Niccolò Machiavelli’s “Il Principe”.
Niccolò Machiavelli’s “Il Principe”.
De bekende zegswijze “het doel heiligt de middelen“ is onlosmakelijk verbonden met de figuur van de Florentijnse politicus, historicus en schrijver Niccolo Machiavelli (1469-1527) en heeft hem een zeer slechte reputatie bezorgd. Nochtans heeft Machiavelli deze woorden nooit letterlijk gebruikt, ook niet in zijn meest bekende boek Il Principe (best vertaald als “de heerser” en niet als “de vorst of de prins”), maar ze zijn er later door commentatoren bijgevoegd om zijn politieke filosofie in één zinnetje samen te kunnen vatten. Daarbij is men nogal kort door de bocht gegaan want het “doel” kan het vormen en het behouden van een staat zijn, het daarmee gepaard gaande staatsbelang en dus het welzijn van de onderdanen, en de “middelen” moeten niet altijd wreed of tiranniek zijn. Toch is Machiavelli de geschiedenis ingegaan als een verderfelijk iemand en een verpersoonlijking van het kwaad. In het Engels wordt de duivel soms “Old Nick” genoemd verwijzend naar Niccolò. Eigenlijk kan men de politieke visie van Machiavelli het best omschrijven als een vorm van Realpolitik (die dan achteraf toegeschreven is aan Bismarck). Voor het eerst werd de politiek beschouwd als een professie die haar eigen wetten en regels volgt. Machiavelli’s extreem-realistische, technische benadering van het politieke bedrijf is een totale breuk met zijn voorgangers, die een morele en godsdienstige opvatting van de politiek voorop stelden.
Op die manier wordt Machiavelli verweten dat hij de propagandist van een gewetenloze en amorele machtspolitiek was. Machiavelli is met Il Principe begonnen in 1513 toen hij in ballingschap vertrokken was naar zijn buitenverblijf in Sant’Andrea in Percussina (in de buurt van San Casciano). Hij was in februari 1513 (waarschijnlijk onterecht) gearresteerd en gefolterd op beschuldiging van betrokkenheid bij de samenzwering van Boscoli tegen de Medici [1]. Niccolò stond immers bekend als een republikein, hij was de aanvoerder van de stadsmilitie die de terugkeer van de Medici in 1512 had willen tegenhouden en een vriend van gonfaloniere Piero Soderini, die al van in 1502 de republiek bestuurd had.
Zijn carrière mocht hij vergeten en het verlies van zijn job had hem (en zijn gezin) aan de rand van de armoede gebracht. Gelukkig kon hij nog terecht in de hoeve van zijn familie in Sant’Andrea. Met hun terugkeer in september 1512 hadden de Medici na een ballingschap van 18 jaar een einde gesteld aan de republiek. In Firenze was die ommekeer bloedloos verlopen maar in Prato, waar de stadsmilitie die Machiavelli had opgericht in 1506 kansloos was verslagen, hadden de troepen van Ramon Cardona en kardinaal Giovanni de’ Medici lelijk huis gehouden.
Waarschijnlijk heeft Machiavelli al vrij snel ingezien dat hij, in plaats van zijn wraakgevoelens tegenover de Medici op papier te zetten, hen beter kon prijzen in de hoop van zijn rehabilitatie te verkrijgen. In eerste instantie heeft hij Il Principe opgedragen aan Giuliano de’ Medici, de jongste zoon van Lorenzo il Magnifico. Van Giuliano werd gezegd dat hij voorstander was van een zachte aanpak van de Florentijnen en een terugkeer naar het republikeinse regime van vóór 1494, maar zijn broer kardinaal Giovanni (de latere paus Leo X), zijn neef Giulio (de bisschop van Firenze en latere paus Clemens VII) en Lorenzo il Giovane, de kleinzoon van il Magnifico waren eerder voorstander van een streng bewind om een verjaging, zoals die van 1494, te vermijden. Toen Giuliano stierf in 1516 droeg Machiavelli zijn werkje op aan Lorenzo il Giovane.
Hij heeft zijn Principe geschreven als een soort van handleiding voor de nieuwe Florentijnse heerser en in zijn enthousiasme vergat hij soms dat al zijn wijze raadgevingen, die op zijn eigen ervaring gebaseerd waren, misschien niet door die nieuwe heerser konden geapprecieerd worden. Machiavelli had aan zijn goeie vriend Francesco Vettori gevraagd om het boekje zelf eerst te lezen en het daarna door te geven aan Lorenzo de’ Medici. Vettori vond dat het eigenlijk geen geschikt geschenk was, maar uiteindelijk heeft hij het manuscript toch aan Lorenzo gegeven. Dat gebeurde echter op een totaal verkeerd moment, want Lorenzo had net 2 honden als cadeau van iemand anders gekregen en dat kon hem veel meer interesseren dan het geschrijf van een verbannen en uitgediend functionaris, die geen al te beste reputatie had. Zeer waarschijnlijk heeft Lorenzo il Principe dus nooit gelezen en als dat al gebeurd zou zijn, dan zou hij er toch niets van begrepen hebben.
Wanneer men Il Principe gaat lezen of er uit gaat citeren, moet men er rekening mee houden dat het een soort handleiding was, die in een vrij scherpe taal radicale standpunten verkondigde in verband met het politieke en militaire bestuur van een stadstaatje zoals Firenze en waarin dus vele middelen maar weinig doelen (om bij de zegswijze te blijven) besproken werden. Bovendien was Il Principe bedoeld voor een erfelijke heerser (zoals de Medici) en om een volledig beeld te krijgen van Machiavelli’s politieke ideeën moet men ook zijn Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio (“Verhandelingen over de eerste 10 boeken van Titus Livius”) lezen die hij ook tijdens zijn ballingschap in Sant’Andrea geschreven heeft en waarin hij zijn ideeën formuleerde in verband met het bestuur van een republiek. Voor Machiavelli zelf waren zijn Discorsi het hoofdwerk en was il Principe maar een aanvullend handboekje. Eén richtlijn bleef echter essentieel: de heerser moet zijn onderdanen beschermen en zijn “staat” in stand houden met alle mogelijke middelen, ook wanneer die wreed of amoreel zouden zijn. In verband met het huidige thema van de veiligheid was Machiavelli dus bijzonder actueel en men zou er heden ten dage kunnen aan toevoegen dat de overheid misschien best ondemocratische middelen zou kunnen gebruiken om de democratie (die Machiavelli uiteraard niet kende in de huidige vorm) te beveiligen en te bestendigen.
Om de theorieën van Machiavelli beter te begrijpen moet men ook rekening houden met de politieke situatie in het Italië van het einde van de 15de eeuw en met het adviserend karakter van zijn Il Principe. Italië was verdeeld in verscheidene stadsrepublieken, markizaten en hertogdommen die constant met elkaar overhoop lagen. De Florentijnen waren in oorlog met Pisa, ze hadden ruzie met Siena en Lucca en werden bedreigd door de Pauselijke Staten van de Borgia’s. Bovendien was er nog de dreiging van de Fransen in het noorden en de dreiging van de Spanjaarden in het zuiden. Machiavelli zag met lede ogen die verdeeldheid aan en dacht aan een soort unificatie vanuit één sterke staat (zijn Toscane uiteraard) die moest geleid worden door een bekwaam en doortastend leider. In de buurlanden waren er overal sterke figuren aan de macht zoals Lodewijk XII, Karel V en Ferdinand van Aragon, terwijl Italië het slagveld van Europa was. Il Principe moest het handboekje worden voor de moderne heerser van Italië.
Wat men echter Niccolò het meest verweten heeft is dat hij ook en vooral Cesare Borgia als voorbeeld voor een goede heerser naar voor geschoven heeft, terwijl de man bekend stond als een doortrapte schurk. Maar het zal de efficiëntie en de snelheid van de zoon van paus Alexander VI (Rodrigo Borgia) geweest zijn, waarmee die op korte tijd een staatje in Centraal Italië op de kaart getekend had, die hij bewonderde en die schril contrasteerde met het getreuzel en de onbeslistheid van zijn eigen Florentijnse republiek. Machiavelli, die Borgia verscheidene keren ontmoet had tijdens onderhandelingen, wist echter zeer goed dat de hertog van Valentino (zoals Borgia ook genoemd werd) van een rijzende komeet een vallende ster geworden was toen zijn vader in 1503 kwam te overlijden.
Wanneer Borgia een bedreiging werd voor zijn eigen Firenze, overtuigde hij Lodewijk XII ervan om hem niet langer onvoorwaardelijk te steunen. Reeds van bij hun ontmoeting in Nevers in de zomer van 1500 had Machiavelli de Franse koning gewaarschuwd voor het gevaar Borgia en diens koninklijke bescherming gevraagd voor zijn vaderstad. Lodewijk had zijn raad gevolgd en Cesare een brief gestuurd om hem aan te manen niets tegen Firenze te ondernemen. In zijn geschriften kon Machiavelli radicale standpunten innemen die hij echter als diplomaat en onderhandelaar beter terzijde kon leggen.
Maar toch blijft het vreemd (ook voor zijn tijdgenoten) dat hij juist Borgia als grote voorbeeld gekozen heeft, want in 1513 (toen hij zijn Principe, geschreven heeft) was die reeds lang dood en begraven. Met een ander voorbeeld was hij wellicht niet door het nageslacht verguisd geworden, maar hij had dringend een “man van de daad” nodig die in al zijn extremiteiten beantwoordde aan het type van de onbetwiste heerser en redder van Italië. Uiteindelijk was Machiavelli ook een overtuigd patriot. Achteraf is ook gebleken dat hij een zeer grote fan van de militair Giovanni de’ Medici dalle Bande Nere was, de voor hem te laat geboren (1498) en te vroeg gestorven (1526) zoon van Giovanni de’ Medici il Popolano en Caterina Sforza, de gravin van Forli. Indien hij zijn Heerser 10 jaar later zou geschreven hebben, zou deze “dappere” condottiere (die ook geen blanco-strafblad had) waarschijnlijk zijn hoofdpersonage geworden zijn.
Wat hem natuurlijk ook niet in dank werd afgenomen was zijn anti-klerikale houding (“de pausen hadden alleen maar voor oorlogen gezorgd”) en zijn overtuiging dat uit iets kwaads ook iets goeds kon voortkomen (een slechte daad van de heerser kan ook ten goede komen van de onderdanen) was volledig in strijd met de gangbare christelijke opvatting. God had volgens Machiavelli echter met de hele zaak niets te maken en de “christelijke deugden” hadden gefaald op het politieke vlak.
Een ander punt van kritiek is dat er geregeld tegenstrijdigheden in zijn Principe te vinden zijn, maar dat vangt hij op door te stellen dat “alles afhangt van de steeds wijzigende omstandigheden”.
Zoals reeds gezegd is Machiavelli er met zijn Principe dus niet in geslaagd om de aandacht van de Medici op zijn persoon te vestigen. Van in 1517 kon Machiavelli regelmatig de bijeenkomsten van de Florentijnse intelligentsia bijwonen in de Orti Oricellati (de tuinen van Cosimo Rucellai) waar hij gedichten, fabels en fragmenten uit zijn Discorsi en zijn Principe voorlas. Maar hij had er ook succes met zijn toneelwerk en het was via zijn komedie La Mandragola (de “alruinwortel” uit 1518) dat paus Leo X (Giovanni de’ Medici) en diens neef kardinaal Giulio belangstelling voor hem gekregen hadden. Machiavelli maakte hen er op attent dat hij ook een goede kijk had op de politiek en dat hij met succes in diplomatieke dienst van de republiek gestaan had tot aan zijn ontslag op 7 november 1512.
In 1519 liet kardinaal Giulio hem een soort grondwet voor Firenze opstellen waarin Machiavelli een republikeins regime voorstelde, dat echter pas aan het einde van het Medici-bewind zou ingevoerd worden, en op dat einde werd natuurlijk geen datum geplakt. Toen de Medici hem vroegen in 1520 een “Geschiedenis van Italië” te schrijven heeft hij niet nagelaten om Lorenzo il Magnifico uitvoerig te prijzen en in 1521 kreeg hij zijn burgerrechten terug. Machiavelli had uiteindelijk toch zijn doel bereikt (zijn rehabilitatie) maar als middel had hij niet Il Principe kunnen gebruiken, maar een klucht waarin bedrog en list evengoed een hoofdrol gekregen hadden (zie art.Machiavelli, de kluchtschrijver)…
Niccolò Machiavelli’s “Il Principe”.
The popular saying “the end justifies the means” is inextricably linked with Niccolò Machiavelli, the Florentine politician, historian and writer (1469-1527) and has given him a very bad reputation. However Machiavelli has never used these words in his most famous book Il Principe (best translated as the Ruler and not as the Prince) since they were added in later times by commentators trying to capture his political ideas in one sentence. But they may have crossed the line because this goal can be a good cause (such as the formation and protection of a state together with the well-being of its citizens) and the means to achieve this do not always have to be cruel or tyrannical.
Yet Machiavelli has entered history as a perishable person and a personalization of evil. In English, the devil is sometimes called "Old Nick" referring to Niccolò. In fact, his political vision is best described as a form of Realpolitik (which is then subsequently attributed to Bismarck). For the first time, politics was considered a prophecy that follows its own laws and rules. Machiavelli's extremely-realistic, technical approach to the political system is a total break with its predecessors, who put a moral and religious view of politics first. Therefore Machiavelli is accused of being the propagandist of an unscrupulous and amoral power politics.
Machiavelli started his Il Principe in 1513 when he was sent into exile to his country house in Sant'Andrea in Percussina (near San Casciano). He was arrested and tortured in February 1513, (probably unfairly) on charges of involvement in the Boscoli conspiracy against the Medici [2] . After all Niccolò was a true Republican, the leader of the city militia who had tried to stop the return of the Medici in 1512 and a friend of standard bearer Piero Soderini (who had run the republic since 1502). His career was ruined and the loss of his job had brought him (and his family) to the brink of poverty. Fortunately, he was able to find refuge in his family's farm in Sant'Andrea.
With their return in September 1512, after an exile of 18 years, the Medici had put an end to the republic. In Firenze, the power takeover had gone bloodless, but in Prato the city militia (that Machiavelli had founded in 1506) had been severely defeated by the troops of Ramon Cardona and Cardinal Giovanni de' Medici. After the massacre in Prato, the Florentines immediately surrendered.
Machiavelli probably realized very quickly that instead of having feelings of revenge towards the Medici, he could better praise them in the hope of obtaining his rehabilitation. At first he dedicated Il Principe to Giuliano de' Medici, the youngest son of Lorenzo il Magnifico. Giuliano was said to be in favour of a return to the “old” Republican regime, but his brother Cardinal Giovanni (the later Pope Leo X), his cousin Giulio (the bishop of Firenze and later Pope Clement VII) and Lorenzo il Giovane, il Magnifico's grandson, were in favor of a strict regime to avoid an exodus such as in 1494. So when Giuliano died in 1516, Machiavelli dedicated his work to Lorenzo il Giovane (the Younger).
He has written his Principe as a kind of manual for the new Florentine ruler but in his enthusiasm he probably forgot that all his wise advices, based on his own experience, could perhaps not be appreciated by that new ruler. Machiavelli asked his good friend Francesco Vettori to read the book himself at first and then pass it on to Lorenzo de' Medici. Although that Vettori was convinced that it was not a suitable gift he gave Lorenzo the manuscript after all. However, that happened at a very wrong time, because Lorenzo had just received two dogs as a gift from someone else and that could interest him much more than the writing of an exiled ex-official, with a bad reputation. So most likely, Lorenzo did not read the book, and if he had, he would not have understood it. Bad luck for Niccolò.
When reading or quoting Il Principe, one should not forget that it was a kind of manual, with radical views in a rather sharp language for a ruler of a city state such as Florence, in which many means were discussed but few goals . Moreover, Il Principe was intended for a hereditary ruler (such as the Medici) and to get a full picture of Machiavelli's political ideas one should also read his Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio ("Treatises on the first 10 books of Titus Livius") which he also wrote during his exile and in which he talks about the government of a republic. Machiavelli considered his Discorsi as his main work while il Principe was just an additional manual. However, what remains essential in both works is that the ruler must protect his subjects and maintain his 'state' with all possible means, even if they are cruel or immoral. About the safety of the citizens of a state, Machiavelli is very up-to-date and one could almost join him by saying that a contemporary government should use undemocratic means to protect and secure its democracy (which Machiavelli obviously did not know in its present form).
In order to understand Machiavelli's theories, one must take notice of the political situation in Italy by the end of the 15th century and keep in mind that Il Principe was a directive for a new ruler. Italy was divided into several city republics, marquises and duchies having constantly problems with each other. The Florentines were at war with Pisa, they had quarrels with Siena and Lucca and were threatened by the Papal States of the Borgias. Moreover, there was the threat of the French in the north and the threat of the Spaniards in the south. Machiavelli looked at all this with sorrow and hoped for a kind of Italian unification led by one strong state (preferably Tuscany) under the rule of a competent and decisive leader. Everywhere in the neighboring countries, there were strong figures in power such as Louis XII, Charles V and Ferdinand of Aragon, while Italy was the battlefield of Europe.
Il Principe had to be the manual for this new ruler. What Niccolò was most accused of, was his choice to present Cesare Borgia as an example for a good ruler, while the man was known as a first class villain. But with skillful power the son of Pope Alexander VI (Rodrigo Borgia) had put a new state on the map of Central Italy and Machiavelli admired Cesare’s speed and efficiency that contrasted strongly with the undecidedness and the lingering of his own Florentine government. However Machiavelli, who had met Borgia several times during negotiations, was also aware of the fact that the rule of the Duke of Valentino (as Borgia was also called) came to an end after his father died in 1503. When Borgia became a threat to his own beloved Florence, Niccolò convinced (Florence’s ally) Louis XII not to support him any longer. Already during their meeting in Nevers in the summer of 1500 Machiavelli had warned the French king that Borgia had become a great danger for his home town. Louis followed his advice and sent Cesare a letter with the order to do nothing against Firenze. One can see that whereas Machiavelli could take radical positions in his writings he had to be prudent and flexible as a diplomat and a negotiator.
Yet it remains strange (also for his contemporaries) that he chose Cesare Borgia as his great example, because in 1513 (when he wrote his Principe) Cesare was already dead and buried. By choosing another “hero”, he may not have been reviled that bad by posterity, but in 1513 he urgently needed a "man of action" who in all his extremities corresponded to the type of the undisputed ruler and savior of Italy. After all Machiavelli was a true patriot. Later on, Niccolò became a great fan of Giovanni de' Medici dalle Bande Nere (1498-1526), the son of Giovanni de' Medici il Popolano and Caterina Sforza, the Countess of Forli. If he had written his Principe 10 years later, this "brave" condottiere would probably have become the main character of his book. Unfortunately Giovanni died at the age of 28 in Mantua.
Another reproach that was made was his anti-clerical attitude (“most wars ware caused by the popes”) and his belief that something good could also come from something bad or evil was completely contrary to the usual Christian point of view. According to Machiavelli however, God had nothing to do with the whole thing and the Christian virtues had completely failed in politics.
Criticism is also justified when it is said that there are many contradictions in his Principe, but he anticipates his critics with the note that “everything depends on the ever-changing circumstances”.
As already mentioned, Machiavelli had not been able to capture the attention of the Medici with his Principe. From 1517 Machiavelli was attending the meetings of the Florentine intellectuals in the Orti Oricellati (the gardens of Cosimo Rucellai) where he read out poems, fables and fragments from his Discorsi and his Principe. But when he started reciting fragments from his comedy La Mandragola (“the Mandrake” from 1518) he got the attention of Pope Leo X (Giovanni de' Medici) and his cousin Cardinal Giulio. Machiavelli reminded the Medici that he also had a good view of politics and that he had been in diplomatic service of the republic until his resignation on November 7, 1512.
In 1519, Cardinal Giulio asked him to draft a kind of constitution for Firenze. Machiavelli proposed a republican regime, which would not be introduced until the end of the Medici regime, and at that end no date was stuck. When the Medics asked him to write a "History of Italy" in 1520, he did not forget to praise Lorenzo il Magnifico in detail and in 1521 he got his civil rights back.
Machiavelli had finally achieved his goal (his rehabilitation), not with Il Principe but with la Mandragola, a farce in which deception and ruse also played a very important role (see art. Machiavelli the burlesque comedy writer)…
JVL
Literatuur:
Barincou, E. Machiavelli in zijn tijd. Utrecht-A’pen, 1959.
King, R. Machiavelli, Philosopher of power. New-York, 2007
Unger, M. Machiavelli, een biografie. Amsterdam, 2012.
Van der Heijden, H. De Heerser, Antwerpen, 1955.
Van Dooren, F. De Heerser. Amsterdam, 2009.
Van Laerhoven, J Firenze, de Medici en de Borgia (1455-1513). Kermt, 2018.
Florentijnse Wandelingen II, Herk-de-Stad, 2011.
Giuliano & Lorenzo, de’ Medici-hertogen van Nemours en Urbino.
Kermt,2019.
zie art. Machiavelli, de kluchtschriver.
Viroli, M. Niccoló’s Smile, New-York, 2000.
[1] Zijn naam was teruggevonden op een lijst van samenzweerders die één van hen ergens had laten vallen. Machiavelli ontkende elke betrokkenheid : wellicht stonden op de lijst de namen van diegenen die de samenzweerders graag in het complot hadden willen betrekken, maar die geen enkele toezegging in dat verband gedaan hadden. Aangezien Machiavelli zijn onschuld ook staande hield onder tortuur mag verondersteld worden dat hij er inderdaad niets mee te maken had. Er zijn geen officiële rapporten van de foltering, maar Machiavelli heeft ze zelf uitvoerig beschreven in één van zijn brieven aan zijn vriend Francesco Vettori (13 maart 1513). Hij schrijft dat hij zesmaal achter elkaar een wrede marteling heeft ondergaan op de wipgalg (strappado) maar dat hij, tot zijn eigen verbazing, het er eervol van af gebracht heeft.
[2] His name was found on a list of conspirators that was dropped somewhere by one of them. Machiavelli denied any involvement: perhaps on the list were the names of those who would have liked to involve the conspirators in the plot, but who had made no commitment in that regard. Since Machiavelli also maintained his innocence under torture, it can be assumed that he had nothing to do with it. There are no official reports of torture, but Machiavelli has described them extensively in one of his letters to his friend Francesco Vettori (March 13, 1513). He writes that six times in a row he suffered cruel torture on the strappado but that, to his own surprise, he took it honorably.