. Aangezien Francesco Granacci zeer waarschijnlijk zelf getuige van de intrede geweest is, zou men kunnen verwachten dat zijn weergave van de gebeurtenis vrij dicht bij de werkelijkheid zou aansluiten. Maar de Franse koning was langs de Porta San Frediano (op de Oltrarno) de stad binnen gereden, zodat hij in feite uit de andere richting kwam en van het ontvangstcomité (met de bisschop en de gonfaloniere) is geen spoor te bekennen. Enkele Florentijnse hoogwaardigheidsbekleders staan aan de overzijde tegen de huizen gedrukt. Een deel van de koninklijke escorte is al voorbij het Palazzo gereden en de 2 wandelende figuren op het voorplan schijnen zich niet veel van het gebeuren aan te trekken. Het is net alsof Granacci het hele voorval als een “fait divers” geregistreerd heeft zonder veel bombarie.
Het schilderij ziet er uit als een toneeldecor en van Francesco is geweten (dixit Vasari) dat hij gekend was voor het organiseren van feestelijkheden en optochten. Hij had enkele intredes van Ridders van het Gouden Spoor geschilderd en hij was ook betrokken bij de decoraties rond het bezoek van paus Leo X aan Firenze in 1515. Misschien was zijn werk met de Intrede van Karel VIII een verwijzing (in tegenstelling met de intrede van de Medici-paus) naar een minder glorieus moment in de geschiedenis van zijn stad

Van Giuseppe Bezzuoli’s schilderij, dat hij in opdracht van groothertog Leopold van Lorreinen geschilderd heeft (met een verwijzing naar de intocht van de Fransen onder  Napoleon Bonaparte in 1799), mag men de romantische historische stijl van de 19de eeuw verwachten.

Met op de achtergrond de Porta San Frediano komt de Franse koning als een triomfator op zijn wit paard aan het hoofd van zijn gevolg de stad binnen gereden. Achter hem rijden zijn generaals Gilbert de Montpensier (de latere vicekoning van Napels) en Louis II de Trémouille (die  in 1525 sneuvelde in Pavia). De kardinaal (met de rode hoed) is Giuliano della Rovere, de latere paus Julius II, die hoopte dat Karel VIII op zijn tocht door Italië een einde kon stellen aan het pontificaat van zijn aartsvijand Alexander VI (Borgia) (zie fig.2).

Fig.2 De intrede van Karel VIII (G.Bezzuoli, Palazzo Pitti)

Fig.3 Alfonsina en Rinaldo Orsini ?

Aan de linkerkant van het tafereel hebben vóór de Marzocco-leeuw (die eigenlijk aan  het Palazzo Vecchio stond) enkele toeschouwers post gevat die een weinig enthousiaste indruk geven. Aan de rechterkant van de scène staan een paar Florentijnen die de koning toejuichen.
Eén van de 2 dames uiterst links zou Alfonsina Orsini kunnen zijn, de echtgenote van de gevluchte Piero de’ Medici, die in de stad gebleven was. Iets verderop staat, onder de marzocco en verdoken tussen het volk, aartsbisschop Rinaldo Orsini, die in feite de Franse koning (volgens de kronieken) begroet had, samen met de gonfaloniere, Francesco Scarfi, die toen in functie was (zie fig. 3).
Scarfi staat aan de rechterkant van de scène en verwelkomt met open armen de Franse koning, terwijl die hem echter geen blik gunt. Naast hem staat de man met het zwarte haar die zeer sterk gelijkt op Niccolò Machiavelli. Bezzuoli heeft het bekende portret gezien dat Santi di Tito gemaakt had, maar aangezien Machiavelli op het moment van de intrede nog geen secretaris van de 2de kanselarij was (zijn benoeming dateert van 19 juni 1498) en dus geen enkele functie had in het Florentijnse stadsbestuur, is zijn plaats bij de notabelen een puur anachronisme. Hij zal ongetwijfeld wel aanwezig geweest zijn bij de intrede, maar dan als figurant tussen de massa (zie fig.4).

Fig. 4 Machiavelli, Capponi, Valori en Savonarola

De man met de rode mazzocchio (muts met sjaal) en de doordringende blik is naar alle waarschijnlijkheid Piero Capponi, lid van de Raad van 70 en gewezen gonfaloniere, die met Karel VIII op 21 november onderhandelingen gevoerd had en die ermee gedreigd had “alle klokken te laten luiden als de koning zijn trompetten zou laten schallen” (en aldus de Florentijnse bevolking op te roepen tot verzet).
De man in het rood met het grijze haar die naar de koning opkijkt zal dan Francesco Valori zijn, die samen met Capponi de delegatie geleid had, die Karel VIII op 5 november was gaan opzoeken in Pisa.
Hij is achteraf een hevige aanhanger geworden van de dominicaan Girolamo Savonarola, die uiterst rechts staat opgesteld en die naar Karel VIII verwijst als de man die in zijn profetieën de Florentijnen kwam straffen voor hun zonden. De figuur met de rode cupolino (ronde hoedje) die Savonarola aankijkt vertoont enige gelijkenis met Angelo Poliziano of met Giovanni Pico della Mirandola, maar die waren beiden reeds overleden; eerstgenoemde op 24 september en laatst genoemde op 17 november, de dag van de intrede.

Dat Bezzuoli zich af en toe bezondigde aan anachronismen, ook in zijn andere “historische” werken, was op zich niet zo belangrijk, het uitbeelden van de Florentijnse geschiedenis kreeg de voorrang. Terwijl in het schilderij van Granacci geen echte boodschap (tenzij een uiting van onverschilligheid) te noteren valt, laat Bezzuoli doorschemeren dat de Florentijnen, en meer bepaald Capponi, Valori en Savonarola, zich niet zomaar gingen neerleggen bij de feiten. Al op 28 november 1494 konden zij Karel VIII (mits betaling van 120.000 florijnen) overtuigen om Firenze te verlaten en richting Napels te trekken dat hij zonder veel tegenstand kon innemen op 22 februari van het volgende jaar.

JVL

Two paintings with the Entry of Charles VIII in Florence

 

Two images of this event have been preserved in Florence. The older painting from 1517-19 is by Francesco Granacci (76/122 oil on wood) and is kept in the Galleria degli Uffizi and the other work is by Giuseppe Bezzuoli (oil on canvas 290/356), dating from 1827-29 and is exposed in the Galleria d'Arte Moderna of Palazzo Pitti.

During his Italian campaign the French King Charles VIII, who was on his way to conquer Naples, had stored his camp near Florence. After Piero de' Medici lo Sfortunato fled with his brothers on November 9, 1494, Charles VIII made his solemn entrance into the city on November 17.

Francesco Granacci (1469-1543), who worked in the studio of Domenico Ghirlandaio and met Michelangelo there, made a kind of snapshot of the entry of the French king.  Followed by a part of his army, Charles stops at the Palazzo Medici in Via Larga (in the middle of the scene) and rides his black horse to the entrance. Since  Francesco  Granacci was most likely a witness of the entry, one might  expect that his depiction of the event would be quite close to reality. But the French king had entered the city by the Porta San Frediano  (on the Oltrarno) and was actually coming from the other side of town.  There is also no trace of the reception committee (with the bishop and the gonfaloniere). Some  Florentine dignitaries are pressed against the houses on the other side.  Part of  the royal escort has already gone past the Palazzo and the 2  walking figures in the foreground don't seem to care much about the event. It is as if Granacci registered the whole incident as a "fait divers" without much ado.The painting looks like a stage set and Francesco was known (dixit Vasari) for organizing festivities and parades. He had painted some entrances of Knights of the Golden Spur and he was also involved in the decorations surrounding Pope Leo X's visit to Florence in 1515. Perhaps his work with the Entry of Charles VIII was a reference (as opposed to the entry of the Medici Pope) to a less glorious moment in the history of his city.

Giuseppe Bezzuoli's painting, which he painted on behalf of Grand Duke Leopold of Lorraine (while refering to the entry of the French under Napoleon Bonaparte in 1799), is typical for the romantic historical style of the 19th century.
With the Porta San Frediano in the background, the French king enters the city in triumph on his white horse at the head of his entourage. Behind him are his generals Gilbert de Montpensier (later viceroy of Naples) and Louis II de Trémouille (who was killed in Pavia in 1525). The cardinal (with the red hat) is Giuliano della Rovere, the later Pope Julius II, who was hoping that Charles VIII could put an end to the pontificate of his enemy Alexander VI (Borgia) during his Italian campaign (see fig.2).
On the left side of the scene, in front of the Marzocco lion (which actually stood in front of the Palazzo Vecchio), are posted some unimpressed spectators. Only on the right of the scene a few Florentines applaud the king.
One of the 2 ladies on the far left could be Alfonsina Orsini, the wife of the refugee Piero de' Medici. A little further on, under the  Marzocco  and hidden among the people, is Archbishop Rinaldo Orsini, who had in fact greeted the French king (according to the chronicles), along with the  gonfaloniere,  Francesco Scarfi, who was in office at the time (see fig.3).
Scarfi stands on the right side of the scene and welcomes the disinterested French king with open arms.  Next to him, the man with the black hair looks a lot like Niccolò Machiavelli; apparently Bezzuoli had seen his portrait by Santi di Tito. Since Machiavelli was not yet secretary of the 2nd chancellery in November 1494 (his appointment dates from June 19, 1498)  and therefore had no position in the Florentine city council, his place among the notables is a pure anachronism. He will undoubtedly have been present at the king’s entry , but then as an anonymous spectator (see fig.4).
The man with the red mazzocchio  (hat with scarf) and the penetrating look is very likely Piero Capponi, member of the Council of 70  and former  gonfaloniere, who conducted negotiations with Charles VIII on November 21 and who threatened to "ring all the bells if the king would sound his trumpets" (thus calling on the Florentine population to resist).
The man in red with the grey hair who looks up at the king will then be Francesco Valori, who, together with Capponi, had led the delegation that Charles VIII had gone to visit in Pisa on November 5.
Afterwards Valori became a fierce supporter of the Dominican friar Girolamo Savonarola, who stands on the far right.  Savonarola regarded King Charles VIII as the man who came to punish the Florentines for their sins and for whom he had warned in his prophecies.
The figure with the red cupolino  (the small round hat) watching Savonarola bears some resemblance to Angelo Poliziano or to Giovanni Pico della Mirandola, but both of them had already died; the former on September 24 and the latter on November 17, the day of the entry.

The fact that Bezzuoli occasionally indulged in anachronisms, also in his other "historical" works, was not so important in itself, the depiction of Florentine history was given priority. While in the painting by Granacci no real message (unless an expression of indifference) can be noted, Bezzuoli hints that the Florentines, and more specifically Capponi, Valori and Savonarola, were not inclined to just accept the facts. As early as November 28, 1494, they were able to convince Charles VIII (subject to payment of 120,000 florins) to leave Florence and head for Naples, which he could conquer without much opposition on February 22 of the following year.

Literatuur:

Van Laerhoven, J.        Piero de’ Medici “de onfortuinlijke” (1472-1503).  Kermt, 2019.
Vannucci, M.              The History of Florence. Rome, 1988.
Winspeare, M.             The Medici. The Golden Age of Collecting.  Firenze, 2000.